Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F59 – 10 A rood Ontluchtingspomp (alleen dieselmotor)
(*)
F60 – 15 A blauw Transmissieregelmodule
(*)
F61 – 10 A rood Transmissieregelmodule / PM-sensor (alleen dieselmotor)
(*)
F62 – 10 A rood Koppeling airconditioning
F63 – 20 A geel Bobines / bobine condensatoren / Loopklep actuator - indien
aanwezig (benzine) ureumverwarming (diesel)
(*)
F64 – 25 A transparant Brandstofverstuivers/aandrijflijn
(*)
F66 – 10 A rood Zonwering/regensensor/achteruitkijkspiegel / USB-poort / DSCR
/ DTV - indien aanwezig
F67 – 15 A blauw CD/DVD/UCI-poort/USB-poort
F68 – 20 A geel Motor achterruitwisser
F69 – 15 A blauw Voeding bermlicht — indien aanwezig
F70 – 20 A geel Brandstofpomp van de motor
(*)
F71 – 30 A groen Versterker/ANCM - indien aanwezig
F72 – 10 A rood ECM
(*)
F73 – 15 A blauw HID-koplampen rechts — indien aanwezig
(*)
F75 – 10 A rood Dubbele accuregeling — indien aanwezig
237
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F90/F91 – 20 A geel Aansluitcontact (zitplaatsen achterin) selecteerbaar
(*)
F92 – 10 A rood Achterste consolelamp — indien aanwezig
F93 – 20 A geel Sigarettenaansteker
F94 – 10 A rood Schakelhendel-/tussenbakmodule
(*)
F95 – 10 A rood Achteruitrijcamera / dodehoeksensor - indien aanwezig
F96 – 10 A rood Schakelaar stoelverwarming achter/zaklamplader — indien aan-
wezig
F97 – 20 A geel Stoelverwarming achter en stuurverwarming — indien aanwezig
F98 – 20 A geel Stoelventilatie/stoelverwarming voor — indien aanwezig
F99 – 10 A rood Klimaatregeling/bestuurderhulpsysteemmodule/HALF/
Parkeerhulp
F100 – 10 A rood Actieve demping — indien aanwezig
(*)
F101 – 15 A blauw Temperatuursensor interieur/vochtigheidssensor
F102 – 15 A blauw Reserve
F103 – 10 A rood Interieurverwarming (alleen dieselmotor) / klimaatregeling ach-
ter — indien aanwezig
F104 – 20 A geel Aansluitcontacten (instrumentenpaneel/middenconsole/
laadruimte achterin — indien aanwezig)
(*)
239
tor de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Wacht vervolgens vijf minuten na het uitscha-
kelen van de motor voordat u het oliepeil
controleert.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger. Vul alleen olie bij wanneer het
oliepeil zich onder de markering "MIN" op de
peilstok bevindt. De totale inhoud van de
markering "MIN" tot de markering "MAX" is
1 liter (1 qt).
LET OP!
Als er te veel of te weinig motorolie in het
carter wordt bijgevuld, kan er lucht in de
olie terechtkomen of kan verlies van olie-
druk optreden. Dit kan leiden tot motor-
schade.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat het oliepeil iets hoger is
dan bij een vorige controle. Dit komt door
dieselbrandstof die zich tijdelijk in het carter
bevindt door toepassing van de regeneratie-
strategie met roetfilter. Deze brandstof ver-
dampt bij normaal bedrijf.Start de motor nooit wanneer het oliepeil zich
onder de markering "MIN" of boven de mar-
kering "MAX" bevindt.
WAARSCHUWING!
• Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte: deze kan gas en ontvlam-
bare dampen bevatten, met het risico
van brand.
• Wees zeer voorzichtig bij werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de motor
heet is: u zou brandwonden kunnen op-
lopen. Kom niet te dicht bij de radiateur-
ventilator: de elektrische ventilator kan
starten; verwondingsgevaar. Sjaals,
stropdassen en andere losse kleding-
stukken kunnen worden gegrepen door
bewegende onderdelen.
LET OP!
• Zorg dat u de verschillende soorten
vloeistoffen niet met elkaar verwisselt
wanneer u deze bijvult: ze zijn niet on-
derling compatibel! Als u bijvult met een
LET OP!
ongeschikte vloeistof, kan uw auto ern-
stig beschadigd raken.
• Het oliepeil mag nooit de MAX-
markering overschrijden.
• Vul altijd motorolie bij met dezelfde spe-
cificaties als de olie die al aanwezig is in
de motor.
• Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot de motor is afgekoeld voordat u de
vuldop losmaakt, met name bij auto's
met een aluminium dop. WAARSCHU-
WING: verbrandingsgevaar!
• Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of
verlies van oliedruk optreden. Dit kan
leiden tot motorschade.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen
Het display in de instrumentengroep geeft
aan wanneer het peil van de ruitensproeier-
vloeistof laag is. Wanneer de sensor een laag
vloeistofpeil detecteert, gaat de voorruit
branden op het grafische overzicht van de
283
• Het gat is niet groter dan 6 mm (¼ inch).
Raadpleeg een erkende bandenleverancier
voor bandenreparaties en aanvullende infor-
matie.
Beschadigde run-flat banden of run-flat ban-
den die zijn blootgesteld aan drukverlies,
moeten onmiddellijk worden vervangen door
een andere run-flat band van dezelfde maat
en serviceomschrijving (belastingsindex en
snelheidssymbool). Vervang ook de sensor
voor de bandenspanning, aangezien deze
niet gemaakt is voor hergebruik.
Run-flat-banden — indien aanwezig
Run-flat-banden maken het mogelijk om
80 km (50 mijl) te rijden met 80 km/u
(50 mph) na een snel verlies van banden-
spanning. Dit snelle verlies van spanning
wordt de run-flat-modus genoemd. Een run-
flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een
run-flat-band de run-flat-modus bereikt,
heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet deze onmiddellijk
worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren. Als een run-flat-band wordtverwisseld na het rijden met te lage banden-
spanning, vervang dan de bandenspannings-
sensor aangezien deze niet is gemaakt om te
worden hergebruikt wanneer met een run-
flat-modus is gereden (14 PSI (96 kPa)).
OPMERKING:
De bandenspanningssensor moet worden ver-
vangen na het rijden met een lekke band.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig
te rijden met vol laadvermogen of een
aanhanger/caravan te trekken terwijl een
band in de run-flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.Doorslippen van de wielen
Als u vast komt te zitten in modder, zand,
sneeuw of ijs, mag u de wielen niet sneller
dan 30 mph (48 km/uur) of meer dan 30 se-
conden continu laten draaien zonder te stop-
pen.Raadpleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" in het hoofdstuk "In
geval van nood/pech" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge wielsnelheden kunnen de banden
beschadigen of lek raken. Er kan een band
exploderen, waardoor iemand gewond kan
raken. Laat de wielen van uw auto niet met
een hogere snelheid dan 48 km/u
(30 mph) of langer dan 30 seconden con-
tinu doorslippen. Zorg er ook voor dat er
geen personen aanwezig zijn in de nabij-
heid van een doorslippend wiel, ongeacht
de snelheid waarmee het wiel ronddraait.
Bandenslijtage-indicatoren
In de originele banden zijn bandenslijtage-
indicatoren aangebracht, die u helpen te be-
palen wanneer uw banden moeten worden
vervangen.
SERVICE EN ONDERHOUD
296
EXTERIEUR:
• Afdekking voorzijde • Raamspoilers • Gevormde spatschermen
• Velgen • Carterbeschermingsplaten • Trekhaken
• Buisvormige treeplanken • Trekhaakkap • Voorspoiler
INTERIEUR:
• Stoffen vloermatten • Katzkin lederen interieur • Bagagenet
• Vloermatten bestand tegen alle weersomstan-
digheden• Beenruimteverlichting • Kit voor glanzende pedalen
• Hondenrek • Gevormde opbergruimte • Beschermingen dorpellijsten
ELEKTRONICA:
• Remote start (starten op afstand) • Mopar Connect • Achteruitrijcamera
• Parkeersensoren
DRAGERS:
• Draagstangen • Dakkoffer • Fietsendrager voor montage op het dak
• Ski- en snowboarddrager voor montage op het
dak• Watersportdrager voor montage op het dak • Bagagemand en bagagenet voor montage op het
dak
Voor het volledige assortiment van originele
Jeep-accessoires van Mopar kunt u terecht
bij uw plaatselijke dealer.OPMERKING:
Onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar.
