194
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
AdBlue (BlueHDi)
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de indicatoren en in het
bijzonder de AdBlue-actieradiusindicatoren.
Als er geen AdBlue meer aanwezig is in het
reser voir, kan de motor om wettelijke redenen
niet meer gestart worden. Vul om dit te
voorkomen het reser voir zo snel mogelijk bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi) en in
het bijzonder over het verkrijgen van AdBlue.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
onderdelen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
PEUGEOT specifieke producten aan.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor
meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12
V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik
(veel stof, veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen .
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik
(veel stof, veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen .
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Praktische informatie
196
Velgen en banden
De bandenspanning moet bij koude
banden (inclusief het reservewiel)
gecontroleerd worden.
De op de sticker aangegeven
bandenspanningen gelden voor koude banden.
Als u langer dan 10 minuten of meer dan
10
km met een snelheid van meer dan 50 km/h
hebt gereden, moet u ten opzichte van de op
de sticker aangegeven waarden een 0,3 bar
(30
kPa) hogere bandenspanning aanhouden. Het rijden met een te lage
bandenspanning veroorzaakt een
hoger brandstofverbruik. Een onjuiste
bandenspanning veroorzaakt vroegtijdige
slijtage van de banden en heeft een
negatieve invloed op het weggedrag van
de auto. Kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft
een negatieve invloed op het weggedrag. Het
wordt aanbevolen om regelmatig de staat van
de banden (profiel en wangen) en velgen te
inspecteren en te controleren of de banden
over een ventieldop beschikken.
Het gebruik van wielen en banden in een
andere maat dan gespecificeerd kan van
invloed zijn op de levensduur van de banden,
het wieltoerental, de bodemvrijheid en de
aanwijzing van de snelheidsmeter en kan een
nadelig effect hebben op de wegligging.
AdBlue® (BlueHDi)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PEUGEOT er voor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties afnemen
of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85
% van de stikstofoxide (NOx) omzetten
in stikstof en water (deze stoffen zijn niet
schadelijk voor de gezondheid en het milieu).
De AdBlue
® bevindt zich in
een specifiek reservoir van
ongeveer 20 liter. Hiermee is een actieradius van ongeveer
7.000
km mogelijk (
sterk afhankelijk van
uw rijstijl en de auto). Wanneer u met de
resterende hoeveelheid nog maximaal
ongeveer 2.400 km kunt rijden tot het reser voir
helemaal leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
In de resterende 2.400 km worden er nog
diverse waarschuwingen gegeven voordat
het reser voir leeg is en de auto niet meer kan
worden gestart.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 6.000
km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de waarschuwings-
en verklikkerlampjes en bijbehorende
waarschuwingsmeldingen en de
indicatoren .
Het aanbrengen van andere banden op
de voor- en op de achteras kan leiden tot
een onjuiste timing van het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP).
Praktische informatie
197
Als het AdBlue®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor dat
de motor niet meer kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot de auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1.100
km
wordt een systeem geactiveerd dat het
opnieuw starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u ook in zeer
koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue®
bij te vullen zodra de eerste waarschuwing
wordt gegeven dat het minimumniveau is
bereikt.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
correct werkt:
-
G
ebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO 22241 voldoet.
-
A
ls de AdBlue
® niet in de originele
verpakking wordt bewaard, verliest het
zijn zuiverheid.
-
V
erdun de AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan
dat over AdBlue
®-pompen beschikt
die speciaal ontworpen zijn voor
personenauto's.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf +25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is niet ontvlambaar, kleurloos
en geurloos (indien de vloeistof koel wordt
bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een blijvend branderig gevoel of blijvende
irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
7
Praktische informatie
198
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u het niet in het reser voir
kunt gieten. Laat de auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
Als er AdBlue
® op de carrosserie of op
een andere plaats is gemorst, spoel het
dan onmiddellijk weg met koud water of
veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water. F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel uit
het contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met Keyless entrée
and start op de knop " START/STOP" om de
motor af te zetten.
Toegang tot het AdBlue®-
reservoir
F Trek de zwarte afdekplaat aan
de onderzijde los.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Dampen met ammoniak werken irriterend op de
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
V
erwijder de dop.
F
P
ak een flacon of jerrycan AdBlue
®.
Controleer de houdbaarheidsdatum
en lees ver volgens aandachtig de
gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u
de inhoud van de jerrycan in het AdBlue-
reser voir van de auto giet.
Of F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp
in de vulopening van het reser voir en vul bij
tot het vulpistool automatisch afslaat.
F
V
oer na het bijvullen dezelfde handelingen
in omgekeerde volgorde uit.
F
B
reng de zwarte afdekplaat
aan, begin aan de bovenzijde.
F
O
pen voor toegang tot het AdBlue
®-
reservoir het linker voorportier. Om er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt:
•
V
ul 10 tot 13 liter bij met behulp van de
AdBlue
®-flacons.
Of
•
V
ul niet meer bij nadat het vulpistool
bij het tankstation automatisch is
afgeslagen.
Praktische informatie
199
Als het AdBlue®-reser voir van de auto
volledig leeg is, wat wordt bevestigd door
de melding "AdBlue bijvullen: starten
onmogelijk", moet u minimaal 5 liter
bijvullen.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt ,
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van
het Keyless entr y en star t-systeem in
het interieur te brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10 seconden wachten de motor.
Onderhoudstips
Algemene adviezen voor wat betreft het
onderhoud van uw auto vindt u in het garantie-
en onderhoudsboekje. Houd u aan de volgende voorschriften om beschadiging van uw auto te voorkomen:
-
G
ebruik voor het schoonmaken van de koplampen nooit een droge of schurende doek of
een schoonmaak- of oplosmiddel. Gebruik een spons met zeepwater of een pH-neutraal
product.
-
P
robeer hardnekkig vuil niet van de koplampen, de achterlichten en de randen er van
te ver wijderen door er langdurig een hogedrukreiniger op gericht te houden, om te
voorkomen dat de vernislaag en afdichtingen beschadigd raken.
-
G
ebruik nooit een schuurspons voor het ver wijderen van hardnekkig vuil, omdat hierdoor
de laklaag bekrast kan raken. Gebruik in plaats daar van een zachte doek met zeepsop.
-
R
einig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.
-
W
anneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren
en zorg afhankelijk van de uitvoering dat de sleutel wordt ver wijderd en het " Handsfree
toegang "-systeem wordt gedeactiveerd.
-
G
ebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor
het elektrische systeem beschadigd kan raken.
-
V
loeistof die in de bekerhouder wordt ver voerd (bijvoorbeeld in een mok) en wordt
gemorst, kan bij contact met schakelaars op het dashboard en de middenconsole storingen
veroorzaken. Wees voorzichtig.
Om te voorkomen dat stickers op de carrosserie beschadigd raken of losraken, is het
raadzaam om geen hogedrukreiniger te gebruiken voor het wassen van uw auto (afhankelijk
van de uitvoering). Het is raadzaam de auto te wassen met een sterk stromende waterstraal
en deze af te spoelen met gedemineraliseerd water.
Alleen een microvezeldoekje is geschikt voor het afvegen van uw auto. Dit moet schoon zijn
en voorzichtig worden gebruikt.
Laat lakreparaties uitsluitend over aan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
7
Praktische informatie
233
12V- ac c u ....................................... 19 4, 219 -220
180° te openen .......................................... 49-50
180° zicht naar achteren
...............................183
AAanhanger..................................................... 188
Aanhangergewichten ............................224-225
Aansluiting 12 V
...............................
...............77
Aansluiting 220 V
............................................ 78
ABS
........
....................................................... 11 0
Accessoires ................................................... 107
Accu
.............................................. 189, 219-222
Accucapaciteit
............................................... 219
Accu laden
.................................................... 221
Achterbank
...............................
.................63-64
Achterdeuren
.................. 3
7-38, 49 - 50, 214 -215
Achterklep
..................................... 37-38, 40, 50
Achterportieren
...............................
