SERVICE EN ONDERHOUD
278
Aanbevelingen over 'rouleren' van banden
De voorbanden en de achterbanden van uw
voertuig werken onder verschillende belas-
tingen en vervullen verschillende stuur-,
stabiliteits- en remfuncties. Hierdoor slijten
de voor- en achterbanden onevenredig.
Dit effect kunt u verminderen door de
banden onderling te rouleren. De voordelen
van rouleren zijn het grootst bij grove
profielen, zoals het profiel van terrein -
banden. Rouleren zorgt voor een langere
levensduur van de banden en geeft langere
tijd goede grip in modder, sneeuw en op een
nat wegdek. Bovendien draagt rouleren bij
aan de rijeigenschappen. Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhouds
-
schema" voor de juiste onderhoudsinter -
vallen. De oorzaken van snelle of ongewone
slijtage moeten verholpen worden voordat u
de banden rouleert.
De aanbevolen roulatiemethode voor voor -
wielaandrijving (FWD) is kruislings naar
voren, zoals in de volgende afbeelding is
weergegeven. Dit roulatiepatroon geldt niet
voor bepaalde richtinggebonden banden,
waarvan de draairichting niet mag worden
omgedraaid.
Banden rouleren (kruislings naar voren)
De aanbevolen roulatiemethode voor vier -
wielaandrijving (4WD) is kruislings naar
achteren, zoals in de volgende afbeelding is
weergegeven. Banden rouleren (kruislings naar achteren)
HET VOERTUIG STALLEN
Als het voertuig langer dan een maand stil
moet blijven staan, neem dan de volgende
veiligheidsmaatregelen in acht:
Houd u aan de instructies van de fabri
-
kant van de sneeuwketting voor de juiste
wijze van installatie, de rijsnelheid en de
gebruiksvoorwaarden. Houd u aan de
rijsnelheid die de fabrikant van de
sneeuwkettingen aanbeveelt, mits deze
lager is dan 48 km/u (30 mph).
Gebruik geen sneeuwkettingen op een
compact reservewiel.
LET OP! (Vervolgd)
LET OP!
Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden
van hetzelfde type zijn en dezelfde maat
en omtrek hebben. Een verschil in
bandenmaat kan schade aan de
verdeelbak veroorzaken. Het schema voor
rouleren van de banden moet worden
aangehouden, om gelijkmatige
bandenslijtage te waarborgen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 278