OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
1–Netvoeding aan/uit Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2–
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
3–
CD uitwerpen Knop kort indrukken
4CD-sleuf –
5–
Display aan/uit Knop kort indrukken
6–
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
7 –BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
8 - APPSToegang op aanvullende functies: Tijdweergave,
trip-computer, kompas, buitentemperatuur, instellingen,
Uconnect
™LIVE-services (waar aanwezig)Knop kort indrukken
9 – TELEFOONToegang tot de Telefoonmodus Knop kort indrukken
10 – INSTELLINGEN
(*)Toegang tot het menu met hoofdinstellingen Knop kort indrukken
10–NAV
(**)Toegang tot het Navigatiemenu Knop kort indrukken
11 – MEDIA
Bronselectie: CD, USB/iPod, AUX,
Bluetooth®Knop kort indrukken
12 –RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
(*) Versies metUconnect™5" Radio LIVE / (**) Versies metUconnect™5" Radio Nav LIVE
192
MULTIMEDIA
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL
Knop Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Spraakherkenning inschakelen voor de Telefoonfunctie
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
Inschakelen/uitschakelen van de Pauzefunctie voor CD, USB/iPod,Bluetooth®bronnen
Inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/-Regelen van het geluidsvolume: handsfree, tekstberichtenlezer, spraakberichten en muziekbronnen
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
Kort indrukken (CD, USB/iPod,Bluetooth®modus): selectie van vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (CD, USB/iPod,Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de knop wordt
losgelaten
194
MULTIMEDIA
ingedrukt om snel door de lijst van
stations te lopen.
De knop "Browse" wordt gebruikt om
het volgende te tonen:
de lijst van alle DAB-stations;
de lijst van de stations gefilterd op
"Genres";
de lijst van de stations gefilterd op
"Ensembles" (broadcastgroep).
Instelling van de voorkeuzes
De voorkeuzes zijn bij alle systeemmodi
beschikbaar en worden geactiveerd door
een van de voorkeuzetoetsen op het
bovenste gedeelte van het display aan te
raken.
Als op een radiostation is afgestemd dat
opgeslagen moet worden, druk dan op de
betreffende voorkeuzetoets en houd
deze ingedrukt totdat ter bevestiging
een geluidssignaal wordt afgegeven.
Het systeem kan maximaal
12 radiostations in elke modus opslaan:
er worden 3 radiostations in de bovenste
zone weergegeven.
Druk op de knop "Alle" op het display om
alle radiostations die in de gekozen
golfband zijn opgeslagen te tonen.
Audio
Druk op de knop APPS op het frontpaneel
om het menu "Audio" te openen, bladerdoor het menu, maak uw keuze en druk
vervolgens op de optie "Audio" op het
display.
Via het menu "Audio" kunnen de volgende
regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (waar aanwezig): om de
lage, gemiddelde en hoge tonen te
regelen;
"Balans / Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume / Snelheid" (uitgezonderd
versies met hifi-systeem) automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling;
"Loudness" (waar aanwezig): verbetert
de audiokwaliteit bij lage volumes;
"Auto-On Radio": de opties van radio
aan, radio uit of herstel de toestand toen
de contactsleutel de laatste keer naar
STOP werd gedraaid;
"Radio Off Delay"(Vertrag. uitsch.
radio): houdt de radio een bepaalde tijd
ingeschakeld nadat de contactsleutel
naar STOP is gedraaid.
MEDIA-MODUS
Druk op de knop "Bron" om de gewenste
audiobron onder de beschikbare bronnen
te selecteren: CD,
Bluetooth®, AUX,
USB/iPod
Nummer wijzigen (volgende/vorige)
Druk kort op de
knop of drukop
het stuurwiel of anders draai de
BROWSE ENTER-knop rechtsom om het
volgende nummer af te spelen. Druk kortop de knop
of drukop het wiel
of anders draai de BROWSE ENTER-knop
rechtsom om terug te gaan naar het begin
van het nummer of terug te gaan naar het
begin van het nummer of naar het begin
van het vorige nummer als deze minder
dan 8 seconden is afgespeeld.
Nummers snel vooruit-/terugspoelen
Houd de knop
ingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te spoelen
of de knop
om het nummer snel
achteruit te spoelen.
Nummer kiezen (Browse)
De keuzeopties hangen af van het
aangesloten apparaat of het ingebrachte
CD-type.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
OPMERKING: Enkele
Bluetooth®-
apparaten bieden geen mogelijkheid om
door alle nummers van alle categorieën
te bladeren.
OPMERKING: Gebruik de knop "ABC"
binnen elke lijst om naar de gewenste
letter in de lijst te springen. OPMERKING:
Deze knop kan voor bepaalde
Apple®-apparaten uitgeschakeld zijn.
Draai aan de knop BROWSE ENTER om
de gewenste optie te kiezen en druk
vervolgens op deze knop om de keuze te
bevestigen.
196
MULTIMEDIA
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
Weergave nummerinformatie
Druk op de knop "Info" om de informatie
over het beluisterde nummer weer te
geven, voor apparaten die deze functie
ondersteunen. Druk op knop "X" om het
scherm af te sluiten.
Willekeurige volgorde
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Shuffle" om nummers op CD,
USB/iPod
Bluetooth®in een willekeurige
volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de knop "Shuffle" om de
functie uit te schakelen.
Herhalen
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Herhaal" om de functie in te
schakelen.
Druk nogmaals op de knop "Herhaal" om
de functie uit te schakelen.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke sleuf
steken of drukken op de MEDIA-knop op
het voorpaneel. Als de CD al geplaatst is,
op de knop "Source" drukken en
vervolgens "CD" selecteren.
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat
het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct zalplaatsen (Op het display verschijnt het
symbool "CD"). Als er een CD wordt
ingebracht wanneer het systeem is
ingeschakeld, wordt de CD-functie
automatisch geselecteerd en begint het
systeem de muziekstukken af te spelen.
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om de
CD uit te werpen.
Belangrijke opmerkingen
Vuil, krassen of vervormingen op CD's
kunnen sprongen tijdens de weergave en
een slechte geluidskwaliteit veroorzaken.
Reinig elke CD grondig door
vingerafdrukken of stof met een zachte
doek te verwijderen. Houd CD's vast op
de buitenrand en reinig ze vanuit het
midden naar buiten toe; Gebruik nooit
chemische producten (bijv. antistatisch
middel, verdunner of sprays) voor het
reinigen, omdat deze schade kunnen
berokkenen aan het oppervlak van de
CD's. Berg na het luisteren de CD’s weer
op in hun doosjes om beschadiging te
voorkomen. Stel de CD’s niet langdurig
bloot aan direct zonlicht, hoge
temperaturen of vocht.
Bluetooth® BRON
EenBluetooth® apparaat koppelenschakel de functieBluetooth®in op het
apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media"-bron actief is, druk dan
op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth®Mediabron;druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBluetooth®
audio -apparaat.
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN. Kies "Ja" of "Nee" wanneer u
gevraagd wordt of u het
Bluetooth®
audio-apparaat als favoriet wilt instellen;
een audioapparaat kan ook gekoppeld
worden door op de APPS-knop te
drukken op het frontpaneel en dan
"Instellingen" en "Bluetooth" te
selecteren.
USB/iPod HOUDER
150)
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt ingebracht,
zullen de nummers die op het apparaat
aanwezig zijn afgespeeld worden.
AUX-BRON
151)
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het systeem
de aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze reeds op weergave is ingesteld.
Stel het volume in met de knop
op het
197
Toon kaart
Als u de kaart wilt weergeven, tikt u op
"View map"(Toon kaart) of "View
route"(Toon route) en vervolgens "Show
map of route"(Toon routekaart) in het
hoofdmenu.
Wanneer de kaart op het display
verschijnt, zijn de volgende opties
beschikbaar:
Schaalverdeling kaart
(linkerbovenhoek);
Verkeersinformatie: huidige
verkeersincidenten. Gebruik de knop
"Opties" om te selecteren of verkeersinfo
op de kaart wordt weergegeven. Wanneer
de verkeersinformatie op de kaart wordt
weergegeven, worden "Nuttige Plaatsen"
en "Mijn Plaatsen" niet weergegeven;
Knop "Opties";
Knop "Zoek": Tik op deze knop om te
zoeken naar specifieke adressen, "Mijn
Plaatsen" of "Nuttige Plaatsen";
Zoombalk: (rechteronderhoek):
verplaats de cursor om te
vergoten/verkleinen.
Instellingenmenu
Tik in het hoofdmenu op "Instellingen" om
toegang te krijgen tot het menu
"Instellingen". De volgende instellingen
zijn beschikbaar voor de kaart:
"2D/3D": biedt u de mogelijkheid om
de standaard kaartweergave (2D of 3D)
in te stellen;
"Geavanceerde instellingen": biedt u
de mogelijkheid om de volgende
geavanceerde instellingen te selecteren:
"Autosymbool": biedt u de
mogelijkheid om het autosymbool te
selecteren, die de huidige positie van het
voertuig weergeeft;
"Mijn plaatsen": biedt u de
mogelijkheid om "My places" toe te
voegen/te hernoemen of te verwijderen;
"GPS Status": biedt u de mogelijkheid
om de huidige status weer te geven van
de GPS-ontvangst op uw
navigatiesysteem;
"Thuislocatie": biedt u de mogelijkheid
om uw thuislocatie in te stellen of te
wijzigen;
"Toetsenbord": biedt u de mogelijkheid
om een toetsenbord te selecteren dat
beschikbaar moet zijn (een toetsenbord
is nodig voor het invoeren van namen en
adressen);
"Maak je eigen menu": biedt u de
mogelijkheid om maximaal 6 knoppen
aan uw eigen, aangepaste menu toe te
voegen;
"Beheer Nuttige Plaatsen": biedt u de
mogelijk om uw eigen POI-categorieën en
-locaties (POI = Nuttige plaats) te
beheren;
"Kaartkleuren": biedt u de mogelijkheid
om een weergavescherm van
kaartkleuren te selecteren (dag of nacht);
"Ik en mijn navigatie": biedt u de
mogelijkheid om technische informatie
weer te geven m.b.t. het systeem;
"Herstel fabrieksinstellingen": biedt u
de mogelijkheid om al uw persoonlijke
instellingen te verwijderen en de
standaardfabrieksinstellingen op uw
navigatiesysteem te herstellen;
"Routeplanning": biedt u de
mogelijkheid om in te stellen op welke
manier uw navigatiesysteem de routes
berekent die u plant;
"Veiligheidsinstellingen": biedt u de
mogelijk om de veiligheidsfuncties te
selecteren die u op uw navigatiesysteem
wilt gebruiken;
"Toon Nuttige Plaatsen op kaart": biedt
u de mogelijkheid om de soorten Nuttige
plaatsen te selecteren die u op de kaart
wilt weergeven;
"Statusbalk": biedt u de mogelijkheid
om te selecteren welke informatie u op
de statusbalk wilt zien:
"Kaarten": biedt u de mogelijk om de
kaart te selecteren die u wilt gebruiken
voor routeplanning en navigatie;
"Spraakbegeleiding inschakelen/
uitschakelen": biedt u de mogelijkheid om
tijdens de navigatie de spraakbegeleiding
in te schakelen (groene knop) of uit te
schakelen (rode knop);
"Meeteenheid": biedt u de
mogelijkheid om de eenheden in te
stellen die op uw navigatiesysteem
200
MULTIMEDIA
worden gebruikt voor functies (bijv.
routeplanning);
"Naar dag-/nachtkleuren
overschakelen": biedt u de mogelijkheid
om dag- of nachtweergave weer te geven;
"Steminstellingen" biedt u de
mogelijkheid om de soort gesproken
instructies en andere route-instructies in
te stellen die uw systeem voorleest;
"Start": biedt u de mogelijkheid om te
kiezen of het verzoek om instemming
met de verwerking van gegevens, al dan
niet elke keer als het systeem wordt
ingeschakeld, moet worden
weergegeven;
"Navigation updates": raak deze knop
aan als u een USB-apparaat wilt
voorbereiden voor het updaten van de
navigatiekaart.
"APPS"-MODUS
Druk op knop APPS op het frontpaneel
om de volgende werkinstellingen weer te
geven:
Buitentemperatuur
Trip Computer
Klok
Kompas (AlleenUconnect™5" Radio
Nav LIVE-versies)
Uconnect™ LIVE
Instellingen (AlleenUconnect™5"
Radio Nav LIVE-versies)
Uconnect™LIVE SERVICES
Druk op de APPS-knop om toegang tekrijgen tot deUconnect™LIVEapps.
De beschikbare services hangen af van de
configuratie van de auto en de markt.
Om deUconnect™LIVEservices te
gebruiken moet u deUconnect ™LIVE
app downloaden van Google Play of de
Apple Store en registreren met gebruik
van de APP of via de website
www.driveuconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Als u eenmaal bent gestart met
Uconnect™LIVEApp en uw referenties
heeft ingevoerd om toegang te krijgen
totUconnect™ LIVEservices in uw
voertuig moet u de
Bluetooth®koppelen
tussen uw smartphone en het systeem.
Wanneer het registreren is voltooid, zijn
de aangesloten services beschikbaar
door te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop het systeem.
Voordat u de aangesloten services kunt
gebruiken, moet u eerst de
Bluetooth®
koppeling uitvoeren, daarna de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies op te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVEapp.
Instellingen van de Uconnect™ LIVE
services die via de autoradio kunnen
worden beheerd
Uit het speciale radiomenu voor
Uconnect™LIVE serviceskunt u toegang
krijgen tot de sectie "Instellingen" methet pictogram
In deze sectie kunt u de
systeemopties controleren en deze
wijzigen naar uw eigen voorkeur.
Systeemupdates
Als een update voor hetUconnect™LIVE
systeem beschikbaar is terwijl de
Uconnect™LIVEservices worden
gebruikt, dan wordt de bestuurder
hiervan op de hoogte gebracht via een
bericht op het display.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het voertuig
De Efficient Drive (waar aanwezig) en
my:Car-applicaties zijn ontwikkeld om de
rijervaring van de klant te verbeteren, en
daarom zijn ze verkrijgbaar op alle
markten waar toegang tot de
Uconnect™LIVEservices mogelijk is.
Bij versies metUconnect™5" Radio Nav
LIVE maakt de toegang tot
Uconnect™LIVE-services het gebruik van
"Live"-services mogelijk.
Efficient Drive
(indien aanwezig)
Met de Efficient Drive-applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
201
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
Weergave van de Efficient Drive
(indien aanwezig)
Druk op de knop Efficient Drive om van
deze functie gebruik te maken.
Op het displayUconnect™, wordt een
scherm weergegeven met 4 indexen:
"Acceleratie", "Deceleratie", "Snelheid" en
"Schakelen". Deze indexen zijn grijs
totdat het systeem genoeg gegevens
heeft om de rijstijl te analyseren. Zodra
voldoende gegevens beschikbaar zijn,
nemen de indexen op basis van de
beoordeling 5 kleuren aan: donkergroen
(zeer goed), lichtgroen, geel, oranje en
rood (zeer slecht).
Bij langdurige inactiviteit geeft het
display het gemiddelde van de indexen
tot het moment weer ("Average index")
en zodra het voertuig opnieuw wordt
gestart, worden de indexen weer in kleur
en in realtime weergegeven.
my:Car
my:Car-applicatie biedt u de mogelijkheid
om de "toestand" van uw voertuig altijd
onder controle te houden.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de bestuurder informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car" om
van deze toepassing gebruik te maken.Op het display verschijnt een scherm met
de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om de
informatie (indien aanwezig) over de
storingen van het voertuig te tonen die
het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg hadden.
INSTELLINGEN
Druk op het voorpaneel op de knop
INSTELLINGEN (versies metUconnect™
5" Radio LIVE) of de APPS-knop en de
knop "Instellingen" (versies met
Uconnect™5" Radio Nav LIVE) op het
display, om het hoofdmenu "Instellingen"
weer te geven
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Display;
Spraak (waar aanwezig);
Meeteenheid (waar aanwezig);
Klok & Datum;
Veiligheid/Hulp (waar aanwezig);
Lichten (waar aanwezig);
Portieren & Vergrendelingen;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio;
Terug naar Stand.inst.;
Persoonl. gegevens wissen;
Apps herstellen;
DNA-berichten.
