96) 97) 98) 99) 100) 101) 102) 103) 104) 105) 106)
107)
BELANGRIJK
91)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
airbag kunnen hinderen en tevens de
inzittenden ernstig kunnen verwonden.
92)Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met uw bovenlichaam
over het stuurwiel gebogen, maar zit
rechtop met uw rug stevig tegen de
rugleuning.93)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de passagiersstoel van
auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag dodelijk letsel van het kind tot gevolg
hebben. Daarom moet de passagiersairbag
altijd uitgeschakeld worden als een
kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste
passagiersstoel. Bovendien moet de
voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
94)Een storing van het lampje
wordt
aangegeven door weergave van het
symbool
op het display. In dat geval
kan het lampjeeen eventueel probleem
met het airbagsysteem misschien niet
aangeven. Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Abarth
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.95)Het
lampje van de airbag geeft de
status aan van de passagiersbescherming.
Als het lampje uit is, is de zijairbag van de
passagier actief: gebruik het
instellingenmenu om deze zijairbag uit te
schakelen (in dat geval gaat de led
branden). Wanneer de motor wordt gestart
(sleutel in stand MAR), brandt het
waarschuwingslampje gedurende ongeveer
8 seconden, als ten minste 5 seconden
na de vorige uitschakeling zijn verstreken.
Als dit niet het geval is, neem dan contact
op met het Abarth Servicenetwerk. Als
de motor binnen 5 seconden opnieuw
wordt in-/uitgeschakeld, kan het
waarschuwingslampje gedoofd blijven.
Controleer in dit geval de correcte werking
van het lampje, zet de motor af, wacht
minstens 5 seconden en start de motor
weer. Het controlelampje kan met
verschillende lichtsterkte branden,
afhankelijk van de voertuigcondities. De
lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde
sleutelcyclus variëren.
96)Als, wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, het
lampje niet
gaat branden of blijft branden tijdens
het rijden, dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet
in werking treden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen,
onbedoeld in werking treden. Laat het
systeem onmiddellijk controleren door het
Abarth Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
86
VEILIGHEID
97)In sommige versies gaat in het geval
van een storing van de led(bevindt zich
op de plaat van het instrumentenpaneel),
het lampje
op het instrumentenpaneel
branden en worden de airbags aan de
passagierszijde uitgeschakeld.
98)Dek de rugleuning van de voorstoelen
niet af met extra kleden als deze uitgerust
zijn met zijairbags.
99)Laat bij diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Abarth
Servicenetwerk controleren.100)Als de contactsleutel in stand MAR
staat of wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al
staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij
een botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs
tot de dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de sleutel in de
stand STOP staat, bij een ongeval geen
enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat
geval duidt de uitgebleven activering niet
op een storing van het systeem.
101)Als de contactsleutel in stand MAR
gedraaid is, gaat het waarschuwingslampje
gedurende enkele seconden branden,
vervolgens als de passagiersairbag actief is
moet het doven.
102)Reinig de stoelen niet met water of
stoom onder druk (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).103)De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
104)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
105)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden ingeschakeld bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden de inzittenden in die
gevallen uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd, die dus altijd
gedragen moeten worden.
106)Steun niet met het hoofd, de armen of
de ellebogen tegen het portier, de ruiten
of in het gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
107)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
108)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
87
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Voeding regeleenheid automatische sequentiële versnellingsbak (+ contact) F16 7,5
AchterruitverwarmingF20 30
MistlampenF30 15
Regeleenheid automatische sequentiële versnellingsbak F84 10
Stopcontact voor (met of zonder aansteker) F85 20
BELANGRIJK
121)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
122)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
123)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
124)Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDIFUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
125)Controleer voordat een zekering wordt vervangen, of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn
ontkoppeld.
126)Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motorsysteem, transmissiesysteem) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK
27)Als de motorruimte moet worden schoongespoten, voorkom dan dat de waterstraal rechtstreeks op de zekeringenkast in de motorruimte
wordt gericht.
