Page 281 of 638

2804-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
■Voorwaarden voor het a utomatisch in- en uitschakelen van het gr oot-
licht
● Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde kop lampen of
achterlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
● Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt h et groot-
licht automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlicht en inge-
schakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■ Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet aut omatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen worden gesignaleer d als
gevolg van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs d e weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende ri j-
strook op een brede weg
• Wanneer de verlichting van tegenliggers of voorliggers niet is ingescha- keld
● Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl de koplampen uit zijn.
● Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, ve rkeerslichten
of verlichte billboards en andere reflecterende objecten wordt mogelijk
geschakeld van grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk inge-
schakeld.
● De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van t egenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts a an één kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
● Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht in- of uitgeschakeld.
● Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden mogelijk niet gesign aleerd.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E.book Page 280 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 282 of 638

2814-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
●In de volgende situaties kan het systeem de helderheid van het omgevings-
licht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk
branden of gaat het grootlicht knipperen of worden voetgangers, tegenlig-
gers of voorliggers verblind. Als dat het geval is, moet handma tig gescha-
keld worden tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zands tormen,
enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wase m, ijs,
vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camerasensor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van kop- lampen, achterlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uit-
geschakeld, vuil zijn, een andere kleur hebben of niet correct zijn afge-
steld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorlig-
ger
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, grindwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gerede n.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoa ls een con-
tainer op een truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bijvoorbeeld een lekke band, of
aan de achterzijde wat lager ligt doordat een aanhangwagen is a ange-
koppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en dimlicht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert o f voetgan-
gers of andere bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor rechtsrij dend ver-
keer in een gebied voor linksrijdend verkeer of vice versa
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 281 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 283 of 638
2824-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
Schakelaar mistachterlichtSchakelt het mistachter-
licht uit
Schakelt het mistachter-
licht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien, wordt het mistachter-
licht uitgeschakeld.
Schakelaar mistlampen voor/mistachterlichtSchakelt de mistlam-
pen voor en de mistach-
terlichten uit
Schakelt de mistlam-
pen voor in
Schakelt de mistlam-
pen voor en het mist-
achterlicht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien wordt alleen het mist-
achterlicht uitgeschakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij regen of mist.
1
2
1
2
3
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 282 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 284 of 638
2834-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistlampen voor en mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 283 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 285 of 638
2844-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
In de stand AUTO werken de ruitenwissers automatisch wanneer de
sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automatisch
afgestemd op de hoe veelheid neerslag en de rijsnelheid.
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruiten-
wissers
Enkele slag
Ruitenwissers en -sproeiers
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 284 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 286 of 638

2854-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt wo r-
den ingesteld door de schakelaarring te draaien.
Verhoogt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Verlaagt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Gelijktijdig inschakelen
ruitensproeiers en rui-
tenwissers
Door aan de hendel te trekken tre-
den de ruitenwissers en -sproeiers
in werking.
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
(Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een slag om
de laatste druppels te verwijderen. Als de auto rijdt, wordt de wisslag om
de laatste druppels te verwijderen niet gemaakt.)
Als het contact AAN staat, de koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplampsproeiers één keer. Daarna w erken de
koplampsproeiers elke vijfde keer dat u de hendel naar u toe tr ekt.
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
5
6
7
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 285 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 287 of 638

2864-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE■
Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terw ijl het con-
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geve n dat de
stand AUTO is geactiveerd.
● Als de temperatuur van de regensensor 85 °C of hoger is, of -30 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen ruitensproeiervloeist of op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwe zig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
■ Functie aan het openen van het v oorportier gekoppeld onderbreken van
de ruitenwissers voor
Als, terwijl de auto stilstaat, een voorportier wordt geopend w anneer AUTO is
geselecteerd en de ruitenwissers voor werken, wordt de werking van de rui-
tenwissers voor onderbroken om te voorkomen dat iemand in de bu urt van de
auto natgespetterd wordt. Als het voorportier wordt gesloten, w ordt de wer-
king van de ruitenwissers hervat.
■ Bij het uitzetten van de motor in een noodgeval tijdens het rij den
Als de ruitenwissers voor werken wanneer het hybridesysteem wordt uitge-
zet, zullen ze op hoge snelheid werken. Zodra de auto stilstaat , wordt de wer-
king weer normaal als het contact AAN wordt gezet, of stopt de werking als
het bestuurdersportier wordt geopend. ● De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 286 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
Page 288 of 638

2874-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als d e sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootg esteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat u zich niet kunt
bezeren als de ruitenwissers in werking treden.
■ Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig lets el kan ont-
staan.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als het sproeierreservoir leeg is
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken hou dt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 287 Monday, January 28, 2019 8:33 AM