329
Motorkapontgrendeling............64
Motorkapsteun.................64
Motorolie,
aanbevelingen..........321, 322
controleren................282
peilstok..................282
viscositeit.............321, 322
vulhoeveelheid..........321, 322
waarschuwingslampje oliedruk.....84
Multifunctionele bedieningshendel....41
Navigatie...................360
Neerklapbare stoelen.............27
Noodgevallen,
opkrikken.............240, 293
sleepogen.................260
starten met startkabels.........250
vastgelopen voertuig vrijmaken. . . .255
waarschuwingsknipperlichten.....227
Octaangetal, benzine (brandstof).....314
onderhoud.................61, 64
Onderhoudsschema......262, 267, 272
Onderhoudsvrije accu............286
Onderhoud van de airconditioning. . . .287
Onderhoud van de velgen en banden . .302
Ondersteunende rijsystemen.......109Ontgrendeling, motorkap..........64
Ontwarringsprocedure,
veiligheidsgordel.............125
Ontwasemen..................56
Openen van de motorkap..........64
Opslag van het voertuig...........56
Oververhitting van de motor........253
ParkSense, parkeersensoren........202
ParkSense-systeem achter.........198
ParkSense-systeem, achter.....198, 200
ParkSense-systeem achter.........200
Passive Entry..................23
Peilstokken,
(motor)olie................282
Persoonlijk hoofdmenu.......332, 340
Phonebook (telefoonboek).........371
Portierontgrendeling met
afstandsbediening.............
15
Portierontgrendeling met
afstandsbediening,
extra sleutelhouders programmeren . .19
Portier open................82, 84
Premium alarmsysteem...........21
Quadra-Lift..................180Quadra-Trac.................175
Radiaalbanden................295
Radio,
voorkeurzenders.........334, 341
Radioschermen............331, 338
Ramen,
elektrisch bediend............57
Regeling afdaling..............105
Reinigen van glasoppervlakken......308
Reiniging,
wielen...................302
Rembekrachtiging...............98
Remregelsysteem, elektronisch.......97
Remsysteem.................284
Remsysteem,
handrem.................168
hoofdremcilinder............284
remvloeistofpeil controleren......284
waarschuwingslampje..........81
Remvloeistof.............284, 327
Reservebanden.....241, 299, 300, 301
Richtingaanwijzers.....44, 92, 159, 230
Rotatie, banden...............304
Rugleuning bestuurdersstoel
kantelen...................27
Ruitensproeiers.............45, 283
403
Ruitensproeiers,
vloeistof..................283
Ruitensproeiers voorruit........45, 283
Ruitenwisserbladen.............287
Ruitenwissers, intervalschakeling.....45
Ruitenwisser/sproeier achterruit......47
Ruitenwissers, regensensor.........46
Ruitenwissers vóór..............45
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .287
Ruitenwissersysteem met regensensor . .46
Ruitontdooier................158
Schakelen..................170
Schakelen,
automatische
versnellingsbak..........170, 172
Schakelflippers...............173
Schema, onderhoud......262, 267, 272
Schone benzine...............316
Schone brandstof..............316
Schoudergordels...............123
Selec-Terrain.................184
Sentry Key,
sleutel programmeren..........19
Sentry Key, vervangen..........15, 19
Servicehulp..................384
Siri.......................380Sleepogen..................258
Slepen.................215, 256
Slepen,
handleiding............215, 217
trekgewicht............215, 217
voertuig met pech............256
vouwwagen of caravan.........221
Slepen, achter een camper........221
Slepen achter een camper.........221
Slepen van een voertuig met pech. . . .256
Sleutelhouder,
extra sleutelhouders programmeren . .19
het alarm inschakelen..........19
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................14
Sleutels,
vervangen...............15, 19
Sloten,
kindersloten................26
Sneeuwkettingen.............
.303
Snelheidsregeling,
Accel/Decel
(alleen ACC).......196
annuleren.................194
instellen.................194
voortzetten................194
Snelheidsregeling
(cruisecontrol).......193, 194, 195Spiegels....................38
Spraakbediening,
opdrachten................370
Spraakbedieningsopdracht........371
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............370, 371, 374
Stabilisatie-inrichting aanhanger
(TSC)....................104
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . .104
Stallen van het voertuig...........56
Starten.................161, 165
Starten,
automatische versnellingsbak.....166
knop.....................16
met afstandsbediening..........17
Starten en rijden..............161
Starten met startkabels..........250
Startprocedures............161, 165
Startprocedures (dieselmotoren).....165
Startsysteem met afstandsbediening . . .17
Steunen, hoofdsteun.............33
Stoelen..................27, 31
Stoelen,
gekoeld...................32
hoofdsteunen...............33
instaphulp.................30
kantelen..................27
INDEX
404