SPRAAKOPDRACHTEN
Spraakopdrachten gebruiken
De
knop activeert de "Telefoon"
spraakherkenningmodus, er is een "piep"
en het display toont een scherm met tips
dat de gebruiker uitnodigt een opdracht
uit te spreken.
Als de
knop wordt ingedrukt tijdens
een systeemspraakbericht, activeert dit
de “Radio/Media”
spraakherkenningsmodus die de radio
controleert en de USB/iPod/CD en
MP3 players.
Om er zeker van te zijn dat de
spraakopdrachten altijd door het
systeem herkend worden, wordt
geadviseerd de volgende tips te volgen:
spreek met een normaal stemvolume;
wacht altijd op de "piep"
(waarschuwingssignaal) alvorens te
spreken;
probeer indien mogelijk het geluid in
het inzittendencompartiment tot een
minimum te beperken. Het is ook
raadzaam om de ramen en het schuifdak
te sluiten (waar aanwezig).
voor een optimale werking wordt
geadviseerd de ramen en het schuifdak
(waar aanwezig) te sluiten om storingen
van buiten te voorkomen;
BELANGRIJK De spraakopdrachten
moeten altijd uitgesproken worden onder
veilige rijomstandigheden, in
202
MULTIMEDIA
overeenstemming met de voorschriften
die in het land waar u rijdt gelden en door
de mobiele telefoon op correcte wijze te
gebruiken.
Multiple choice
In sommige specifieke gevallen kan het
systeem niet op eenduidige wijze de
uitgesproken spraakopdracht bepalen en
vraagt om uit een maximum van vier
alternatieven te kiezen. Het systeem
stelt een genummerde lijst voor van de
beschikbare alternatieven en vraagt de
gebruiker het bijbehorende nummer te
noemen.
DIEFSTALBEVEILIGING
Het systeem is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
informatie-uitwisseling met de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) in het voertuig. Dit garandeert
maximale veiligheid en voorkomt dat elke
keer dat de stroomvoorziening uitvalt, de
geheime code opnieuw ingevoerd moet
worden. Als de controle een positieve
uitkomst heeft, begint het systeem te
werken.
Als de codes bij de vergelijking niet
overeenkomen of als de elektronische
regeleenheid (Body Computer) wordt
vervangen, dan zal het systeem de
gebruiker vragen om de geheime code inte voeren op de manier die in de volgende
paragraaf is beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, toont het display, als de
code wordt gevraagd, het opschrift
"Diefstalbeveiligingscode invoeren
a.u.b.", gevolgd door een scherm met een
toetsenbord waarmee de geheime code
kan worden ingevoerd.
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 1 t/m 9: druk voor het invoeren van
het eerste cijfer van de geheime code op
de betreffende knop op de display. Voer
de overige cijfers van de code op
dezelfde manier in. Na het vierde cijfer te
hebben ingevoerd, begint het systeem te
werken. Als er een verkeerde code is
ingevoerd, geeft het systeem "Code
verkeerd" weer om de gebruiker te laten
weten dat de juiste code ingevoerd moet
worden.
Na 3 mislukte invoerpogingen, verschijnt
op het display "Code verkeerd. Radio
geblokkeerd. 30 min. wachten
alstublieft" (de wachttijd wordt
weergegeven). Als dit opschrift is
verdwenen, kan de code opnieuw worden
ingevoerd.
Paspoort autoradio
Dit document is het eigendomsbewijs van
het systeem. In het paspoort van deautoradio staan het model, het
serienummer en de geheime code
aangegeven.
Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk,
neem uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto mee.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van het systeem de
betreffende informatie aan de bevoegde
instanties gegeven kan worden.
BELANGRIJK
150)Bij het plaatsen van een apparaat
(USB of iPod) in de USB-poort, controleren
of dit de bediening van de handrem niet
hindert.
BELANGRIJK
151)Bij het plaatsen van een apparaat in de
AUX-aansluiting, controleren of dit de
bediening van de handrem niet hindert.
203