..........49-50
Achterruitverwarming
..................................... 91
Achterstoel en -bank op rails
.........63-64, 68-70
Achteruitrijcamera
.........................157, 18 0, 183
Achteruitrijcamera (op binnenspiegel)
.........18 0
Achteruitrijlicht
...................................... 214, 216
Actief dodehoekbewakingssysteem
............... 21
Ac
tieradius
...................................................... 29
Actieradius AdBlue
...........................15, 25, 194
Actieradius AdBlue
® ........................................ 25
A
ctive Safety Brake........................... 17, 171-173
Adaptieve cruise control met Stop-functie
......................................... 161-162
Adaptieve snelheidsregelaar
. 1
6 2 , 167, 170 -171
AdBlue
® ....................................... 1 5 -16, 25, 196
AdBlue® bijvullen ........................................... 19 8
AdBlue®-reservoir ......................................... 198
Advanced Grip Control .......................... 112 -113
Afmetingen
.................................................... 228
Afstandsbediening
...................... 3
1-36, 38, 140
Afstellen van de koplamphoogte
..................102
Afzetten van de motor ........................... 14 0, 142
Airbags .............................. 1
8, 117, 119 -120, 122
Airbags vóór
................................... 11 8 -11 9 , 12 2
Airconditioning
.................................... 86, 88 - 89
Airconditioning (handbediend)
.................87, 90
Airconditioning met gescheiden regeling
.......91
Alarmknipperlichten
.............................. 1
08, 200
Alarmsysteem
............................................ 51
- 5 2
Allesdragers
.................................................. 189
Antiblokkeersysteem (ABS)
...................109 -110
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
............... 33
A
ntispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
.............................. 17, 1 0 9 -11 3
Armleuning
...................................................... 75
Armleuning vóór
.............................................. 57
Audio-aansluitingen
................................... 7 7-78
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
........................ 8
8-89
Automatische ruitenwissers
..................103 -104
Automatische transmissie
~ Versnellingsbak,
automatische
...............145 -15 0, 15 3 -15 4, 19 5
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 108
Automatisch inschakelen verlichting
..............99
Automatisch noodremsysteem
.........17, 171-173
Aux-aansluitingen
........................................... 78
BBagageafdekking ............................................ 79
Bagagenet ....................................................... 78
Bagagenet voor hoge belading .......................81
Bagageruimte
.................................................. 50
Banden
................
.......................................... 19 6
Bandencompressor
...................................... 202
Banden oppompen
...................................... 19 6
Bandenreparatieset
..............................203-205
Bandenspanning
..........................196, 203, 205
Bandenspanningscontrole (met set)
..... 202
-205
Bandenspanning te laag (detectie)
...............15 4
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij ....................40, 94
Batterij afstandsbediening vervangen ~
A
fstandsbediening, batterij vervangen
........40
Bekerhouder
..............................
.....................75
Beladen
................................................... 8 0, 189
Beveiliging tegen beknellen ~ Klembeveiliging
............................................ 82
Bijvullen AdBlue
® .................................. 19 4, 198
Binnenspiegel
................................................. 60
BlueHDi
............................... 13, 15, 25, 194, 200
Bochtverlichting
............................................ 10 0
Bochtverlichting, statisch
.............................. 10 0
Boordcomputer
......................................... 28-29
Boordgereedschap
............................... 201-202
Brandstof
................................................... 7, 1 8 5
Brandstofadditief
............................. 1
4, 193, 195
Brandstofniveaumeter
............................ 185 -187
Brandstoftank
......................... 185 -18 6, 185 -187
Brandstof tanken
.................................... 185 -187
Brandstoftank leeg (diesel)
........................... 200
Brandstofverbruik
....................................... 7, 2 9
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
.... 18
5 -187
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
... 18
5 -187
Buitenlandse reizen
........................................ 97
Buitenspiegels ..................... 59 - 60, 91, 176, 178
CCentrale vergrendeling .............................31, 37
Claxon ........................................................... 109
Contact
................................................... 142-143
Contact aangezet
.......................................... 143
Controlelampjes
......................................... 1 0 -11
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle
.......................24-25
Controles
........................................ 19
1, 19 4 -195
.
