Periodiek onderhoud en afstelling
7-23
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22734
De remvloeistof verversenLaat de remvloeistof elke 2 jaar verversen
door een Yamaha dealer. Laat bovendien
de keerringen van de hoofdremcilinders en
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de hieronder vermelde intervalperi-
oden of eerder als ze lek of beschadigd zijn.
Remkeerringen: elke 2 jaar
Remslangen: elke 4 jaar
BS2-9-D2.book 23 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分
Periodiek onderhoud en afstelling
7-31
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU76770
De zekeringen vervangenZekeringenkastje 1 bevindt zich achter pa-
neel A. (Zie pagina 7-9.)
De hoofdzekering, de zekering van het
brandstofinspuitsysteem en zekeringen-
kastje 2 bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 4-19.)1. Zekeringenkastje 1
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Hulpzekering 1
4. Zekering parkeerlichten
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Zekering handvatverwarming
8. Reservezekering
123
8
456
87
BS2-9-D2.book 31 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分
Periodiek onderhoud en afstelling
7-32
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotorrelais door deze om-hoog te trekken. Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven am pèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje 2
2. Hoofdzekering
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2
3
4
1
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Aansluitzekering 1
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Zekering ABS-motor
7. Reservezekering
1234
7
56
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
1
2
3
BS2-9-D2.book 32 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分
Periodiek onderhoud en afstelling
7-33
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir- cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU76271
VoertuigverlichtingMet uitzondering van de richtingaanwijzers
is dit model uitgerust met volledige
LED-verlichting. Als een lampje niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.
Als een richtingaanwijzer niet gaat branden,
controleer dan het lampje en vervang het in-
dien nodig. (Zie pagina 7-34.)OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar op grootlicht
wordt gezet of de passeerschakelaar wordt
ingedrukt, gaan alle vier koplampen bran-den.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 50.0 A
Hulpzekering 1:
2.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering handvatverwarming: 5.0 A
Koplampzekering:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A1. Koplamp (dimlicht)
2. Koplamp (grootlicht)
3. Parkeerlicht
12
3
BS2-9-D2.book 33 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分
Verzorging en stalling van de motorfiets
8-2
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri-
sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor- beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een
hoogwaardig ontvettingsmiddel en een
kunststof borstel of spons. LET OP:
Gebruik geen ontvettingsmiddel op
gedeelten die gesmeerd moeten
worden, zoals afdichtingen, pakkin-
gen en wielassen. Volg de instruc-
ties bij het product.
[DCA26290]
Wassen 1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af
en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht-
streeks in de uitlaatdemper, het instru-
mentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te komen.
LET OP:
Gebruik koud water als het
voertuig is blootgesteld aan zout.
Warm water vergroot de bijtende ei-
genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
agressieve chemicaliën om de kuip-
ruit te reinigen. Daarnaast kunnen
bepaalde reinigingsmiddelen voor
kunststof krassen achterlaten op de
kuipruit, dus test een reinigings-
middel altijd eerst voordat u het toe-
past.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa- ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of
vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje. 2. Voor modellen met een aandrijfketting:
Aandrijfketting drogen en vervolgens
smeren om roestvo rming te voorko-
men.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Breng
geen siliconen- of oliespray aan op
zadels, handgrepen, rubber voet-
steunen of bandprofielen. Anders
worden deze onderdelen glad,
waardoor u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reinig de op-
pervlakken van deze onderdelen
grondig voordat u met de machine
gaat rijden.
[DWA20650]
5. Behandel rubber, vinyl en ongelakte kunststof onderdelen met een daar-
voor geschikt verzorgingsmiddel.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag en dergelijke bij.
7. Behandel alle gelakte oppervlakken met een niet-schurende was of ge-
bruik een detailspray voor motorfiet-
BS2-9-D2.book 2 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分
11-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
101112
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ......... 7-25
ABS ......................................................... 4-14
ABS-waarschuwingslampje ....................... 4-5
Accu......................................................... 7-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren ....... 7-28BBagagebandhouders ............................... 4-23
Banden .................................................... 7-17
Bougies, controleren................................ 7-10
Brandstof ................................................. 4-16
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 6-3CClaxonschakelaar ...................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .................................. 4-2
Controlelampje grootlicht ........................... 4-5
Controlelampje richtingaanwijzers ............. 4-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................... 4-4
Controlelampje snelschakelen................... 4-6
Controlelampje startblokkering .................. 4-6
Controlelampje tractieregeling ................... 4-6DDe motor starten ........................................ 6-1
Diagnosestekker ...................................... 10-2
Dimlichtschakelaar .................................... 4-3
D-mode (rijmodus) ..................................... 3-1FFilterbus ................................................... 7-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .................................................. 7-26
Gelijkstroom kabelstekkers voor
accessoires ........................................... 4-23 Gereedschapsset ...................................... 7-2
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 7-34
IIdentificatienummers ............................... 10-1
Inrijperiode ................................................ 6-3KKabels, controleren en smeren ............... 7-26
Klepspeling.............................................. 7-17
Koelvloeistof ............................................ 7-14
Koppelingshendel.................................... 4-13LLichtsignaalschakelaar .............................. 4-3
Luchtfilterelement .................................... 7-16MMatkleur, let op.......................................... 8-1
Modelinformatiesticker ............................ 10-2
Motorolie ................................................. 7-11
Multifunctionele meter ............................... 4-7OOnderhoud ................................................ 8-1
Onderhoud en smering, periodiek ............. 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 7-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 7-35
Opbergcompartiment .............................. 4-19PPaneel, verwijderen en aanbrengen ......... 7-9
Parkeren.................................................... 6-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 7-35RRegistratie van gegevens, voertuig ......... 10-2
Rem- en koppelingshendels, controleren
en smeren ............................................. 7-27 Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren...................................................7-26
Remhendel ..............................................4-14
Remlichtschakelaars................................ 7-21
Rempedaal ..............................................4-14
Remvloeistofniveau, controleren ............. 7-22
Remvloeistof, verversen ..........................7-23
Richtingaanwijzerschakelaar .....................4-4
Rijmodusschakelaar ..................................4-4
SSchakelaar alarmverlichting .......................4-4
Schakelaar tracti eregeling .........................4-4
Schakelen ..................................................6-2
Schakelpedaal ......................................... 4-13
Schokdemperunit, afstellen ..................... 4-22
Serienummer motorblok ..........................10-1
Snelschakelsysteem ..................................3-3
Spanning aandrijfke tting ..........................7-24
Speciale kenmerken ..................................3-1
Specificaties...............................................9-1
Stallen ........................................................8-3
Startblokkeersysteem ................................4-1
Startspersysteem ..................................... 4-24
Stationair toerental, controleren............... 7-16
Stop/Run/Start-schakelaar.........................4-4
Storingzoekschema’s............................... 7-36
Stuurschakelaars .......................................4-3
Stuursysteem, controleren .......................7-29TTankdop ...................................................4-15
Tankoverloopslang .................................. 4-18
Tractieregeling ...........................................3-1UUitlaatkatalysator ..................................... 4-18
BS2-9-D2.book 1 ページ 2018年9月4日 火曜日 午後2時13分