3
.
bit.ly/helpPSA
.
Adviezen 80
S tarten-afzetten van de motor 8 1
Parkeerrem
8
2
Handgeschakelde versnellingsbak
8
3
Automatische transmissie (EAT6)
8
4
Schakelindicator
86
Hill Start Assist
87
S
top & Start
87
B
andenspanningscontrolesysteem
8
9
Snelheidsbegrenzer
91
Snelheidsregelaar
93
Snelheden opslaan
9
5
Active City Brake
9
6
Parkeerhulp
98
Achteruitrijcamera
100
Park Assist
1
00Geschikte brandstoffen 1
06
Brandstoftank 107
Tankbeveiliging (diesel)
1
08
Sneeuwkettingen
108
Trekhaak
109
E c o - m o d e
11 0
Allesdragers monteren
1
10
M o t o r k a p
111
M o t o r
11
2
Niveaus controleren
1
12
Controles
114
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 17
Gevarendriehoek
1
21
Brandstoftank leeg (diesel)
1
21
Bandenreparatieset
122
Reservewiel
125
Een lamp vervangen
1
29
Een zekering vervangen
1
33
12V- ac c u
137
Slepen
1
40Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
142
Benzinemotoren
143
Dieselmotoren
145
Afmetingen
147
Identificatie 148
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
Audio en telematica
Audiosysteem
Bluetooth-audiosysteem
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
4
Cockpit1
Buitenspiegels
Elektrische ruitbediening
2
Ontgrendelingshendel motorkap
3
Zekeringen dashboard
4
Binnenspiegel
Plafonnier
Sfeerverlichting interieur
Noodoproep of pechhulpoproep
Active City Brake
5
Touchscreen
Audiosysteem
Bluetooth-audiosysteem
Datum en tijd instellen
6
Ventilatie
Verwarming
Handbediende airconditioning
Automatische airconditioning
Ontwasemen/ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Ontwasemen/ontdooien achterruit
7
USB-aansluiting
12V-aansluiting
8
Handgeschakelde versnellingsbak
Automatische transmissie
Schakelindicator
9
Parkeerrem
10
Dashboardkastje
Zekeringen
Overzicht
7
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenredig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger enz.) van uw auto. Gebruik bij
voorkeur een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Ver vang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
o nderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u
daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de sponning van het
bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oorafgaand aan een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
Vergeet niet het reser vewiel en de wielen van
een aanhanger of caravan. Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter
ver vangen enz.) en houd u
daarbij aan het
in het onderhoudsschema van de fabrikant
voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u
dat brandstof
uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000
km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert. Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de
auto schadelijke stoffen uit. Bezoek in dat
geval zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om er voor
te zorgen dat de uitstoot van stikstofoxide van
uw auto weer aan de norm voldoet.
.
Eco-rijden
13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
Bepaalde storingen kunt u
zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van het
r o e t f i l t e r.
Voor andere problemen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uitvoeren.
Brandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en voer dan
(3) uit.
+
Lampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel
knippert en brandt
vervolgens permanent.Het onderhoudsinterval is
overschreden. Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudswerkzaamheden aan uw auto zo
snel mogelijk uitvoeren.
Voorgloeien
dieselmotor Brandt tijdelijk.
Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken.
Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u
de motor start.
Voet op het
koppelingspedaalBrandt permanent.Stop & Start: de START-stand
wordt niet geactiveerd omdat het
koppelingspedaal niet volledig wordt
ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
(3): ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
(1
) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue
®
(met 1,6 BlueHDi
Euro 6.1-motor)Brandt permanent zodra
het contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
van het aantal kilometers dat
u
nog kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 2400 en
6 00 km. Vul zo snel mogelijk AdBlue bij of voer (3) uit.
+ Het AdBlue
®-lampje
knippert en het
lampje Service
brandt permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en
een melding van het
aantal kilometers dat
u
nog kunt rijden. De actieradius is kleiner dan 600
km. Vul AdBlue bij om te voorkomen dat de motor niet
meer kan worden gestart of voer (3) uit.
Het AdBlue
®-lampje
knippert en het
lampje Service
brandt permanent,
in combinatie met
een geluidssignaal
en een melding
dat het starten is
geblokkeerd. Het AdBlue®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw te
kunnen starten.
U moet het reser voir bijvullen met minimaal 5
liter
AdBlue
®.
(2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue®
(met 1,5 BlueHDi
Euro 6.2-motor)Brandt ongeveer 30 seconden
zodra het contact is
aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding van het aantal
kilometers dat u
nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen de 2400 en
8 00 km. Vul AdBlue® bij.
Brandt permanent zodra
het contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
van het aantal kilometers dat
u
nog kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 800 en
10 0 km. Vul zo snel mogelijk AdBlue bij of voer (3) uit.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u
nog
kunt rijden. De actieradius is kleiner dan 100
km. U moet AdBlue bijvullen om te voorkomen dat de motor niet meer gestart kan worden of (3) uitvoeren.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding dat het starten
van de motor wordt
geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw te
kunnen starten.
U moet het reser voir bijvullen met minimaal 5
liter
AdBlue
®.
1
Instrumentenpaneel
18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteemBrandt permanent wanneer
het contact wordt aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
AdBlue®-lampje
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met het
permanent branden van
het lampje Ser vice en
het lampje Zelfdiagnose
motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking
tot de actieradius.Afhankelijk van het weergegeven
bericht kunt u nog 1100 km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer (3) zo snel mogelijk uit om te voorkomen dat het
starten wordt geblokkeerd
.
AdBlue®-lampje knippert
zodra het contact is
aangezet, in combinatie
met het permanent
branden van het lampje
Ser vice en het lampje
Zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Een startblokkering voorkomt het
opnieuw starten van de motor (limiet
toegestane rijfase overschreden na
bevestiging van een storing in het
emissieregelsysteem). Voer (2) uit om de motor weer te kunnen starten.
Mistachterlicht Brandt permanent. De verlichting brandt.
Instrumentenpaneel
20
Indicatoren
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende
kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of de afgelegde
afstand sinds het vorige verstreken
onderhoudsinterval voorafgegaan door het
teken "-".
Waarschuwings-
resp. verklikkerlampjeStatus OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt is
3000
tot 1000
km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van het
contact.
(Bij uitvoeringen met een
BlueHDi-dieselmotor
in combinatie met het
lampje Service).Het
onderhoudsinterval is
overschreden. Laat zo snel mogelijk
onderhoud uitvoeren.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen)
wordt berekend op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als
het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
- een waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of
geeft aan dat het onderhoudsinter val is
verstreken.Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u
de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u
na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Instrumentenpaneel