113
ALFABETISCH
REGISTER
A
ccu.............................129
advies voor verlengen
levensduur.....................129
de laadtoestand van de accu
inspecteren....................129
opladen........................130
vervangen.....................129
Achterbank (rugleuning
ontgrendelen).....................17
Achterlichtunits (lamp
vervangen)......................104
Achterruitsproeier (sproeiers)........132
Achterruitverwarming
(inschakeling).....................28
Achterruitwisser/-sproeier............25
Achteruitkijkspiegels.................20
Afmetingen........................144
Afsluiter van de
brandstoftoevoer................115
Alarmknipperlichten.................98
Analoge drukmeter..................43
Automatische klimaatregeling........29
Bagageruimte......................38
bagageruimte vergroten..........39
sluiten..........................39
Banden
bandenspanning...............142
gemonteerde banden...........142winterbanden..................142
Banden - onderhoud...............133
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten................41
Beschermingssystemen
inzittenden.......................69
Bougies (type).....................140
Brandstofverbruik..................153
Buitenverlichting.....................21
Cabriodak..........................33
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)......................134
CO2-emissie.......................153
Contactslot.........................12
Dagrijlichten (DRL)..................21
De auto opkrikken..................132
De auto parkeren....................89
De motor starten...................88
De sleutels..........................11
Mechanische sleutel.............11
sleutel met
afstandsbediening...............11
Derde remlicht (lamp
vervangen)......................105
Dimlicht (lamp vervangen)..........104
Dimlicht koplampen/stadslicht.......21
Elektrische ruitbediening............31
Fiat CODE systeem.................13
Fix&Go-kit.........................112
Follow Me Home (systeem)..........21Frontairbag bestuurderszijde.........81
Frontairbag passagierszijde..........81
Frontairbags........................80
Gear Shift Indicator (systeem).......43
Gebruik van de automatische
sequentiële transmissie...........90
Gebruik van de
handgeschakelde
versnellingsbak...................90
Gebruik van het Instructieboek........6
Gewichten.........................145
Gordelspanners.....................71
krachtbegrenzers................71
Grootlicht...........................21
Grootlicht (lamp vervangen).........104
Grootlichtsignaal....................21
Handbediende klimaatregeling......27
bedieningselementen............27
Handrem...........................89
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display............41
Hoofdairbags (window bags).........84
Hoofdsteunen.......................19
Hoofdsteunen achter............19
Hoogteregeling koplampen..........23
Identificatiegegevens
chassisnummer................139
motorcode.....................139
plaatje carrosserielak...........139
typeplaatje met
identificatiegegevens...........139
Installatie van
elektrische/elektronische
systemen..........................4
Instapverlichting.....................23
Instrumentenpaneel.................10
Interieur (reiniging)..................137
iTPMS..............................67
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)......................105
Kinderzitje monteren met de
veiligheidsgordels.................74
Kinderzitjes.........................73
Knie-airbag bestuurderszijde.........82
Koplampen (wassen)...............135
Koplampunits (lamp vervangen).....103
Lakwerk (onderhoud)..............134
Lamp buitenverlichting
vervangen.......................103
Lampen
algemene instructies.............98
lampen (vervangen)..............98
Soorten lampen................100
Lampjes en berichten................47
Menuopties........................43
Mistlampen (lamp vervangen).......104
Mistlampen / mistachterlicht.........22Montage van een
ISOFIX-kinderzitje.................77
Motor.............................140
code..........................139
Motorkap...........................37
Motorkoelvloeistof..................127
Motorolie (niveau controleren).......127
Motorolie (verbruik).................127
Motorruimte (uitspuiten)............135
Niveaus controleren...............125
Officiële typegoedkeuringen........189
Onderhoudsschema...............120
Optionele accessoires................4
Parkeersensoren...................94
Plafondverlichting voor...............23
Portieren............................14
centrale
portiervergrendeling.............14
centrale
portiervergrendeling.............14
openen/sluiten met de
sleutel..........................14
Prestaties..........................152
Radiozendapparatuur en
mobiele telefoons..................4
Reiniging en onderhoud
auto-interieur...................137
kunststof interieurdelen.........137
lederen interieurdelen...........137
stoelen........................137Remvloeistof.......................127
Richtingaanwijzers...................21
Richtingaanwijzers (lamp
vervangen)......................103
Ruiten (reinigen)....................134
Ruiten reinigen......................24
Ruitenwisser/-sproeier...............24
Ruitenwisser/achterruitwisser
(bladen).........................131
SBR-systeem......................70
Schuifdak...........................31
Sensoren
parkeren........................94
Service en onderhoud..............119
geprogrammeerd
onderhoud.....................119
Onderhoudsschema............120
periodieke controles............124
Zwaar Gebruik Van De Auto. . . .124
Slepen van het voertuig............116
Smeermiddelen (specificaties).......149
Sneeuwkettingen..................133
Softtop wassen/reinigen............135
Sport voorstoelen...................16
SPORT-functie......................93
Stadslichten/dagrijlichten (lamp
vervangen)......................104
Starten met hulpaccu..............114
Stoelen.............................15
ALFABETISCH REGISTER
voorstoelen.....................15
Stuurwiel............................19
Tankdop
...........................96
Tanken.........................96-148
Technische gegevens..............139
Trip computer.......................45
TRIP knop..........................46
Uconnect™ 5”
APPS-modus..................165
bedieningselementen op het
voorpaneel.....................158
bedieningstoetsen op het
stuurwiel.......................160
Bluetooth® bron...............162
eco:Drive™....................167
Instellingen.....................168
Media-modus..................162
my:Car........................168
navigatie.......................168
spraakopdrachten..............171
systeem in-/uitschakelen.......162
telefoonmodus.................163
Uconnect™ LIVE-services......165
Uconnect™ 5”/7” HD
AUX- en USB-bron.............157
Tips, bediening en
informatie......................156
Uconnect™ 7” HD
Android Auto...................185Apple CarPlay..................185
AUX-bron......................180
bedieningselementen op het
voorpaneel.....................172
bedieningstoetsen op het
stuurwiel.......................176
Bluetooth® bron...............179
Instellingen.....................186
Media-modus..................178
navigatie.......................187
spraakopdrachten..............188
systeem in-/uitschakelen.......178
telefoonmodus.................180
trip computer..................180
Uconnect™ LIVE-services......182
USB-bron......................180
Veiligheid
...........................69
veiligheidsgordels................69
Veiligheidsgordels
gebruik van de
veiligheidsgordels................69
Veiligheidsgordels (onderhoud).......72
Velgen
afmetingen.....................142
wielen en banden..............133
Velgen en banden..................142
Veranderingen/wijzigingen aan
het voertuig........................4
Vloeistof voor ruitensproeiers/
achterruitsproeier................127Vloeistoffen en smeermiddelen......149
Voorruitsproeier (sproeiers).........131
Wielen en banden
.................133
bandenspanning...............142
Winterbanden......................133
Zekeringen (vervangen)
............106
Zekeringenkasten (ligging)..........106
Zijairbags (zijairbag -
hoofdairbag)......................84
Zijairbags (zijairbags voor)............84