141
LAMPJES EN MELDINGEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
Het branden van enkele lampjes/symbolen gaat gepaard
met een specifiek bericht en/of een akoestisch signaal.
Deze meldingen zijn beknopt en uit voorzorg en moeten
als een aanvulling worden gezien en niet als alternatief
voor de informatie in dit Instructieboek. Wij raden
u daarom aan dit Instructieboek goed door te lezen.
Houdt u bij een storing altijd aan de aanwijzingen die in
dit hoofdstuk beschreven worden.
BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het
instelbare multifunctionele display verschijnen, zijn
onderverdeeld in twee categorieën: ernstige storingen
en minder ernstige storingen.
De meldingen voor ernstige storingen worden langdurig
„cyclisch” herhaald.
De meldingen voor minder ernstige storingen worden
gedurende een kortere tijd „cyclisch” herhaald.
U kunt de weergavecyclus van beide categorieën
onderbreken door op de knop MENU ESC te drukken.
De lampjes op het instrumentenpaneel blijven branden,
totdat de oorzaak van de storing is verholpen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERLAMPJES EN MELDINGEN
Als het lampje xtijdens het rijden gaat
branden (er verschijnt ook een melding
op het display), stop dan onmiddellijk en wendt
u tot het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
TE LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU (rood)
AANGETROKKEN HANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het remvloeistofniveau in
het reservoir onder het minimum niveau is gedaald,
bijvoorbeeld door lekkage in het remsysteem.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
x
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handrem wordt
aangetrokken.
Als de auto in beweging is, hoort u bij enkele
uitvoeringen ook een akoestisch signaal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, controleer dan of de handrem niet is
aangetrokken.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 141
145
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje Ugaat niet
branden of het gaat branden of knipperen
tijdens het rijden (er verschijnt ook een melding
op het display), wendt u dan zo snel mogelijk
tot het Abarth Servicenetwerk. De werking van
het lampje Ukan met speciale apparatuur
door de verkeerspolitie gecontroleerd worden.
Houdt u aan de wetgeving van het land waarin
u rijdt.
ATTENTIE
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal minder diep
worden ingetrapt om het motortoerental te verlagen
totdat het lampje stopt met knipperen; u kunt met
matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandigheden
moeten worden vermeden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Wendt u zo
snel mogelijk tot het Abarth Servicenetwerk.TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden als de motor te warm
is. Als het lampje gaat branden, moeten de volgende
maatregelen worden genomen:
❒bij normale rij-omstandigheden: stop de auto, zet de
motor uit en controleer of het niveau van de
koelvloeistof in het reservoir onder het MIN-
merkteken staat. Als dat het geval is, wacht dan
enkele minuten zodat de motor kan afkoelen, open
vervolgens langzaam en voorzichtig de dop, vul
koelvloeistof bij en controleer of de koelvloeistof
tussen het MIN- en MAX-merkteken op het
reservoir staat. Controleer ook of er geen vloeistof
weglekt. Als bij het starten van de motor het lampje
opnieuw gaat branden, wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
❒Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden
wordt gebruikt (bijvoorbeeld het trekken van een
aanhanger bergopwaarts of met volbeladen auto):
verlaag de snelheid en zet, als het lampje blijft
branden, de auto stil. Wacht 2 tot 3 minuten met
draaiende motor en geef iets gas voor een snellere
circulatie van de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofniveau zoals
hiervoor beschreven.
ç
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 145
149
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERCONTROLEER BANDENSPANNING
(geel)
TE LAGE BANDENSPANNING (geel)
BANDENSPANNING NIET
AANGEPAST AAN SNELHEID
(geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Controle bandenspanning
Het symbool wordt op het display weergegeven om een
zachte band aan te geven. Als twee of meer banden te
zacht zijn, dan wordt achtereenvolgens iedere band
apart aangegeven.
In dat geval raden wij u aan om zo snel mogelijk de
juiste bandenspanning te herstellen (zie de paragraaf
„Bandenspanning in koude toestand” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”).
Te lage bandenspanning
Het symbool wordt op het display weergegeven als de
spanning van een of meer banden onder een bepaalde
drempelwaarde komt. Op deze manier waarschuwt het
TPMS-systeem de bestuurder op het mogelijk leeglopen
van de band(en) en dus op een mogelijke lekke band.
n
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere
zachte banden omdat de rijveiligheid van de auto in
gevaar kan worden gebracht. Stop de auto zonder
bruusk te remmen en vermijd heftige stuurbewegingen.
Repareer de band met de daarvoor bestemde set (zie de
paragraaf „Fix&Go Automatic, snelle bandenreparatieset”
in het hoofdstuk „Noodgevallen”) en wendt u zo snel
mogelijk tot het Abarth Servicenetwerk.
Bandenspanning niet aangepast aan snelheid
Wanneer constant harder dan 160 km/h wordt gereden,
moet de bandenspanning verhoogd worden naar de
waarde die is aangegeven in de paragraaf
„Bandenspanning”.
Als het TPMS-systeem signaleert dat de spanning van
een of meer banden niet is aangepast aan de snelheid
van de auto, wordt het symbool op het display
weergegeven en verschijnt een melding (zie de paragraaf
„Te lage bandenspanning” in dit hoofdstuk). Het
symbool blijft weergegeven, totdat de snelheid van de
auto weer onder de drempelwaarde komt.
BELANGRIJK Verlaag in dat geval onmiddellijk de
snelheid, omdat door te warme banden de prestaties en
de levensduur van de banden in gevaar kunnen worden
gebracht, en zelfs, in een beperkt aantal gevallen, tot een
klapband kunnen leiden.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 149
MOTOR STARTEN
NOODSTART
Als het lampje
Yop het instrumentenpaneel constant
blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
NOODGEVALLEN
In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en garantiehandleiding
vermeld staat. U kunt ook de site www.fiat.com raadplegen voor de dichtstbijzijnde vestiging van het Abarth
Servicenetwerk.
Laat deze procedure door gespecialiseerd
personeel uitvoeren. Onjuiste handelingen
kunnen leiden tot vonken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact
met de huid en de ogen. Kom ook niet dicht bij
een accu met open vuur of een brandende
sigaret en veroorzaak geen vonken.
ATTENTIE
BELANGRIJK Raadpleeg voor het starten van de auto
met een hulpaccu de paragraaf „Start&Stop-systeem” in
het hoofdstuk „Wegwijs in uw auto”.
fig. 126F0U187Ab
151
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN MET EEN HULPACCU fig. 126
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met
een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet
hebben als de lege accu. Het is raadzaam de accu door
het Abarth Servicenetwerk te laten controleren/
vervangen.
151-182 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:15 Pagina 151
156
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U133Abfig. 132
❒stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw
de bandenspanning fig. 132; vergeet niet de handrem
aan te trekken
Plaats de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats om
aan te geven dat de band behandeld is met de
snelle bandenreparatieset. Rijd voorzichtig
vooral in bochten. Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en remmen.
ATTENTIE
F0U132Abfig. 131
❒als het dan nog niet lukt om binnen 5 minuten na
inschakeling van de compressor de bandenspanning
op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet verder
worden gereden, omdat de band te erg beschadigd is
en de snelle bandenreparatieset de vereiste
wegligging niet kan garanderen; wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk;
❒als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de
paragraaf „Bandenspanning” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”), vertrek dan onmiddellijk;
151-182 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:15 Pagina 156
196
F0U175Abfig. 171
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bedenk dat ook de wegligging
afhankelijk is van een juiste
bandenspanning.
ATTENTIE
Door een te lage bandenspanning wordt
de band te heet, waardoor er
onherstelbare inwendige schade aan de band
kan ontstaan.
ATTENTIE
Verwissel de banden niet kruiselings,
waarbij de banden van de rechterzijde
aan de linkerzijde en omgekeerd worden
gemonteerd.
Voer bij lichtmetalen velgen geen
spuitwerkzaamheden uit die een temperatuur
vereisen boven 150 °C.
De mechanische eigenschappen van de wielen
kunnen hierdoor in gevaar worden gebracht.
ATTENTIE
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de
wangen en bulten of slijtplekken op het loopvlak.
Wendt u in dat geval tot het Abarth Servicenetwerk;
❒rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hierdoor
kunnen de wielen en de banden ernstig beschadigd
worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band en verwissel
het wiel om beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting te voorkomen;
❒banden verouderen, ook als zij weinig of nooit
gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op de
wangen geven aan dat de band verouderd is. Banden
die langer dan zes jaar onder een auto gemonteerd
zijn, moeten dan ook door een specialist worden
gecontroleerd. Dit geldt in het bijzonder voor het
reservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of banden, waarvan
de herkomst onbekend is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook het
ventiel vernieuwd worden;
❒om een gelijke slijtage van de banden op de vooras
en de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de
banden om de 10.000/15.000 km van as te
verwisselen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde
zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat een
omkering van de draairichting wordt voorkomen.
183-204 PUNTO Abarth NL 1ed.qxd 20-07-2012 11:53 Pagina 196
199
F0U179Abfig. 174F0U178Abfig. 175
Achterruit (achterruitsproeier) fig. 175
De sproeiermonden van de achterruitsproeier kunnen
niet worden afgesteld.
De sproeier is ingebouwd boven de achterruit. RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 174
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan
eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie de
paragraaf „Niveaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet
verstopt zijn. Deze kunnen zo nodig met een speld
worden doorgeprikt.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
183-204 PUNTO Abarth NL 1ed.qxd 20-07-2012 11:53 Pagina 199
202
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking
geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten
aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen
worden. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een
daarvoor geschikt schoonmaakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de
binnenzijde van de achterruit op dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruitverwarming niet
worden beschadigd. Veeg voorzichtig in de richting van
de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig
uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet direct op de
elektronische regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed beschermd
worden, om beschadiging van de ruitenwissermotor te
voorkomen. Laat deze werkzaamheden verzorgen door
een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte
moet de contactsleutel in stand STOP staan en de
motor koud zijn. Controleer na het reinigen of de
verschillende beschermingen (rubber kappen, deksels
enz.) nog op hun plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het
kunststof lampenglas van de koplampen geen
aromatische producten (bijv. benzine) of ketonen (bijv.
aceton).
Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van de interieurdelen van de auto. De
elektrostatische lading die tijdens het reinigen
door het wrijven ontstaat, kan brand
veroorzaken.
ATTENTIE
Bewaar nooit spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet worden blootgesteld aan temperaturen
boven 50 °C. In de zomer kan de temperatuur in
het interieur ver boven deze waarde oplopen.
ATTENTIE
183-204 PUNTO Abarth NL 1ed.qxd 20-07-2012 11:54 Pagina 202