Waarschuwingslampje Wat het betekent wat te doen
SYSTEEMWAARSCHUWING EBD (Electronic
Brake-force Distribution)
Als de EBD (Electronic Brake-force Distribution)-unit
vaststelt dat bepaalde componenten incorrect
werken, kan het waarschuwingslampje van het
remsysteem tegelijkertijd met het ABS-lampje gaan
branden. Het probleem ligt waarschijnlijk bij het
EBD-systeem. Stop het voertuig onmiddellijk op een
veilige plek en neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Rijd niet terwijl het ABS-lampje en het
remwaarschuwingslampje branden. Raadpleeg het
Abarth Servicenetwerk om de remmen zo spoedig
mogelijk te laten inspecteren. Het is gevaarlijk om te
rijden als het waarschuwingslampje van het
remsysteem en het ABS-lampje tegelijkertijd branden.
Als beide lampjes branden, kunnen de achterwielen
sneller vergrendelen bij een noodstop dan normaal
het geval zou zijn.Stop het voertuig onmiddellijk op een veilige plek en
neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Rijd niet terwijl het ABS-lampje en het
remwaarschuwingslampje branden. Raadpleeg het
Abarth Servicenetwerk om de remmen zo spoedig
mogelijk te laten inspecteren. Het is gevaarlijk om te
rijden als het waarschuwingslampje van het
remsysteem en het ABS-lampje tegelijkertijd branden.
Als beide lampjes branden, kunnen de achterwielen
sneller vergrendelen bij een noodstop dan normaal
het geval zou zijn.
OPLAADSYSTEEM WAARSCHUWINGSLAMPJE
Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat
branden, duidt dit op een dynamostoring of een
storing in het laadsysteem. Rijd naar de zijkant van de
weg en parkeer naast de weg. Stop het voertuig
onmiddellijk op een veilige plek en neem contact op
met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Rijd niet verder als het
waarschuwingslampje van het laadsysteem brandt
aangezien de motor onverwacht kan stoppen.Stop het voertuig onmiddellijk op een veilige plek en
neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Rijd niet verder als het
waarschuwingslampje van het laadsysteem brandt
aangezien de motor onverwacht kan stoppen.
59
onmogelijk een hoog toerental te
bereiken als de TCS is ingeschakeld.
DSC SYSTEM (Dynamic
Stability Control)
73) 74) 75)
Omwille van de veiligheid zorgt
Dynamic Stability Control (DSC), samen
met systemen zoals ABS en TCS, voor
de automatische regeling van
remwerking en motorkoppel, zodat
zijslip zoveel mogelijk beheersbaar blijft
op een gladde ondergrond of tijdens
plotselinge of uitwijkmanoeuvres. Zie
“ABS (Anti-lock Brake System)” en
“TCS (Traction Control System)”.
DSC-werking is mogelijk bij een
snelheid hoger dan 20 km/u.
Het waarschuwingslampje gaat
branden als het systeem een storing
heeft. Raadpleeg "Lampjes en
berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
OPMERKING Het DSC-systeem kan
alleen naar behoren werken als het
volgende in acht wordt genomen:
gebruik voor alle vier wielen de juiste
bandenmaat volgens de opgegeven
specificaties;
gebruik voor alle vier wielen banden
van dezelfde fabrikant, van hetzelfde
merk en met hetzelfde profiel;
gebruik geen versleten banden.
BELANGRIJK Het DSC-systeem werkt
mogelijk niet goed bij gebruik van
sneeuwkettingen of een reserveband,
omdat de banddiameter dan anders is.
Indicatielampje TCS / DSC
Het indicatielampjeblijft enkele
seconden branden als het contact AAN
wordt gezet. Als de TCS of DSC in
werking is, knippert het lampje.
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, is er mogelijk sprake van een
storing in TCS, DSC of het
remhulpsysteem waardoor deze niet
goed werken. Breng het voertuig naar
het Abarth Servicenetwerk.
Indicatielampje DSC UIT
Het indicatielampjeblijft enkele
seconden branden als het contact AAN
wordt gezet. Het lampje gaat ook aan
wanneer de DSC OFF-schakelaar wordt
ingedrukt en TCS/DSC wordt
uitgeschakeld.
Als het lampje blijft branden terwijl
TCS/DSC niet is uitgeschakeld, dient u
contact op te nemen met het Abarth
Servicenetwerk. Het DSC-systeem kan
een storing vertonen.
Schakelaar DSC UIT
Druk op de schakelaar fig. 59 om
TCS/DSC uit te schakelen. Hetwaarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om
TCS/DSC weer in te schakelen. Het
indicatielampje DSC OFF gaat uit.
BELANGRIJK Als DSC is ingeschakeld
en u het voertuig probeert te bevrijden
als dit klem zit, of als u wegrijdt op net
gevallen sneeuw, wordt de TCS
(onderdeel van het DSC-systeem)
geactiveerd. Het indrukken van het
gaspedaal verhoogt de motorkracht
niet en het bevrijden van het voertuig
kan bemoeilijkt worden. Als dit
optreedt, schakelt u de TCS/DSC uit.
BELANGRIJK Als de TCS/DSC is
uitgeschakeld terwijl de motor uitstaat,
wordt deze automatisch geactiveerd als
het contact op AAN wordt gezet.
