44
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
D drukknop voor inschakelen functie MAX-DEF
(snelle ontdooiing/ontwaseming voorruit en zijruiten
voor)
E drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming
F drukknop voor inschakelen functie MONO
(gelijkstellen ingestelde temperaturen) en draaiknop
voor regelen temperatuur aan passagierszijde
G drukknop voor in-/uitschakelen airconditioning
H verhogen/verlagen aanjagersnelheid
I drukknoppen voor instelling luchtverdeling
L drukknop voor inschakelen functie AUTO
(automatische werking) en draaiknop voor regelen
temperatuur aan bestuurderszijde
M interieurtemperatuursensor
AIRCONDITIONING INSCHAKELEN
Het systeem kan op verschillende manieren worden
ingeschakeld, maar aangeraden wordt eerst de gewenste
temperaturen op het display in te stellen en daarna de
knop AUTO in te drukken.
Met de airconditioning kan de temperatuur voor de
bestuurder en de passagier apart worden ingesteld. Het
maximale temperatuurverschil is 7 °C.
De aircocompressor schakelt alleen in bij draaiende
motor en als de buitentemperatuur hoger is dan 4 °C.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
MET GESCHEIDEN REGELING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BESCHRIJVING
De auto is uitgerust met een airconditioning met
gescheiden luchttemperatuurregeling voor bestuurders-
en passagierszijde.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 35
A drukknop voor in-/uitschakelen aircocompressor
B drukknop voor in- en uitschakelen luchtrecirculatie
C display met informatie over klimaatregeling
fig. 35F0U035Ab
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 44
45
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
AUTOMATISCHE WERKING VAN
DE AIRCONDITIONING (functie AUTO)
Als u de knop AUTO indrukt, regelt het systeem
automatisch:
❒de hoeveelheid naar het interieur toegevoerde lucht;
❒de luchtverdeling in het interieur;
waarbij alle voorafgaande handmatige instellingen
worden opgeheven.
Tijdens de automatische werking van de airconditioning
verschijnt op het display de melding FULL AUTO.
Tijdens de automatische werking is het altijd mogelijk de
ingestelde temperaturen te veranderen en handmatig
een van de volgende handelingen uit te voeren:
❒regelen aanjagersnelheid;
❒instellen luchtverdeling;
❒in-/uitschakeling luchtrecirculatie;
❒inschakelen aircocompressor.REGELING AANJAGERSNELHEID
Druk op de knop
pvoor het verhogen/verlagen van de
aanjagersnelheid.
Er kunnen 12 snelheden worden gekozen die worden
weergegeven door de verlichte staafjes op het display:
❒maximum aanjagersnelheid = alle staafjes verlicht
❒minimum aanjagersnelheid = één staafje verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld (geen enkel
verlicht staafje), maar alleen als u de aircocompressor
hebt uitgeschakeld met de knop
❄.
Om de automatische regeling van de aanjagersnelheid
weer in te schakelen, na een handmatige instelling, moet
u de knop AUTO indrukken.
SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING
VAN DE VOORRUIT EN ZIJRUITEN VOOR
(functie MAX-DEF)
Druk op de knop
-voor de automatische inschakeling
(tijdgeschakeld) van alle functies die noodzakelijk zijn
voor het snel ontdooien/ontwasemen van de voorruit
en de zijruiten voor.
Bij lage buitentemperaturen raden wij
u aan om de recirculatiefunctie niet te
gebruiken, omdat hierdoor de ruiten sneller
kunnen beslaan.
ATTENTIE
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 45
47
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SYNCHRONISATIE VAN INGESTELDE
TEMPERATUREN (functie MONO)
Als u de knop MONO indrukt, wordt de temperatuur
aan bestuurders- en passagierszijde automatisch
gelijkgesteld.
Draai aan de knop AUTO of MONO voor het
verhogen/verlagen van de temperatuur aan beide zijden.
Als u de knop MONO opnieuw indrukt, wordt de
functie uitgeschakeld.
AIRCOCOMPRESSOR IN-/UITSCHAKELEN
Als u op de knop òdrukt, wordt de aircocompressor
ingeschakeld.
Inschakelen compressor
❒lampje op de knop òbrandt;
❒weergave van het symbool òop het display.
Uitschakelen compressor
❒lampje op de knop ògedoofd;
❒doven van het symbool òop het display;
❒uitschakeling luchtrecirculatie.
Bij uitgeschakelde aircocompressor kan de
luchttemperatuur in het interieur niet lager worden dan
de buitentemperatuur; in deze situatie knippert het
symbool òop het display.De uitschakeling van de aircocompressor blijft in het
geheugen opgeslagen, ook na het afzetten van de motor.
U kunt de aircocompressor weer inschakelen door
nogmaals de knop òof AUTO in te drukken: in dat
laatste geval worden de andere handmatig geselecteerde
instellingen opgeheven.
LUCHTVERDELING INSTELLEN
Als u een of meer knoppen Q/E/Zindrukt, dan kunt
u handmatig een van de 7 mogelijke verdelingen van de
lucht naar het interieur kiezen:
QLuchtstroom naar de luchtroosters van de
voorruit en de zijruiten voor voor
ontdooiing/ontwaseming van de ruiten.
ZLuchtstroom naar de luchtroosters van de
beenruimte voor en achter. Deze luchtverdeling
zorgt voor een snelle verwarming van het
interieur.
Q
ZELuchtstroom verdeeld over de luchtroosters
voor en achter, de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard, het
luchtrooster achter en de luchtroosters voor
ontwaseming/ontdooiing van de voorruit en
zijruiten voor.
ELuchtstroom naar de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard (lichaam
passagier).
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 47
48
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
QLuchtstroom verdeeld over de luchtroosters
Zin de beenruimte en de luchtroosters voor
ontwaseming/ontdooiing van de voorruit en
zijruiten voor. Deze luchtverdeling zorgt voor
een goede verwarming van het interieur en
voorkomt het eventuele beslaan van de ruiten.
ZELuchtstroom verdeeld over de luchtroosters in
de beenruimte (warmere lucht), de luchtroosters
in het midden en aan de zijkant van het
dashboard en het luchtrooster achter (koelere
lucht).
EQLuchtstroom verdeeld over de luchtroosters in
het midden en aan de zijkant van het dashboard,
het luchtrooster achter en de luchtroosters voor
het ontdooien/ontwasemen van de voorruit en
de zijruiten. Deze luchtverdeling zorgt voor een
goede ventilatie van het interieur en voorkomt
het eventuele beslaan van de ruiten.
BELANGRIJK Voor de werking van de airconditioning
moet minstens één knop van de luchtverdeling
Q/E/Zworden ingedrukt. Hierna kunnen de knoppen
van de luchtverdeling Q/E/Zniet meer worden
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Druk op de knop OFF om het systeem
weer in te schakelen: alle functies die waren opgeslagen
voor het uitzetten van de motor, worden opnieuw
ingesteld.
Voor het hervatten van de automatische werking van de
luchtverdeling na een handmatige instelling, moet de
knop AUTO worden ingedrukt.HULPVERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem zorgt voor een snellere verwarming van het
interieur bij koud weer en bij een lage temperatuur van
de koelvloeistof in de motor.
Onder bovengenoemde klimatologische omstandigheden
wordt het systeem automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart en de aanjager ten minste op de 1e
snelheid staat (één staafje verlicht).
De hulpverwarming schakelt automatisch uit als de
ingestelde temperatuur is bereikt.
BELANGRIJK De hulpverwarming wordt niet
ingeschakeld als de accu onvoldoende is opgeladen.
AIRCONDITIONING UITSCHAKELEN
Druk op de knop OFF.
Op het display verschijnen de volgende gegevens:
❒opschrift OFF;
❒weergave buitentemperatuur;
❒weergave ingeschakelde luchtrecirculatie (lampje op
de knop
Tbrandt).
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 48
49
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U036Abfig. 36
De dagverlichting is een alternatief voor
het dimlicht tijdens het rijden overdag.
Deze dagverlichting is in bepaalde landen
verplicht en waar niet verplicht, toegestaan.
De dagverlichting is geen vervanging voor het
dimlicht tijdens het rijden in tunnels of in het
donker. Het gebruik van de dagverlichting is
afhankelijk van de wettelijke voorschriften van
het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
ATTENTIE
BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting.
De verlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in
stand MAR staat. Als u de buitenverlichting inschakelt,
gaat ook de verlichting van het instrumentenpaneel en
van de bedieningsknoppen op het dashboard branden.
De standen van de draaiknop fig. 36 zijn:
ODagverlichting (D.R.L.)
6Dagverlichting (D.R.L.) en buitenverlichting
2Buitenverlichting en dimlichten
DAGVERLICHTING (DRL) fig. 36
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u met de sleutel in stand MAR de draaiknop
in stand
Ozet, wordt automatisch de dagverlichting
ingeschakeld; de andere lampen en de
interieurverlichting blijven uitgeschakeld.
DIMLICHT/BUITENVERLICHTING fig. 36
Draai met de contactsleutel in stand MAR, de draaiknop
in stand
2. Als het dimlicht wordt ingeschakeld,
schakelt de dagverlichting uit en schakelen de
buitenverlichting en het dimlicht in. Op het
instrumentenpaneel gaat het controlelampje
3branden. Draai met de contactsleutel in stand
STOP of met uitgenomen sleutel, de draaiknop
van stand
Oin stand 2; de buitenverlichting en de
kentekenplaatverlichting schakelen in. Op het
instrumentenpaneel gaat het controlelampje
3branden. De automatische inschakeling van de dagverlichting kan
worden in- of uitgeschakeld via het menu op het display
(zie de paragraaf „Instelbaar multifunctioneel display” in
dit hoofdstuk). Als de dagverlichting wordt
uitgeschakeld, dan wordt met de draaiknop in stand
Ogeen enkele verlichting ingeschakeld.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 49
51
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U038Abfig. 38
RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 38 kunt u de ruitenwissers/
-sproeiers en achterruitwisser/-sproeier bedienen.
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
De werking is alleen mogelijk als de contactsleutel in
stand MAR staat.
De draaiknop van de rechter hendel kan in vier standen
worden gezet:
Oruitenwissers uitgeschakeld;
≤wissen met interval;
≥langzaam continu wissen;
¥snel continu wissen.
In stand A (onvergrendelde stand) werken de
ruitenwissers, zolang u de hendel met de hand
in deze stand houdt. Als de hendel wordt bediend, gaat het controlelampje
3op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er
een melding op het display (zie het hoofdstuk „Lampjes
en meldingen”) gedurende de tijd dat de functie actief
blijft. Het lampje gaat branden als de hendel voor het
eerst bediend wordt en blijft branden totdat de functie
automatisch uitschakelt. Telkens als de hendel wordt
bediend, wordt alleen de inschakeltijd van de verlichting
verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur
getrokken.
MISTLAMPEN VOOR MET CORNERING
LIGHTS-FUNCTIE
Bij ingeschakeld dimlicht en bij een snelheid lager dan
40 km/h, wordt bij een grote stuuruitslag of bij
inschakeling van de richtingaanwijzers, een lamp
(ingebouwd in de mistlamp) aan de binnenzijde van
de bocht ingeschakeld om het zichtveld ‘s nachts te
vergroten. De werking kan worden in- of uitgeschakeld
via het menu op het display (zie de paragraaf „Functies
display” in dit hoofdstuk).
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 51
60
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt gestopt en de
motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrendelen;
❒de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
Als het systeem is ingeschakeld, verschijnt er een
melding op het display. Controleer de auto zorgvuldig
op brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de motorruimte,
onder de auto of in de nabijheid van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP
om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Als u na een ongeval een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, schakel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE
Portierontgrendeling bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstofnoodschakeling in
werking treedt, worden de portieren automatisch
ontgrendeld zodat het interieur van de auto van buitenaf
bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook de
plafondverlichting branden. U kunt de portieren echter
altijd van binnenuit openen met behulp van de daarvoor
bestemde bedieningshendels.
Brandstofnoodschakeling opnieuw inschakelen
Als u na het ongeval geen brandstoflekkage vindt en de
auto kan nog verder rijden, herstel dan de werking van
de brandstofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure.
Om de juiste werking van de auto te herstellen, moeten
de volgende handelingen worden uitgevoerd:
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 60
73
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn vergrendeld
en een van de voorportieren wordt van binnenuit
geopend met de handgreep, dan wordt het betreffende
portier ontgrendeld. Als een van de achterportieren van
binnenuit wordt geopend met de handgreep, dan wordt
de betreffende portier ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische voeding
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu enz.)
kunnen de portieren altijd met de hand worden
vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden alle portieren
automatisch vergrendeld als in het setup-menu deze
functie is ingeschakeld (zie de paragraaf „Instelbaar
multifunctioneel display” in dit hoofdstuk).
Als het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren op geen enkele
wijze van binnenuit worden geopend.
Controleer daarom, voordat u de auto verlaat,
of er geen personen meer aan boord zijn. Als de
batterij van de sleutel met afstandsbediening
leeg is, kan het systeem alleen worden
uitgeschakeld door de metalen baard van de
sleutel in beide portiersloten te steken en te
draaien, zoals hiervoor is beschreven.
ATTENTIE
DEAD LOCK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van:
❒de binnenhandgrepen;
❒ont-/vergrendelknop A-fig. 69;
hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit
worden geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij
het inslaan van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming
tegen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om
iedere keer als u de auto verlaat, het systeem in te
schakelen.
069-108 PUNTO Abarth NL 1ed.qxd 20-07-2012 11:46 Pagina 73