Page 152 of 202

Onderhoud banden
Bandenspanning
Zorg dat de banden altijd op de juiste
spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker
met informatie over banden en belading, zelfs
als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. De sticker met
informatie over de banden en het
laadvermogen bevindt zich op de middenstijl
en is zichtbaar wanneer het portier aan de zijde van de bestuurder open is.
Opmerking: Als uw Model 3 is uitgerust met
accessoirevelgen of -banden van Tesla,
verschilt sommige informatie mogelijk van de informatie op de labels op de auto.
Het controlelampje van de
bandenspanning op het touchscreen
waarschuwt u als de spanning in een
of meerdere banden te laag of te
hoog is.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op
de juiste spanning is gebracht. Rijd minstens10 minuten met een snelheid van meer dan15 mph (25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure
Monitoring System) een nieuwe meting te laten doen, waarna de waarschuwing
verdwijnt.
Als het controlelampje elke keer bij het
inschakelen van de Model 3 gedurende
Page 155 of 202

Banden en wielen vervangenBanden verouderen onder invloed van
ultraviolet licht, extreme temperaturen, zware
belastingen en milieuomstandigheden.
Vervang de banden daarom eens per 6 jaar of
eerder als nodig blijkt.
Wielen en banden worden gecombineerd om de beste rijeigenschappen te bieden. Vervang
banden alleen door banden die voldoen aan
de originele technische specificaties. Als u
andere banden laat monteren, zorg dan dat ze minimaal dezelfde belastings- en
snelheidsindex hebben (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 174) als de
originele banden.
Laat bij voorkeur alle banden tegelijk
vernieuwen. Als dit niet mogelijk is, vervang
de banden dan per as en plaats de nieuwe
banden achter. Balanceer altijd het wiel nadat
een band is verwisseld.
Wanneer u een band verwisselt, moet u de
sensoren van het
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
opnieuw instellen om zeker te zijn dat ze de
juiste waarschuwingen geven wanneer de bandenspanning te hoog of te laag is (zie Automatisch opnieuw instellen van TPMS-sensoren op pagina 155).
Raadpleeg Velgen en banden op pagina 173
voor de technische gegevens van de originele
banden en wielen van de Model 3.Attentie: Gebruik in het belang van de
veiligheid alleen banden en wielen die aan de originele technische specificaties
voldoen. Het gebruik van banden die niet aan de oorspronkelijke specificaties
voldoen, kan de goede werking van het
TPMS verstoren.Attentie: Nooit de snelheidscategorie van
uw voertuigbanden overschrijden. De
snelheidscategorie staat op de zijwand
van uw banden (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 174).
Asymmetrische banden
Model 3 is uitgerust met asymmetrische
banden, die op slechts
Page 156 of 202

Naafdoppen verwijderen en monteren
Als uw Model 3 is voorzien van naafdoppen,
moet u deze verwijderen om toegang te
krijgen tot de wielmoeren.
Een naafdop verwijderen:
1. Breng het gebogen deel van het
naafdopgereedschap (in het
dashboardkastje) aan in het gat aan de
onderkant van de "T" van Tesla.
2. Beweeg het naafdopgereedschap zo, dat
het volledig in het gat in de naafdop is
geplaatst.
3. Draai het naafdopgereedschap zo, dat het
gebogen deel het midden van de naafdop
raakt.
4. Trek het naafdopgereedschap stevig van
het wiel af totdat de naafdop is
losgemaakt.
Om de naafdop te monteren, lijnt u de dop uit
en drukt u deze stevig aan totdat hij op zijn
plaats vastklikt.
Bandenspanningscontrole
Controleer elke band eens per maand terwijl
de banden koud zijn en breng de banden zo
nodig op de aanbevolen spanning zoals
aangegeven op de sticker op de middenstijl
aan de zijde van de bestuurder (zie
Bandenspanning op pagina 151). Als er banden
met een afwijkende maat op de auto
gemonteerd zijn, informeer dan bij de
fabrikant naar de juiste bandenspanning.
Uw auto is uitgerust met een TPMS dat u viaeen controlelampje op het touchscreen
waarschuwt voor een te lage of te hoge spanning in een of meer banden. Als het
controlelampje van de
bandenspanningscontrole op het touchscreen gaat branden om u te waarschuwen voor een
te hoge of te lage bandenspanning, moet u zo snel mogelijk stoppen en de banden
controleren en weer op spanning brengen (zie
Bandenspanning op pagina 151). Rijden met
een zachte band leidt tot oververhitting
waardoor de band beschadigd kan raken. Bovendien leidt het tot een hoger verbruik,
extra slijtage, minder goede rijeigenschappen
en een langere remweg.Als de Model 3 een storing in het
TPMS constateert, knippert dit
controlelampje telkens
Page 157 of 202
Opmerking: Na vervanging van een wiel
kunnen onterechte waarschuwingen worden
gegeven voordat u gedurende meer dan 10
minuten sneller hebt gereden dan 15 mph
(25 km/h).
Een bandenspanningssensor vervangen
Neem contact op met een Tesla Service
Center als het TPMS-controlelampje regelmatig brandt om te laten controleren of
er een bandenspanningssensor vervangen
moet worden. Als een ander bedrijf de band
vervangt of repareert, zal de
bandenspanningssensor mogelijk niet werken
tot de set-upprocedure door Tesla is
uitgevoerd.
TPMS-storing
Model 3 is tevens voorzien van een storingsindicator voor het TPMS-systeem dat
een melding weergeeft wanneer het systeem
niet naar behoren functioneert.Het TPMS-controlelampje heeft
daarvoor een extra functie, naast het
melden van de bandenspanning. Als
er een storing in het systeem wordt
geconstateerd, knippert het TPMS-
controlelampje gedurende
Page 201 of 202

Tire Pressure Monitoring System (Bandenspanningscontrolesysteem) (Vervolg)FCC-certificering 192
overzicht van 155
toegang zonder sleutel 14
touchscreenopnieuw starten 51
overzicht 4
reinigen 159
reinigingsmodus 159
software-updates 139TPMSFCC-certificering 192
overzicht van 155
Track Mode 73
Tracking uitgeschakeld 120
traction control 69
Traffic-aware cruise control 81
transporteren 179
Transportmodus 179
Trip Planner 124
TuneIn-radio 127
U ultrasone sensoren 78
USB-apparatenaansluiting 23
audiobestanden afspelen van 128
USB-poorten 23
V
Valet Mode 49
van rijstrook wisselen, automatisch 89
Vehicle Hold 72
veiligheidsgordelsbij een aanrijding 31
gordelspanners 31
overzicht van 30
reinigen 159
veiligheidsgordels en zwangerschap 31veiligheidsinformatieairbags 47
veiligheidsgordels 32
ventilatie 117
ventilatieroosters 117
verbruiksgrafiek 74
vergrendelen 14
verlichtingalarmknipperlichten 60
headlights after exit 60
richtingaanwijzers 60
verlichting laadcontact 146
verschuiving van maximumsnelheid 104
Versnelling 56
versnellingen 56
verwarming 114
vierseizoenenbanden
156
VIN (Voertuigidentificatienummer) 168vloeisto