Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
Knop Functies Modus
Ontsteking Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
Instellingen Knop kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies, zoals: Tijdsweergave,
Kompas (waar aanwezig), buitentemperatuur, Radio, Media en
Uconnect™ LIVE
-services, waar aanwezig.Knop kort indrukken
TELEFOON Weergave telefoongegevens Knop kort indrukken
TRIP
(Uconnect™ 5" LIVE-
versies)Toegang tot het Trip menu Knop kort indrukken
NAV
(Uconnect™ 5" Nav
LIVE-versies)Toegang tot het Navigatiemenu Knop kort indrukken
MEDIA
Bronselectie: USB,
Bluetooth®Knop kort indrukken
RADIO Toegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
198
MULTIMEDIA
Overzichtstabel bedieningselementen op het stuurwiel
Tekst Bediening (drukken/draaien)
Inkomend gesprek aannemen;
Een tweede inkomend telefoongesprek aannemen en het lopende telefoongesprek in de wacht
zetten;
De lijst met de laatste 10 oproepen op het instrumentenpaneel (als het bladeren door oproepen
geactiveerd is en een telefoon is gekoppeld)
Inkomend gesprek weigeren;
Lopend gesprek beëindigen;
Het display verlaten op het instrumentenpaneel van de laatste oproepen (alleen met het
bladeren door oproepen actief)
Uitschakelen/opnieuw inschakelen van de microfoon tijdens een telefoongesprek;
Inschakelen/uitschakelen van de Pauze van de bron USB,Bluetooth®;
Inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/-
Kort indrukken: volume stapsgewijs verhogen/verlagen;
Ingedrukt houden: volume continu verhogen/verlagen tot de toets wordt losgelaten
Spraakherkenning inschakelen;
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven;
Spraakherkenning onderbreken
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt
losgelaten
Kort indrukken (USB,Bluetooth®-modus): selectie van vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (USB,Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de toets wordt
losgelaten
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep (alleen met bladeren door
oproepen actief)
200
MULTIMEDIA
Systeem in-/
uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radiomodus
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiozendeers;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Door middel van het menu "Audio"
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Equalizer" (waar aanwezig);
“Balance” (audiobalans links/rechts);
"Volume / Snelheid" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"
Druk op de toets
/ Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
Media-modus
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB ofBluetooth®.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk
niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde Media-modus, de
knoppen
/kort indrukken om
het vorige/volgende nummer af te
spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel achteruit/vooruit te spoelen.
OPMERKING Het toetsenbord is niet
beschikbaar voor talen met speciale
tekens (bijv. Grieks) die niet door het
systeem worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de
“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld. Controleer
de compatibiliteit van het toestel als het
niet afgespeeld wordt door
Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
201
Bluetooth® bron
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media"-bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de telefoontoets op het voorpaneel
en door "Instellingen" te selecteren of
door, vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
OPMERKING Wanneer het naam-
apparaat gewijzigd wordt in de
Bluetooth®-instellingen van de tele-
foon (indien aanwezig), kan de radio het
nummer dat afgespeeld wordt wijzigen
als het apparaat na deBluetooth®-
verbinding via USB wordt aangesloten.Telefoonmodus
Activering telefoonmodus
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
202
MULTIMEDIA
OPMERKING Ga, om de lijst met
mobiele telefoons en ondersteunde
functies te raadplegen, naar de website
www.driveuconnect.eu
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™-apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling" te
drukken: druk op de knop "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele telefoon);
selectie van “Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
drukken op de knop "Opn. bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt
ondersteund door de telefoon, wordt
de bijbehorende grafische toets
uitgeschakeld (wordt grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon
zijn ontvangen door op de grafische
toets
te drukken (in het overzicht
worden maximaal 60 ontvangen
berichten weergegeven).
203
OPMERKING Bij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
SMS-berichtopties
Er zijn standaard tekstberichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die
als antwoord op een ontvangen bericht
of als nieuw bericht verzonden kunnen
worden:
Ja.
Nr.
OK.
Ik kan nu niet praten.
Bel me.
Ik bel je straks.
Ik ben onderweg.
Bedankt.
Ik kom te laat.
Zit vast in verkeer.
Begin maar vast.
Waar ben je?
Ben je er al?
Ik heb uitleg nodig.
Ik ben de weg kwijt.
Tot straks.
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten later.
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten.
* Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan.
OPMERKING Zie het betreffende
gedeelte voor informatie over
het versturen van een tekstbericht met
spraakopdrachten.
APPS-modus
Druk op knop APPS op het voorpaneel
om de volgende werkinstellingen weer
te geven:
Buitentemperatuur
Klok
Kompas (alleen NAV-versies)
Trip (voor bepaalde versies/markten,
waar voorzien)
Uconnect™ LIVEUconnect™
LIVE-Services
Druk op de APPS-toets om het menu
met alle applicatiefuncties van het
systeem te openen, zoals: Trip
computer (indien aanwezig),
Instellingen, Kompas (voor bepaalde
versies/markten),Uconnect™
LIVE-applicaties.
Als een pictogram vanUconnect™
LIVEaanwezig is, dan is het systeem
voorbereid voor de aangesloten
services en kunnen de toepassingen
direct worden gebruikt vanaf de radio
voor een efficiënter en geavanceerd
gebruik van het voertuig. De
applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en de
markt.
Om deUconnect™ LIVE-services te
kunnen gebruiken, moet u:
deUconnect™ LIVE-app van de
"Apple Store" of "Google Play" op
uw compatibele smartphone
downloaden. Zorg er daarbij voor dat
de gegevensverbinding is ingeschakeld;
deUconnect™ LIVE-app
gebruiken om u te registreren op de
website www.driveuconnect.eu of
www.fiat.it;
deUconnect™ LIVE-app op de
smartphone starten en uw gegevens
invoeren.
204
MULTIMEDIA
Ga voor nadere informatie over de
services die op uw markt beschikbaar
zijn, naar de website
www.driveuconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™ LIVE-app
hebt gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u deBluetooth®-
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven
in de paragraaf "Mobiele telefoon kop-
pelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™LIVE-services in uw auto.
De lijst van ondersteunde mobiele
telefoons is beschikbaar op
www.driveuconnect.eu.
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™ LIVEop de radio.
Wanneer de activering is afgerond,
wordt de gebruiker hiervan op de
hoogte gebracht met een bericht. Als
een persoonlijk profiel nodig is voor
de services, kunnen uw accounts
worden aangesloten via de
Uconnect™ LIVE-app, of in uw
persoonlijke zone op
www.driveuconnect.eu.Gebruiker niet aangesloten
Als de gebruiker de mobiele telefoon
niet met hetBluetooth®-systeem kop-
pelt, dan toont het radiomenu bij het
drukken op de knopUconnect™ LIVE
uitgeschakelde pictogrammen, met
uitzondering vaneco:Drive™.
Raadpleeg voor meer informatie over
deeco:Drive™functies het
betreffende hoofdstuk.
Instellingen van de Uconnect™
services die via de autoradio
beheerd kunnen worden
Het gedeelte "Instellingen" kan worden
geopend via hetUconnect™
LIVE-radiomenu door te drukken op
het pictogram
. In deze sectie kan
de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.
Systemen updaten
Als een update voor hetUconnect™
LIVE-systeem beschikbaar is, terwijl de
Uconnect™-services worden gebruikt,
dan wordt u hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.Voor de update moet de nieuwe versie
van de beheersoftware van
Uconnect™ LIVE-services worden
gedownload. De update wordt
uitgevoerd met behulp van de
gegevensverbinding van de gekoppelde
smartphone. De gebruiker wordt op
de hoogte gebracht van de
gegenereerde verkeershoeveelheid.
DE Uconnect™ LIVE-APP
DeUconnect™ LIVE-app moet op uw
smartphone worden geïnstalleerd om
de verbonden services vanuit uw auto
te kunnen openen. Dit kan worden
gebruikt om uw profiel te beheren en
uwUconnect™ LIVEervaring aan
te passen.
De App kan worden gedownload via de
"App Store" of "Google Play".
Om veiligheidsredenen kan de App niet
worden geopend wanneer de telefoon
is geregistreerd met de autoradio.
Persoonlijke gegevens (e-mail en
wachtwoord) zijn vereist om toegang te
krijgen tot deUconnect™ LIVE-
radioservices, daarom is uw
persoonlijke account beveiligd en kan
deze alleen worden geopend door
de echte gebruiker.
205
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Lichten (waar aanwezig);
Portieren+Vergrendeling;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon /Bluetooth®;
Instelling SiriusXM (waar aanwezig);
Configuratie radio;
Instellingen Resetten;
Persoonlijke gegevens wissen.
Navigatie (alleen
Uconnect™ 5" Nav LIVE)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Druk op de knop "Nav" om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
tik op het scherm om het
Hoofdmenu te openen;
tik op "Navigeer naar" of "Rijd naar";
tik op "Adres"; U kunt de land- of
provincie-instelling wijzigen door de
vlag aan te raken voordat u een stad
selecteert;
voer de naam of de postcode van
de plaats in. Tijdens het typen worden
plaatsen met vergelijkbare namen in
de lijst weergegeven;
voer de straatnaam in. Tijdens het
typen worden straten met vergelijkbare
namen in de lijst weergegeven. Zodra
de juiste straatnaam in de lijst
verschijnt, tikt u op de naam om de
bestemming te selecteren;
voer het huisnummer in en tik op
"Ok";
als de optie "Toon locatievoorbeeld"
in het menu Geavanceerde instellingen
is ingeschakeld, wordt uw positie op
de kaart weergegeven. Tik op
"Selecteer" om door te gaan of op
"Terug" om een ander adres in te
voeren;
wanneer de nieuwe route wordt
weergegeven, tikt u op "OK". Voor
meer informatie over de route tikt u op
"Details". Als u uw route wilt wijzigen,
bijvoorbeeld als u via een bepaalde
locatie wilt reizen of een nieuwe
bestemming wilt selecteren, tik dan op
“Wijzig route”.
U wordt dan naar uw bestemming
geleid aan de hand van gesproken
instructies en aanwijzingen op het
scherm.OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als
er gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
De kaart updaten
Er zijn twee manieren om een
kaartupdate te downloaden:
Garantie meest recente kaarten: als
er een nieuwe kaart beschikbaar komt
binnen 90 dagen na het eerste gebruik,
kan deze eenmaal gratis gedownload
worden.
Update van kaart: u kunt een nieuwe
versie van de op uw systeem
geïnstalleerde kaart aanschaffen.
Om de beschikbaarheid te controleren
of een kaart aan te schaffen, ervoor
zorgen dat u een USB-apparaat heeft
voorbereid en TomTom HOME op
uw computer heeft geïnstalleerd.
Een USB-apparaat voorbereiden
Om de kaart te updaten moet u een
USB-apparaat gebruiken dat voldoet
aan de volgende vereisten.
Idealiter moet het USB-apparaat
leeg zijn.
Het USB-apparaat moet minstens
8 GB vrij geheugen hebben.
208
MULTIMEDIA