KOPLAMPSPROEIERS(indien aanwezig)
Het contact moet zijn ingeschakeld
(AAN) en de koplampen moeten aan
zijn.
De koplampsproeiers fig. 22 werken
automatisch elke vijfde maal dat de
ruitensproeier wordt geactiveerd. Als u
de koplampsproeiers wilt bedienen,
dubbeltikt u tegen de wisserhendel.BELANGRIJK
43)Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof of kraanwater. Het
gebruik van antivries als
ruitensproeiervloeistof is gevaarlijk.
Wanneer antivries op de voorruit gespoten
wordt, zal de voorruit bevuild raken
waardoor uw zicht afneemt en een ongeval
kan worden veroorzaakt.
44)Gebruik ruitenvloeistof alleen in
combinatie met antivries als het vriest. Het
gebruik van ruitenvloeistof zonder antivries
bij weersomstandigheden onder nul is
gevaarlijk, aangezien de ruit kan bevriezen
en uw zicht kan belemmeren, hetgeen kan
resulteren in een ongeluk. Zorg er
bovendien voor dat de ruit voldoende is
opgewarmd door middel van de
ruitverwarming voordat u er ruitenvloeistof
op spuit.
45)Zorg ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld als de voorruit moet worden
schoongemaakt.
BELANGRIJK
8)Gebruik de ruitenwisser niet om
opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit
te verwijderen. Onder dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting
van de ruitenwisser de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de ruitenwisser
enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwisser niet meer werkt,ook
niet nadat de motor opnieuw is gestart,
neemt u contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
9)Schakel de ruitenwissers niet met van de
ruit opgeheven wisserbladen in.
10)Schakel de regensensor nooit in tijdens
een schoonmaakbeurt in een wasstraat.
11)Zorg er bij ijs op de ruit voor dat de
wissers correct worden losgemaakt.
2204110102-L37-007AB
32
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG