212Rijden en bedieningSysteem inschakelen
Druk op m; controlelamp m in de
instrumentengroep brandt wit.
Functie activeren
Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel naar SET/-, de
huidige snelheid wordt opgeslagen
en vastgehouden. De controlelamp
m in de instrumentengroep brandt
groen. U kunt het gaspedaal loslaten.
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het
gaspedaal wordt opnieuw de opge‐
slagen snelheid aangehouden.
Cruise control blijft tijdens het scha‐
kelen geactiveerd.
Versnellen
Houd, terwijl de cruise control actief
is, het stelwiel naar RES/+ gedraaid
of draai het meerdere malen kort naar
RES/+ : de snelheid loopt continu of in
kleine stappen op.
U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en deze opslaan door het stelwiel naar SET/- te draaien.
Vertragen
Houd, terwijl de cruise control actief
is, het stelwiel naar SET/- gedraaid of
draai het meerdere malen kort naar SET/- : de snelheid neemt continu of
in kleine stappen af.
Functie deactiveren
Druk op y, de controlelamp m in de
instrumentengroep brandt wit.
De cruise control wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het geheugen voor het later hervatten
van de snelheid.
Automatisch uitschakelen: ● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingesteldesnelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
218Rijden en bedieningAls dit symbool niet of kort verschijnt,reageert adaptieve cruise control niet
op voorliggers.
Functie deactiveren
De bestuurder deactiveert de adap‐
tieve cruise control door:
● y in te drukken.
● Te remmen.
● Het koppelingspedaal langer dan
vier seconden ingedrukt te
houden.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak op N
wordt gezet.
Het systeem wordt ook automatisch
gedeactiveerd als:
● De auto tot meer dan 190 km/u optrekt of tot minder dan
45 km/u vertraagt.
● Het Traction Control-systeem werkt.
● De elektronische stabiliteitsrege‐ ling werkt.
● Er gedurende een aantal minuten
geen ander verkeer of object
langs de weg wordt aangetroffen.In dit geval zijn er geen radar‐
echo's en kan de sensor melden
dat deze vervuild is.
● De actieve noodrem in werking treedt.
● Rijden op steile hellingen.
● De radarsensor vervuild is door ijs of waterfilm.
● Er een storing wordt geconsta‐ teerd in de radar, motor of hetremsysteem.
Wanneer adaptieve cruise control
wordt gedeactiveerd, verandert
controlelamp m van groen in wit en
verschijnt er een pop-upbericht op het
Driver Information Center.
De opgeslagen snelheid wordt
aangehouden tussen haakjes op het
Driver Information Center staat. Het
systeem wordt gedeactiveerd, maar
niet uitgeschakeld.
9 Waarschuwing
Na het deactiveren van de adap‐
tieve cruise control moet de
bestuurder de controle over het
remmen en gas geven overne‐
men.
Systeem uitschakelen
Druk op C om de adaptieve cruise
control te deactiveren. Controlelam‐
pen m en C op het Driver Information
Center doven. De opslagen snelheid
wordt gewist.
Door het uitschakelen van het
contact, wordt ook de adaptieve
cruise control uitgeschakeld en wordt
de opgeslagen snelheid gewist.
Aandacht van de bestuurder ● Let op met de adaptieve cruise control in bochten of op heuvel‐
achtige wegen, het systeem kan
contact met de voorligger verlie‐
zen en heeft de tijd nodig om
deze opnieuw te detecteren.
326Dagteller ...................................... 91
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 82
Dakconsole .................................. 65
Dakdrager .................................... 82
DEF ............................................ 197
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 256
Dieseluitlaatvloeistof ...................197
Digital Audio Broadcasting .........145
Dimlicht of grootlicht ...................117
Display-instellingen ............150, 152
Driepuntsgordel ........................... 46
Driver Information Center ...........104
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen .............89
Elektrische handrem .............99, 205
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 264
Elektronische rijprogramma's ....202
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...100
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 208
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............100Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............181
Erkenning van software ..............315
Event Data Recorders (EDR) .....319
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................143
Zenders opslaan .....................143
Favorieten................................... 160
Favorietenlijst ............................. 143
Filmbestanden ............................ 147
Films afspelen ............................ 152
Film via USB activeren ...............152
FlexOrganizer .............................. 77
Frontaal airbagsysteem ...............52
Frontaanrijdingswaarschuwing ...221
G
Gebruik ............... 132, 141, 156, 169
Bluetooth ................................. 147
Menu ....................................... 135
Navigatiesysteem ....................156
Radio ....................................... 141
Telefoon .................................. 173
USB ......................................... 147
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..318
Geluidsinstellingen .....................137
Geluidssignalen .........................109
Gereedschap ............................. 270Gesproken begeleiding ..............156
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................81
Gloeilamp vervangen ................257
Gordelverklikker ........................... 97
Gordijnairbagsysteem .................. 53
Grootlicht ........................... 102, 118
Grootlichtassistentie ...........102, 118
H
Halogeenkoplampen .................257
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................204
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................202
Handmatige stoelverstelling .........38
Handrem ............................. 204, 205
Handschoenenkastje ...................63
Handzender ................................. 20
Hellingrem ................................. 207
Het navigatiesysteem activeren. 156
Hoofdsteunen .............................. 35
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 185
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 59
Indicatie afstand tot voorligger ...225
329Snelkiesnummers.......................173
Spiegelverstelling ..........................8
Spraakherkenning ......................169
Sproeiervloeistof ........................254
Startbeveiliging ....................28, 102
Starten en bedienen ...................189
Starthulp gebruiken ...................287
Stemherkenning ......................... 169
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming ........................... 41
Stop/Start-systeem .....................192
Storing ....................................... 202
Storing elektrische handrem .........99
Storingsindicatielamp ..................98
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 149
Stroomonderbreking ..................203
Sturen ......................................... 189
Stuurbedieningsknoppen .............85
Stuurbekrachtiging .....................100
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......253
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 85
Symbolen ....................................... 4
Systeeminstellingen.................... 139
T
Tanken ....................................... 241
Te laag brandstofpeil .................102Telefoon
Algemene informatie ...............169
Beltoon selecteren ..................173
Bluetooth ................................. 169
Bluetooth-verbinding ...............170
Een nummer invoeren .............173
Functies tijdens het gesprek ...173
Hoofdmenu Telefoon ..............173
Inkomend gesprek ..................173
Noodoproepen ........................ 172
Oproepenhistorie ....................173
Snelkiesnummer .....................173
Telefoonboek .......................... 173
Telefoon activeren ......................173
Telefoonboek .............................. 173
Telefoonweergave ......................153
TMC-zenders .............................. 154
Toerenteller ................................. 92
Traction Control .........................207
Traction Control-systeem UIT..... 100
Trechter ...................................... 241
Trekhaak............................. 243, 245
Trekstang.................................... 243
Typeplaatje ................................ 299
U
Uitlaatfilter........................... 101, 195
Uitlaatgassen ............................. 195
Uitrol-brandstofafsluiter .............192
Uitstapverlichting .......................126USB
Afbeeldingenmenu USB ..........150
Algemene informatie ...............147
Apparaat aansluiten ................147
Audiomenu USB .....................149
Filmmenu USB ........................ 152
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 277
Vaste luchtroosters ....................186
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................44
Veiligheidsnet .............................. 79
Velgen en banden .....................271
Ventilatie ..................................... 179
Verbanddoos ............................... 81
Vergrendelingssysteem ...............25
Verkeersbordherkenning ....103, 234
Verkeersincidenten .....................166
Verlichting middenconsole ........125
Verlichtingsfuncties..................... 125
Verlichting zonneklep ................125
Versnellingsbak ........................... 15
Versnellingsbakdisplay ..............200
Verstelbare luchtroosters ........... 185
Vertraagde uitschakeling stroom 190
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................85