Trefwoordenregister
234
Hoek van de stoel verstellen ....................5 4, 56
Hoofdsteunen verstellen .................................56
Hoofdsteunen vóór
......................................... 5
6
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling
..........................58
Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~ Gordelverstelling
....... 11
4
Hulpoproep
........................................... 108 -109
IIdentificatiegegevens .................................... 231
Identificatieplaatjes constructeur .................231
Identificatie (stickers)
.................................... 231
Indeling achter
..............................
..................81
Indeling interieur ~ Interieurindeling
....75 -76, 81
Individuele achterstoel(en) op rails
....71 - 7 2 , 115
Infraroodcamera
........................................... 157
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)
........................185 -187
Inrichting laadruimte
....................................... 79
Instapverlichting
...................................... 9 9 -10 0
Instrumentenpaneel
.................................. 9, 15 8
Intelligente tractiecontrole
............................11 0
Interieurfilter
............................................ 8 6, 19 4
Interieurfilter (vervangen)
.............................19 4
Interieurverlichting
...............................
...95, 102
ISOFIX
........................................... 13 0, 132-13 6
ISOFIX bevestigingen
.................... 1
2 9, 132-13 6
ISOFIX kinderzitjes
................................ 13 0 -13 6
JJack ............................... ..................................78
Jack-aansluiting .............................................. 78
KKaartleeslampjes ............................... .............95
DDagteller .......................................................... 27
Dashboardkastje ............................................. 76
Datum (instellen)
...............................
..............30
Datum instellen
............................................... 30
Derde remlicht
............................................... 215
Detectie obstakels
........................................ 178
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning,
detectie
...............
..........18, 154-155, 205, 210
Dieselfilter
..................................................... 191
Dieselmotor
............... 1
3, 18, 185, 191, 200, 225
Dimlicht
...................................... 20, 97, 211-213
Dimmer dashboardverlichting ~
D
ashboardverlichting (dimmer)
.................... 2
7
Display instrumentenpaneel
...........................28
Dodehoekbewaking
........................21, 176 , 178
Dodehoekdetectie
........................................... 21
Dubbele cabine met vaste achterbank
......7 3 -74
Dubbele cabine met wegklapbare bank
.........74
EEco-mode ~ Eco-modus ...............................189
Eco-rijden (adviezen) ........................................ 7
Eendelige vaste bank
................................64-65
Een lamp vervangen (achterdeuren)
............214
Electronic Stability Program (ESC)
.............................. 1
7, 1 0 9 -11 3
Elektrisch bedienbare schuifdeur
.. 3
7- 3 8 , 4 3 - 47
Elektrische ruitbediening
................................ 53
E
lektrisch kinderslot
..................................... 13 6
Elektrisch verstelbare stoelen
.................. 55
-56
Elektronische remdrukregelaar (REF)
.........11 0
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
.....................109 -110
Elektronische sleutel
...............................31, 14 3
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
................ 14
0
Elektronisch gestuurde versnellingsbak ....................145, 15 0 -152, 19 5
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
................1 0 9 -11 0 , 112 -113
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
.......109
Etiketten
................................................ 5, 63 - 64
Extra verwarming
................................. 51, 9 2- 9 4
FFlacon AdBlue® ............................................. 19 7
Follow me home-verlichting ............................ 3
2
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting
........................ 99
GGereedschap ....................................... 202, 206
Gereedschapskist ................................. 201-202
Gevarendriehoek
.......................................... 200
Gewichten
............................................. 22
4-225
Grootlicht
.............................. 2
0, 22, 97, 211-213
Grootlichtassistent
.......................... 2
0, 101, 174
HHalogeenlampen ....................................21 1-212
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld
..........14 5 -14 6 , 15 3 -15 4, 19 5
Handopvoerpomp
................................. 200-201
Handrem
............................................... 14 4, 19 5
Handsfree-schuifdeur
................................ 4
7- 4 9
Head-up display
..................................... 15
8 -159
Het opslaan van de snelheid
........................159
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
.................14 4 -145
Hoedenplank
................................................... 76
Hoek van de stoel
..............................
.............54
Trefwoordenregister
235
MMassagefunctie ...............................................58
Mat bevestigen ................................................ 75
Matten
............................................. 75, 141, 158
Mat verwijderen
.............................................. 75
Milieu
..................................................... 7, 40, 94
Mistachterlicht
...................... 1
9, 97-98, 214, 216
Mistlampen vóór ........................ 97-98, 100, 214
Moduwork .................................................. 60-62
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
...............................189
Motordiagnosesysteem
..................................16
Motoren
......................................................... 224
Motorkap
................................................ 19 0 -191
Motorkapsteun
.............................................. 191
Motorolie
....................................................... 192
Motorolieniveaumeter
...............................24-25
NNiveau AdBlue® ............................................. 19 4
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
.................... 19
3, 195
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
.............................. 2
4, 193
Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau
........ 1
05, 193
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
.................................... 193
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
............105, 193
Niveaus controleren
............................... 191-193
Niveaus en controles
............................. 191-193
Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof
~ Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
........193
Noodbediening achterklep
.............................. 40
Noodbediening portieren
.................... 3
2, 38 -39
Noodoproep ~ Urgence-oproep
...........108 -109
Noodprocedure starten
................................. 220
Kentekenplaatverlichting ..............................216
Keyless entry and start ..............31- 3 8, 141, 143
Kilometerteller
................................................. 27
Kinderbeveiliging
................................... 13 6 -137
Kinderbeveiliging achterportierruiten
...........137
Kinderen
......................................... 124, 13 0 -13 6
Kinderen (veiligheid)
..................................... 13 6
Kinderzitjes
............................. 11 6 -117, 12 0 -12 8
Kinderzitjes (conventioneel)
..................123 -128
Kleurcode lak
...............................
.................231
Klimaatregeling
......................................... 89, 92
Klokje (instellen)
.............................................. 30
Koelvloeistof
.................................................. 193
Koelvloeistoftemperatuur
..........................12, 24
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................24
Kofferdeksel sluiten
........................................ 50
K
oplampsproeiers
......................................... 104
Koplampverstelling
....................................... 102
Krik
................................................................ 206
LLaadschot........................................................ 79
Laadzone ................................ 3
3 -34, 42- 43, 80
Laden accu ~ Accu laden
.............................221
Lak
................................................................. 231
Lampen
...............
.......................................... 2 11
Lampen (vervangen)
............................. 21
1, 214
Lampen vervangen
.........211, 213 -216, 214 -216
Lane Departure Warning System (LDWS)
................................... 174 -175
Lekke band
............................. 202-203, 205-206
Lendensteun
.............................................
55, 58
Lendensteun, verstelling
................................. 55
L
ichtschakelaar
............................................... 97
Lokaliseren van de auto
..................................32
Luchtfilter
...................................................... 19 4
Luchtfilter (vervangen)
..................................19 4
Luchtrecirculatie ........................................ 88-90
Noodremassistentie (AFU) ~
Brake Assist System (BAS) .................109 -110
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS)
...................109 -110, 173
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
.......27
Nulstelling onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator resetten
.........23
OOliefilter ......................................................... 19 4
Oliefilter (vervangen) .................................... 19 4
Olieniveau
......................................... 2
4 -25, 192
Oliepeilstok
....................................... 24 -25, 192
Olieverbruik
................................................... 192
Onder de motorkap ~ Motorruimte
...............191
Onderhoud
...................................................... 13
Onderhoudscontroles
.................13, 23 -24, 194
Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator
.................. 2
3 -24
Ontdooien ............................................ 60, 90 -91
Ontgrendelen
................................. 3
1-32, 34-36
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen ............................41- 42
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur ontgrendelen
............................ 41
- 4 3
Ontluchten brandstofsysteem ~
B
randstofsysteem ontluchten
.....................200
Ontwasemen
............................................. 90 -91
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming
...................................91
Opbergvak ....................................................... 76
Opbergvakken
..............56, 63, 73 -74, 73 -76, 76
Opbergvakken portieren
........................... 7
5 -76
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen
......................31- 32, 50
Openen motorkap ~ Motorkap, openen ................................ 19 0 -191
.
Trefwoordenregister