5905060301-12A-987AB
80
VEILIGHEID
PARKEERREM
137) 138) 139)
BELANGRIJK Door met geactiveerde
parkeerrem te rijden zullen de
onderdelen van de rem overmatig
verslijten.
Het voertuig op de parkeerrem
zetten
Druk het rempedaal in en trek
vervolgens de parkeerremhendel met
een krachtige beweging helemaal
omhoog om het voertuig in de
geparkeerde stand te houden.
Het voertuig van de parkeerrem
halen
Druk het rempedaal in en trek de
parkeerremhendel 1 omhoog fig. 87 en
druk vervolgens op de ontgrendelknop
2. Houd de knop ingedrukt en beweeg
tegelijkertijd de parkeerremhendel
helemaal omlaag tot de ontgrendelde
stand is bereikt.
Brake Assist
Het Brake Assist-systeem voorziet in
ondersteuning van de remwerking in
noodsituaties wanneer het rempedaal
krachtiger moet worden ingetrapt,
zodat betere remprestaties worden
verkregen.
Wanneer het rempedaal krachtig of
sneller wordt ingetrapt, worden de
remmen krachtiger ingeschakeld.
OPMERKING Wanneer u het rempedaal
krachtig of sneller intrapt, voelt het
pedaal soepeler maar worden de
remmen krachtiger ingeschakeld. Dat is
normaal voor de werking van de Brake
Assist en duidt niet op een storing.
OPMERKING Wanneer u het rempedaal
krachtig of sneller intrapt, hoort u
mogelijk het geluid van een
motor/pomp. Dat is normaal voor dewerking van de Brake Assist en duidt
niet op een storing.
OPMERKING Het remhulpsysteem kan
de werking van het hoofdremsysteem
van het voertuig niet vervangen.
BELANGRIJK
137)In geval van parkeermanoeuvres op
wegen met een helling, moeten de
voorwielen naar het trottoir worden
gedraaid (bij het parkeren op een helling
omlaag), of in de tegenovergestelde
richting als het voertuig op een helling
omhoog is geparkeerd. Als het voertuig op
een steile helling wordt geparkeerd, is het
tevens raadzaam om de wielen met wiggen
of stenen te blokkeren.
138)Laat nooit kinderen zonder toezicht in
het voertuig achter. Houd de sleutel bij het
verlaten van het voertuig weg en neem
deze mee.
139)Rijd niet met versleten remblokken.
Rijden met versleten remblokken is
gevaarlijk. De remmen zouden niet kunnen
werken, waardoor een ernstig ongeval kan
worden veroorzaakt. Neem contact op met
het Abarth Servicenetwerk zodra u een
piepend geluid hoort.8705050102-12A-001AB
125
ALFABETISCH
REGISTER
Aandachtig lezen..............2
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbag.............107
ABS......................79
Accu (onderhoud)............187
Accu opladen...............189
Achterklep..................40
Achterklep (openen)............40
Actieve motorkap.............81
Actieve veiligheidssystemen.......79
Adaptive Front Lighting System
(AFS)...................28
Afmetingen................203
Alarmknipperlichten...........148
Alarmknipperlichten (bediening) . . .148
Antidiefstalsysteem............15
Automatische klimaatregeling......36
Automatische verlichting.........26
Automatische versnellingsbak. . . .127
Automatische wisserregeling......30
Auxiliary driving systems.........83
Band- en wielspecificaties......200
Bandenreparatiekit...........166
Belangrijke informatie...........3
Bericht op display.............76
Beschermingssystemen
inzittenden................88Bestuurdersairbag............109
Beveiligingsalarm voertuig........15
Bevestiging van de trekhaken.....174
Brake Assist................125
Brandstofverbruik en
CO2-emissie..............209
Brandstofvuldop.............140
Buitenlampen vervangen........153
Buitenspiegels...............23
Buitenverlichting..............25
Cabrioletkap (openen)..........45
Cabrioletkap (zachte kap)........45
Camera achter (ParkView
achteruitrijcamera)..........142
Carrosserie (zorg en onderhoud) . . .192
Coming
Home-verlichtingssysteem......26
Constante bewaking..........122
Contactslot.................11
Cruise-control..............132
Dashboard..................8
De lak onderhouden..........193
De motor starten..........11,124
De motor uitschakelen..........13
Dead Lock voorziening..........17
DRL (Dagverlichting)...........25
DSC-systeem...............80
Een aanhanger trekken........146
Een band vervangen..........190Een lamp vervangen..........149
Elektrische ruiten.............38
Elektrische spiegels............24
Flash to pass...............26
Geavanceerd Keyless Entry
Systeem.................14
Gebruik van deze handleiding......3
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........179
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........180
Gewichten.................202
Gordelspanners...........92,109
Gordelspanners en
krachtbegrenzers............92
Grootlicht..................25
Handbediende klimaatregeling....34
Handgeschakelde versnellingsbak......................126
HLA-functie.................87
Hoofdsteunen...............22
Identificatiegegevens..........198
INFO-schakelaar..............54
Installatierichting kinderzitje.......97
Instrumentenpaneel............51
Interieur..................195
Interne apparatuur.............40
Keyless invoersysteem..........9
Kilometerteller / Dagteller........53