121
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 122
TE LAAG REMVLOEIST OFNIVEAU ............................... 122
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 122
STORING AIRBAG SYSTEEM ............................................ 123
TE HOGE KOELVLOEIST OFTEMPERATUUR ............. 123
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE OP GELADEN ........................................... 124
TE LAGE MOTOROLIEDRUK -
OLIEKWALITEIT O NVOLDOENDE .............................. 124
STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING “D UALDRIVE” ................... 125
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN .......................... 125
MINIMUM MOTO ROLIEPEIL ........................................... 125
STORING EBD ..................................................................... 125
STORING INSPUITSYSTEEM
(Multijet-uitvoeringen) ......................................................... 126
STORING MOTORMANAGEMENTSYSTEEM (EOBD) (benzine-uitvoe ringen) ....................................... 126
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UI TGESCHAKELD ......... 127
STORING ABS ..................................................................... 127
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 127
NIET OMGELEGDE V EILIGHEIDSGORDEL ................127
VOORGLOEI-INSTALLATIE ............................................. 128
STORING VOOR GLOEI-INSTALLAT IE ........................128WATER IN BRAN
DSTOFFILTER .................................... 128
STORING ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING – FIAT CODE ............................. 129
DEFECTE BUITENVE RLICHTING .................................. 129
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 129
ALGEMENE STORINGSMELDING ................................. 129
DPF (Multijet-uitvoeringen) ................................................ 130
STORING ESP ....................................................................... 130
VERSLETEN RE MBLOKKEN ............................................. 130
STORING HILL HOLDER ................................................. 130
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 131
FOLLOW ME HO ME .......................................................... 131
MISTLAMPEN V
OOR ......................................................... 131
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 131
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 131
INSCHAKELING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING “D UALDRIVE” ................... 131
GROOTLICHT ..................................................................... 131
KANS OP GLADHEID ....................................................... 132
BEPERKTE ACT IERADIUS ................................................ 132
ASR-SYSTEEM .......................................................................\
132
SNELHEIDSLIMIET OV ERSCHREDEN ........................... 132
L
L
A
A
M
M
P
P
J
J
E
E
S
S
E
E
N
N
B
B
E
E
R
R
I
I
C
C
H
H
T
T
E
E
N
N
121-132 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 14.55 Pagina 121
123
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
¬Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE!
Een defect lampje ¬(lamp-
je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje voor de
uitgeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde
“langer dan de nor-
male 4 seconden knippert.
ATTENTIE!
TE HOGE KOELVLOEI -
STOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
❒ bij normale rij-omstandigheden :
breng de auto tot stilstand, zet de mo-
tor af en controleer of het koelvloei-
stofniveau in het reservoir zich onder
het MIN-teken bevindt. Als dit het ge-
val is, wacht dan tot de motor is afge-
koeld, draai vervolgens langzaam en
voorzichtig de dop open, vul koelvloei-
stof bij en controleer of het peil zich tus-
sen het MIN- en MAX-teken op het re-
servoir bevindt. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na
het starten het lampje opnieuw gaat
branden, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
ç
121-132 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 14.55 Pagina 123
127
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
ç
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er nog onge-
veer 7 liter brandstof aanwezig is.
BELANGRIJK Als het waarschuwings-
lampje knippert, dan is er een storing in het
systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren. STORING ABS
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u zo
snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
>“
AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje
“brandt als de frontairbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje
“ongeveer 4 se-
conden branden en vervolgens 4 seconden
knipperen. Hierna moet het lampje doven.
Het lampje
“geeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬aan. Dit wordt aange-
geven door het langer knipperen van
het lampje
“dan de normale 4 se-
conden. In dat geval kan het lampje
¬geen storingen in de airbag-/gor-
delspannersystemen aangeven. Voor-
dat u verder rijdt, dient u contact op
te nemen met het Fiat Servicenet-
werk om het systeem direct te laten
controleren.
ATTENTIE!
NIET OMGELEGDE
VEILIGHEIDSGORDEL
(rood)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
continu branden als bij stilstaande auto de
veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet
goed is omgelegd. Als de auto rijdt en de
veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel
is niet goed omgelegd, dan gaat het lampje
knipperen. Het akoestische signaal (zoe-
mer) van het SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) kan permanent worden uitge-
schakeld door het Fiat Servicenetwerk.
<
121-132 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 14.55 Pagina 127
153
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
NOODGE- VALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMEEN
Het elektrische systeem wordt door ze-
keringen beveiligd: de zekering brandt
door bij een storing of bij oneigenlijk
gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
controleer dan eerst of de zekering niet
is doorgebrand: de verbindingsstrip
A-fig. 34 mag niet onderbroken zijn. Is dit
wel het geval, dan moet u de zekering ver-
vangen door een exemplaar met dezelf-
de stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat fig. 34
C zekering met doorgebrande strip
fig. 34.
fig. 34F0M0236m
Vervang een zekering nooit
door een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
ATTENTIE!
Vervang een defecte zekering
nooit door ander materiaal.
Als een hoofdzekering (ME-
GA-FUSE, MIDI-FUSE, MAXI-
FUSE) doorbrandt, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Controleer, voordat u een
zekering vervangt, of de con-
tactsleutel uit het contactslot is ge-
nomen en alle stroomgebruikers uit
staan en/of zijn uitgeschakeld.
ATTENTIE!
Als een zekering van de vei-
ligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), de aandrijving
van de auto (motormanagementsy-
steem, regelsysteem van de versnel-
lingsbak) of de stuurinrichting door-
brandt, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk.
ATTENTIE!
133-164 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 153
208
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
– grootlichtsignaal ............................ 47
– lamp vervangen ............................. 148
Grootlichtsignaal ................................. 47
Handmatige klimaatregeling ............ 41
Handrem .............................................. 114
Het voertuig slepen ........................... 163
Hill Holdersysteem ............................ 74
Hoedenplank verwij deren ................ 67
Hoofdsteune n ...................................... 34
Hydraulic Brake Assist ........................ 74
Identificatiegegevens .......................... 186
Imperiaal/skidrager ............................. 69
Installatie trekhaak ............................. 117
Instapverlichting .................................. 51
Instrumenten ....................................... 14
Instrumentenpaneel ........................... 13
Interieur ................................................. 184
Interieuruitrusting .............................. 56
Kentekenverlichting .......................... 151
Kinderen veilig vervoeren ................ 97
Kinderslot ............................................ 62
Kinderzitjes (geschiktheid voor gebruik) ....100-102
– “Universeel Isofix” kinderzitje ...................................... 101 Koplampen ........................................... 70
– koplampafstelling .......................... 70
– Koplampafstelling in het buitenland ...................................... 71
– luchtbundel af stellen .................... 70
Koppeling ............................................. 190
Krachtbegrenzers ............................... 94
Krik ......................................................... 137
Lak ........................................................ 182
Lamp (vervangen) – algemene informatie .................... 145
– typen lampen .................................. 146
Lampjes en be richten ......................... 121
Langdurige st ilstand ............................ 120
Luchtfilter ............................................. 177
Luchtroosters interieur ..................... 38
Mechanical Brake Assist................... 72
Milieubescherming .............................. 89
Mistachterlichten – bedieningsknop ............................. 52
– lamp vervangen ............................. 150
Mistlampen – bedieningsknop ............................. 53
– lamp vervangen ............................. 149
Motor .................................................... 189
– code ................................................ 187
Dashboardkastjes
............................... 56
Dead lock (s ysteem) .......................... 61
Derde remlicht ................................... 151
Digitaal di splay ..................................... 16
Dimlicht – bediening ........................................ 47
– lamp vervangen ............................. 148
Displayfuncti es .................................... 24
Een wiel vervangen ........................... 135
Elektrische ruitb ediening ................... 63
EOBD (systeem) ................................. 76
ESP (systeem) ....................................... 73
Fiat CODE systeem .......................... 6
Fix&Go autom atic .............................. 140
Follow Me Home (systee m) ............. 48
Frontairbags ......................................... 103
GGebruik van de handgeschakelde
versnellingsbak .................................. 114
Gegevensplaatjes – carrosserielak ................................ 187
– identificatiegegevens .................... 186
Gereedschapskit .................................. 136
Gewichten ............................................ 197
Gordelspanners .................................. 94
Grootlicht – bediening ........................................ 47
207-210 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:40 Pagina 208
210
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Stuurwielafstelling ............................... 35
Symbolen .............................................. 6
Tanken ................................................. 88
Technische gegev ens .......................... 185
Toerentelle r ........................................ 14
Topsnelheden ...................................... 195
Transmissie .......................................... 190
Trip computer ..................................... 30
Uitschuifbare stuurkolommen
– type ................................................. 189
Veiligheid ........................................91
Veiligheidsgordels – algemene waarschuwingen ......... 95
– gebruik ............................................ 92
– krachtbegrenzers .......................... 94
– onderhoud ..................................... 96
Velgbescherming (banden) ............... 193
Velgen – verklaring ve lgcodering ............... 193
Ventilatie interieur ............................. 37 Verbruik
– brandstof ........................................ 202
– motorolie ....................................... 174
Versnellingsbak – gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak .............................. 114
Verwarming en ve ntilatie .................. 37
Verwarmings-/ventilatiesystee m ...... 37
Vloeistoffen en sm eermiddelen ....... 200
Vloeistofniveau ruitensproeier/ achterruitsproeier ............................. 176
Wielen
– reservewiel .................................... 192
– vervangen ....................................... 135
– wieluitlijning ................................... 192
Wielophanging ...................................... 191
Wieluitlijning ......................................... 194
Winterbanden ..................................... 194
Wisserbladen voorruit/achterruitwissers .............. 181
Zekeringen (verva ngen) ................... 153
Zijairbags .............................................. 106
Zonnekleppen....................................... 59
Sleutel zonder afstandsbediening .... 10
Sleutels .................................................. 8
Sneeuwkettingen
................................. 119
Snelheidsmeter .................................... 14
Stads-/achterlichten – bediening ........................................ 47
– lamp achter vervangen ................ 149
– lamp voor ve rvangen ................... 147
Start&Stop sy steem ............................ 79
Starten en rijden ................................. 109
Stilstand ................................................ 120
Stoelen – inklappen (achterbank) ................ 33
– reinigen ........................................... 184
– verstellen ........................................ 32
Stoelverste lling .................................... 32
Stopcontact .......................................... 59
Stuurbekrachtiging ..........................54-77
Stuurinrichting ...................................... 191
Stuurslot ............................................... 12
Stuurwiel (afstelling) ........................... 35
Fiat Group Automobiles S.p.A. - Parts&Services - Technical Services - Se\
rvice Engineering - Largo Senatore G. Agnelli, 3 - 1004 0 Volvera - Torino (Italia)
Druknummer 603.99.506NL – 05/2014 – 1 editie
207-210 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:40 Pagina 210