413
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking
in situaties zoals hieronder aan gegeven
wanneer in de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet
of te laat ingetrapt
→ Blz. 389
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts o f
links achter nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een a an-
rijding groot is, activeert deze functie de remmen om de kans o p een
aanrijding met de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking
Support Brake (voor voertuigen
die achterlangs rijden) goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen met betrekking tot de radarsen-
soren achter ( →Blz. 389) in acht. Het
niet in acht nemen van de voorschrif-
ten kan er toe leiden dat een sensor
niet goed werkt, waardoor een onge-
val kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer o f spuit de sen-
soren niet.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 413 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→Blz. 116, 117) en aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is inge-
schakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de aut o naderen met een
snelheid van minder dan ongeveer 8
km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet wor-
den geremd om een aanrijding met
een naderende aut o te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermo- gen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast
dat een noodstop noodzakelijk is om een aanrijding met een naderende
auto te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van
de werking van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)
De werking van de f unctie stopt als aan
één van de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitge- schakeld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van
rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitge- schakeld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstre-
ken nadat de auto door de remrege-
ling tot stilstand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat
de auto tot stilstand is gebracht door
de remregeling.
• Er nadert niet langer een auto van
rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking
Support Brake-func tie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) verschilt van dat van
de RCTA ( →Blz. 393). Daardoor wordt
de Parking Support Br ake-functie (voor
voertuigen die achterlangs rijden) moge-
lijk niet geactiveerd, ook al signaleert de
RCTA een auto en wo rdt er een waar-
schuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden) een auto niet signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs rijden) is niet
ontworpen om de volg ende typen voer-
tuigen en/of objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de
auto naderen
WAARSCHUWING
●Vervang een radarsensor achter
uitsluitend door een originele sen-
sor.
●Voorkom dat de radarsensoren
achter beschadigd raken en houd
de radarsensoren en hun omgeving
op de bumper te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een
radarsensor achter wordt blootge-
steld aan een krachtige schok,
werkt het systeem mogelijk niet
goed meer doordat de sensor niet
goed meer werk t. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-
dealer of herstelle r/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot het omgaan met
de radarsensor achter in acht.
(→Blz. 389)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 414 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
415
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Voertuigen die achteruit inparkeren in
een parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden
gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
●Voertuigen vlak bij u
w auto die plotse-
ling accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare stil-
staande objecten
*
●Kleine motorfietsen , fietsen, voetgan-
gers, enz.*
●Voertuigen die va n de auto af bewe-
gen
●Voertuigen die naderen vanuit par-
keerruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een
radarsensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of
links achter de aut o naderen met een
snelheid van minder dan ongeveer 8
km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of
links achter de aut o naderen met een
snelheid van meer dan ongeveer 28
km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden
wordt er mogelijk een auto en/of
object gesignaleerd.
■Omstandigheden waaronder het
systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals
de onderstaande, werkt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) mogelijk zelfs als er
geen kans op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op
een straat en er auto' s over die straat
rijden
●Wanneer een gesignaleerde nade-
rende auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van
opzij passeert
●Wanneer de afsta nd tussen uw auto
en metalen objecten, zoals een vang-
rail, muur, verkeersbord of gepar-
keerde auto, die mogelijk elektrische
golven richting de achterzijde van de
auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten,
zoals een ventilato r van een airco-
unit, in de buurt v an de auto bevinden
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 415 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als er water op de achterbumper spat
of gespoten wordt, bijvoorbeeld van
een sproeier
■Situaties waarin de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertui-
gen die achterlangs rijden)
mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, signaleren de radarsensoren
een object mogelijk niet en werkt deze
functie mogelijk niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving
van een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oor-
zaak waardoor er veel water op de
auto terechtkomt
●Wanneer een voertuig naast uw auto
het detectiegebied van een radarsen-
sor blokkeert
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra bescherm-
strip, enz.), fietsendrager of
sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto
●Als een sticker of een elektronisch
onderdeel zoals een kentekenplaat
met achtergrondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een
spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsen-
sor is geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is
gewijzigd
●Wanneer meerdere auto's naderen
met slechts weinig ru imte tussen elke
auto
●Als er een auto snel van achteren
nadert
●Omstandigheden waaronder de radar-
sensor een voertuig mogelijk niet sig-
naleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u
achteruitrijdend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uitrijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verand ering in het hel-
lingspercentage
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 416 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
603
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Type B
4 Draai het sleepoog stevig vast
met behulp van een wielmoer-
sleutel of een stevige metalen
stang.
Type A
Type B
5 Maak de kabel of de ketting
goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet
beschadigt.
6Stap in de weg te slepen auto
en start de motor.
Schakel de Parking Support Brake-
functie uit. (indien aanwezig):
→Blz. 403
Zet, als de motor nie t start, het contact
AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet
het contact eenmaal UIT en start ver-
volgens de motor al vorens de auto te
slepen.
7 Zet de selectiehendel in stand N
en deactiveer de parkeerrem.
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet:
→Blz. 279, 284
■Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem-
en stuurbekrachtiging niet. Hierdoor zul-
len het remmen en sturen veel zwaarder
gaan dan normaal.
■Wielmoersleutel
Auto's met wielmoersleutel: De wiel-
moersleutel bevindt zich in de gereed-
schapstas. ( →Blz. 620, 631)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 603 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
6108-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-
sensor OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota
Parking Assist-sensor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijd elijk niet beschik-
baar is, doordat een senso r mogelijk vuil is of is
bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven
op het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 397, 616)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een stor ing aanwezig is in het
PKSB-systeem (Parking Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijd elijk niet beschik-
baar is, doordat een senso r mogelijk vuil is of is
bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven
op het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 406, 616)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 610 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
6128-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Waarschuwingslampje Brake Override-systeem/wegrijregeling (indi en
aanwezig)/PKSB (indien aanwezig)* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay en er wordt e en melding weerge-
geven.
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
Brake Override-systeem
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig
worden ingetrapt en het Brake Override-systeem in
werking is.
→ Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal
in.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake
Override-systeem (met waarschuwingszoemer)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wegrijregeling
Geeft aan dat de schakelst and is gewijzigd en de
wegrijregeling is geactive erd terwijl het gaspedaal
werd ingetrapt. (met waarschuwingszoemer)
→ Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat er een stori ng aanwezig is in de wegrij-
regeling (met waarschuwingszoemer)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
PKSB (indien aanwezig)
De Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) is in werking. ( →Blz. 403)
→ Lees de op het multi-inf ormatiedisplay weerge-
geven waarschuwingsmel ding en volg de aan-
wijzingen op.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 612 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
617
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Safety-systeem) (indien aanwezig) of het
Dynamic Radar Crui
se Control-systeem
met volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig) in werking zijn. Als een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven,
decelereer de auto dan of volg de instruc-
tie op het multi-informatiedisplay.
Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven wanneer het Brake Override-sys-
teem, de wegrijregeling of de Parking
Support Brake-functie (indien aanwezig) in
werking is (
→Blz. 254, 403). Volg de
instructies op het multi-informatiedisplay.
●Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de bediening
van de startknop weergegeven wanneer
een onjuiste procedure voor het starten
van het motor wordt uitgevoerd of wanneer
de startknop onjuist wordt bediend. Volg
de op het multi-infor matiedisplay weerge-
geven instructies om de startknop nog-
maals te bedienen.
●Als er een melding over de bediening
van de selectiehendel wordt weergege-
ven
Om te voorkomen dat de selectiehendel in
de verkeerde stand wordt gezet of dat de
auto onverwachts i n beweging komt, kan
op het multi-informatiedisplay een melding
worden weergegeven die u verzoekt om de
selectiehendel in een andere stand te zet-
ten. Volg in dat geval de instructie van de
melding en zet de selectiehendel in de
aangegeven stand.
●Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een vloei-
stof wordt weergegeven
Controleer het onderde el dat op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het waarschu-
wingslampje wordt aa ngegeven en los het
probleem op, bijvoorbeeld door het
geopende portier te sluiten of de vloeistof
bij te vullen.
■Als er een melding wordt weergege-
ven dat u naar een erkende Toyota-
dealer of hersteller/ reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergege-
ven dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Als de onderstaande berichten worden
weergegeven, volg dan de desbetref-
fende instructies.
• “Engine Coolant Temp High” (hoge koel-
vloeistoftemperatuur) (
→Blz. 649)
• “Exhaust Filter Full” (uitlaatgasfiltersys- teem vol) (
→Blz. 433)
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mog elijk sprake van
een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een vei-
lige plaats tot stilstand en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeer de en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto kan
gevaarlijk zijn.
• “Charging System Malfunction” (storing laadsysteem)
• “High Transmission Fluid Temp” (tempe- ratuur transmissievloeistof hoog) (auto's
met automatische transmissie) (AWD-
uitvoeringen)
• “Transmission Oil Temp. High” (tempe- ratuur transmissievloeistof hoog) (auto's
met Multidrive CVT)
• “Smart Entry & Start System Malfunc- tion” (storing Smart entry-systeem met
startknop)
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mog elijk sprake van
een storing.
Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• “Oil Pressure Low” (lage oliedruk)
• “Braking Power Low” (lage remkracht)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 617 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM