Page 39 of 263

37
Elektrisch verstellen
F Beweeg schakelaar A naar rechts of links om de desbetreffende buitenspiegel te
selecteren.
F
D
uw knop B in een van de vier richtingen
om de spiegel af te stellen.
F
Ze
t schakelaar A weer in de middenstand.
Inklappen/uitklappen
Vergrendel de auto met de afstandsbediening
of met de sleutel; de spiegels worden ingeklapt.
Ontgrendel de auto met de afstandsbediening
of met de sleutel; de spiegels worden
uitgeklapt.
F
T
rek, als het contact is aangezet,
schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels in te klappen.
F
T
rek de schakelaar nogmaals naar achteren
om de buitenspiegels uit te klappen.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van schakelaar A , worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek in dat
geval nogmaals schakelaar A naar achteren.
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Houd hier rekening mee bij het inschatten van
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels
met de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u
uw auto in een
automatische autowasstraat laat wassen.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder
hinder onder vindt van bijvoorbeeld de zon
en van de koplampen van achteropkomend
verkeer.
Handbediend model
Verstellen
F S tel de spiegel af zoals deze in de dagstand
staat. Dag-/nachtstand
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
" Elektrochromatische " binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
3
Ergonomie en comfort
Page 143 of 263

141
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de regels die gelden in het
land waar u
zich bevindt.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem los te zetten,
-
a
ls het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te
slepen met draaiende motor,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.Toegang tot het gereedschap
Slepen van uw auto
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte.
Voor toegang:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
F
M
aak het klepje in de voorbumper los door
het rechts onder in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
H
et niet opvolgen van dit voorschrift kan
er toe leiden dat bepaalde componenten
(remsysteem, transmissie…) beschadigd
raken en dat de rembekrachtiger na het
opnieuw starten niet meer werkt.
F Ontgrendel het stuurslot door de contactsleutel één stand naar rechts te
draaien en zet de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de twee
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als het af te leggen traject beperkt.
Slepen van een andere auto
F Maak het klepje in de achterbumper los door op de onderkant er van te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de twee
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als het af te leggen traject beperkt.
8
In geval van pech
Page 239 of 263
05-18
Automobiles PEUGEOT verklaart dat, door
toepassing van de voorschriften in de Europese
regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking
tot autowrakken, wordt voldaan aan de in deze
richtlijn gestelde doelen en dat recycleerbare
materialen worden gebruikt voor de fabricage
van producten die door haar worden verkocht.Zonder schriftelijke toestemming van
Automobiles PEUGEOT is, verboden.
Gedrukt in de EUNéerlandais