Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
6
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Voo rgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
20.0 A
Voo rgeschreven zekeringen (zeke-
ringenkastje 1):
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 AVoorgeschreven zekeringen (zeke-
ringenkastje 2):
Mistlichtzekering:
2.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering zadelverwarming:
7.5 A
Voorgeschreven zekeringen (zeke-
ringenkastje 3):
Koplampzekering:
7.5 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering cruise control:
1.0 A
Zekering 12V-aansluiting:
2.0 A
Zekering 12V-aansluiting:
2.0 A
UB1JD1D0.book Page 33 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
7
stoffen zoals oplosmiddelen, benzi-
ne, roestverwijderaars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen
1. Plaats de machine buiten direct zon-
licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri-
sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een
hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Gebruik geen ontvettingsmid-
del op gedeelten die gesmeerd
moeten worden, zoals afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Volg de in-
structies bij het product.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af
en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht-streeks in de uitlaatdemper, het in-
strumentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik koud water
als het voertuig is blootgesteld aan
zout. Warm water vergroot de bij-
tende eigenschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
agressieve chemicaliën om de
kuipruit te reinigen. Daarnaast kun-
nen bepaalde reinigingsmiddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
gingsmiddel altijd eerst voordat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen
1. Droog de machine met een zeem of
vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket-
ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Breng
geen siliconen- of oliespray aan op
zadels, handgrepen, rubber voet-
steunen of bandprofielen. Anders
worden deze onderdelen glad,
waardoor u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reinig de op-
UB1JD1D0.book Page 2 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
10-1
10
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-25
ABS ....................................................... 3-26
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-6
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-28BBanden ................................................. 6-17
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-30
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-4
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-5
Controlelampjes cruise control ............... 3-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-5
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-5
Controlelampje startblokkering............... 3-6
Controlelampje tractieregeling................ 3-6
Cruise control ......................................... 3-8
Cruise-controlschakelaars ...................... 3-4DDe motor starten ..................................... 5-1
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar .......................... 3-3
D-mode (rijmodus) ................................ 3-24FFilterbus ................................................ 6-11
GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-26
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-41
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires ........................................ 3-42
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-35
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-34HHelmbevestiging ................................... 3-36
Hoogte van het bestuurderszadel,
afstellen .............................................. 3-34IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren ............ 6-26
Klepspeling ........................................... 6-16
Koelvloeistof ......................................... 6-14
Koplamphoogte, aanpassen ................ 3-37
Koppelingshendel................................. 3-24
Kuipruit ................................................. 3-37LLuchtfilterelement ................................. 6-15MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-28
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie .............................................. 6-11
OOnderhoud ..............................................7-1
Onderhoud en smering, periodiek ..........6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .....6-3
Opbergcompartiment............................3-36PPaneel, verwijderen en aanbrengen ........6-9
Parkeren ..................................................5-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................6-35RRegistratie van gegevens, voertuig .........9-2
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................6-27
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren........................6-26
Remhendel ............................................3-25
Remlichtschakelaars .............................6-21
Rempedaal ............................................3-26
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-22
Remvloeistof, verversen........................6-23
Richtingaanwijzerschakelaar...................3-4
Rijmodusschakelaar................................3-4SSchakelaar alarmverlichting ....................3-4
Schakelcontrolelampje............................3-6
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-25
Schokdemperunit, afstellen ..................3-40
Serienummer motorblok .........................9-1
Snelschakelsysteem .............................3-25
Spanning aandrijfketting .......................6-23
Specificaties............................................8-1
Stallen .....................................................7-3
UB1JD1D0.book Page 1 Friday, October 5, 2018 2:13 PM