.
.
ProaceVerso_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2019
Overzicht
Instrumentenpanelen 13Verklikkerlampjes 15Kilometerteller en dagteller 36Dimmer dashboardverlichting 37Boordcomputer 38Touchscreen 41Datum en tijd instellen 44
Sleutel 45Sleutel, afstandsbediening 45"Smart Entry & Start System" 52Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit 64Voorportieren 65Handbediende schuifdeur(en) 66Elektrisch bedienbare schuifdeur(en) 68Kick-activated side doors opening and locking 75Achterdeuren met ruiten 79Achterklep 81Ruit van de achterklep 82Alarm 83Elektrisch bedienbare ruiten 86
Stuurwielverstelling 87Voorstoelen 87Tweezitsbank vóór 93Vaste eendelige bank 95Vaste stoel en bank achter 98Achterstoel en -bank op rails 101Captain seat(s) op sledes 105Voorzieningen in het interieur 110Voorzieningen in het passagierscompartiment 115Skyview® 120Verschuifbare en uitklapbare tafel 121Handbediende airconditioning 125Automatische airconditioning met gescheiden regeling 127Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten 131Buitenspiegelverwarming 132Achterruitverwarming 133Verwarming - Airconditioning achter 136Fuel burner heater/Remote controlled fuel burner heater 137Plafonniers 140
Spiegels 141Lichtschakelaar 144Dagrijverlichting 147Automatische verlichting 147Grootlichtassistent 151Sfeerverlichting 153Koplampen handmatig in hoogte verstellen 153Ruitenwisserschakelaar 154Automatische ruitenwissers 155
Alarmknipperlichten 158ERA-GLONASS emergency call system 15 8Cla xon 159Elektronische stabiliteitscontrole (ESP) 159Toyota Traction Select 162Veiligheidsgordels 164Airbags 168Kinderzitjes 173Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde 176ISOFIX-bevestigingen 183Mechanisch kinderslot 190Elektrische kinderbeveiliging 190Kinderbeveiliging van de ruitbediening achter 191
Eco-rijden
Instrumentenpaneel
Toegang tot de auto
Ergonomie en comfortVerlichting en zicht
Veiligheid
Stickers 10
Inhoudsopgave
8
ProaceVerso_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2019
Voorzieningen interieur 110-114- bekerhouder- mat- zonneklep- dashboardkastje- opbergvak- bovenste opbergvak- accessoireaansluiting, USB-aansluiting- 230 V-aansluitingenGereedschapskist 282-283
K i n d e r z i t j e s 173 -175 , 179 -18 2 , 18 9ISOFIX-bevestigingen 183-189Zijruiten achter 118, 291Zonneschermen zijruiten 118
Vaste eendelige bank 95 -97Vaste stoel en bank achter 98 -100Achterstoel en -bank op rails 101-104Captain seat(s) op sledes 105 -108Stickers stoelen 10, 102, 103, 109
Passagiersbank vóór met 2 zitplaatsen 93 -94Passagiersbankverwarming 94Opklapbare tafel 112230V-aansluiting 114
Verwarming/ventilatie achter 136Skyview® 120
Bandenreparatieset 282-284, 285-290Reser vewiel, krik, wiel ver wisselen 282-284, 291-297
Voorzieningen passagierscompartiment 115-118- bagagenet- bagagenet voor hoge belading- bagageafdekking- zijruiten achter- zonneschermen zijruitenAccessoires 267-268
Plafonniers achter 140Lampen plafonnier vervangen 307, 310
Binnenspiegel 143Conversatiespiegel 143Plafonnier vóór 140Lampen plafonnier vervangen 307, 310
Airbags vóór, zij-airbags, window-airbags 168-172Uitschakelen airbag vóór aan passagierszijde 170, 17612V-aansluiting 113USB-aansluiting 113
Voorstoelen 87-92- handmatige verstelling- elektrische verstelling- hoofdsteun- stoelverwarmingVeiligheidsgordels 164-166
Vaste eendelige achterbank 95 -97Vaste stoel en bank achter 98 -100Achterstoel en -bank op rails 101-104Captain seat(s) op sledes 105 -108Stickers stoelen 10, 102, 103, 109Verschuifbare en wegklapbare tafel 121-124
Interieur
Overzicht
17
ProaceVerso_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Autogordel(s) niet vastgemaakt of weer losgemaakt
permanent of knippert in combinatie met een geluidssignaal.
Een van de autogordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt.Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
* Volgens land van bestemming.
Laadstroom
accu*
permanent.Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het niet uitgaat.
Motoroliedrukpermanent.Er is een storing in de motorsmering.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Parkeer de auto, zet het contact UIT en neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Te h o g e koelvloeistoftemperatuurpermanent, met de wijzer in het rode gebied.
De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Laat, als het probleem aanhoudt, het systeem direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
Instrumentenpaneel
23
ProaceVerso_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Stuurbekrachtigingpermanent.Er is een storing met betrekking tot de stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig en met lage snelheid.Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP/ASR)
knippert.De ESP-/ASR-regeling is actief.Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent.Storing in het ESP-/ASR-systeem.Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP /ASR )
permanent.De toets is ingedrukt en het verklikkerlampje brandt.De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.ESP: dynamische stabiliteitscontrole.ASR: antislipregeling.
Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft.De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart.Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en in het bijzonder de CDS/ASR.
1
Instrumentenpaneel
33
ProaceVerso_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
Actieradiusindicatoren
AdBlue®
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-reser voir is aangesproken of een storing in het SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij het aanzetten van het contact een indicator die aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het opnieuw starten van de motor automatisch wordt geblokkeerd.Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd en het AdBlue®-niveau laag is, wordt de laagste actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem wordt automatisch geactiveerd zodra het AdBlue®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk weer te geven.
F Selecteer vervolgens "Diagnose".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km wordt er geen exacte waarde weergegeven.
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet automatisch een melding over de actieradius weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u deze informatie bekijken op het touchscreen.
F Selecteer het menu Rijden.
F Selecteer "OPTIES".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over AdBlue®, het SCR-systeem en in het bijzonder het bijvullen van AdBlue®.
Resterende actieradius is tussen 2.400 en 800 km
Als het contact A AN gezet wordt, gaat dit waarschuwingslampje ongeveer dertig seconden branden, vergezeld door de weergave van een melding (“Top up AdBlue: Starting impossible in x miles/km” (vul AdBlue bij: starten niet mogelijk over x mijl/km)) waarmee de resterende actieradius wordt aangegeven in mijlen of kilometers.
Het reserveniveau is bereikt; geadviseerd wordt zo spoedig mogelijk bij te vullen.Deze meldingen worden vergezeld van het advies niet meer dan 10 liter AdBlue bij te vullen.
1
Instrumentenpaneel
117
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2019
Bovenste bevestigingspunten
Onderste bevestigingspunten (achter de 1e zitrij)
Als uw auto is uitgerust met eendelige banken of vaste stoelen en banken:
F Breng aan beide zijden van de 2e zitrij de bevestigingspunten aan in de verankeringen op de vloer en draai deze een kwart omwenteling om ze te vergrendelen (zoals hierboven afgebeeld).Plaats ze zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de rail.
F Maak aan beide zijden van het dak (bovenaan) de sierkapjes los.
F Breng aan beide zijden van de 2e zitrij de bevestigingspunten aan in de verankeringen op de vloer (zoals hierboven afgebeeld).
Indien uw auto is uitgerust met stoelen en een eendelige voorbank of captain seats op sledes:
Onderste bevestigingspunten (achter de 2e zitrij)
F Gebruik de sjorogen.
Plaatsen van het net
Maak aan de bovenzijde de sierkapjes los en breng aan de onderzijde de bevestigingspunten aan (zoals hier voor reeds beschreven).F Klap de stoelen en banken op de 2e en 3e zitrij (volgens uitvoering) neer (in de tafelstand) of ver wijder ze.F Rol het bagagenet voor hoge belading uit.F Bevestig de haken aan de bovenzijde van het net in de daar voor bestemde
bevestigingspunten in het dak (eerst de ene en vervolgens de andere zijde).F Laat de riemen maximaal ontspannen.F Bevestig het net aan de onderste bevestigingspunten aan beide zijden achter de 1e zitrij of aan de sjorogen aan beide zijden achter de 2e zitrij.F Span het net met behulp van de riemen.F Controleer of het net goed is bevestigd en gespannen.
Gebruik hier voor nooit de ISOFIX-bevestiging die is bedoeld voor de bovenste riem van een kinderzitje met Top Tether-bevestiging.
3
Ergonomie en comfort
143
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
Handmatige binnenspiegel
VerstellenF Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Dag-/nachtstandF Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.F Duw het hendeltje naar voren om de spiegel terug te zetten in de dagstand.
Uitvoering met automatische elektrochromatische binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Conversatiespiegel
Deze spiegel, die boven de binnenspiegel is geplaatst, biedt de bestuurder of voorpassagier de mogelijkheid om de zitplaatsen achterin in de gaten te houden.Doordat de spiegel kan worden gedraaid, kan deze eenvoudig handmatig worden afgesteld en is het mogelijk een goed zicht te krijgen op de ruimte achter in de auto.De spiegel kan ook zo worden afgesteld dat deze een beter overzicht geeft bij parkeren of inhalen.
4
Verlichting en zicht
159
ProaceVerso_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP: Electronic Stability Program) dat de volgende systemen omvat:- het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar (REF),- de noodremassistentie (NR A),- de antispinregeling (ASR),- de dynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en dragen bij tot een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De elektronische remdrukregelaar verdeelt de remdruk over de wielen.
Emergency Braking Assistance (EBA)/Brake Assist
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt er voor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)/Traction Control (TRC)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het doorspinnen van de wielen te beperken via de remmen van de aangedreven wielen en de motor. De ASR zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamic Stability Control (DSC)/Vehicle Stability Control (VSC)
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen en het motorkoppel om de auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers te brengen.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
5
Veiligheid