Verzorging van de auto197
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan vier
weken achtereen stilstaat, kan de
accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Ontlaadbeveiliging accu 3 131.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling of versto‐
ring van het stop-start-systeem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐ roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg dat de accu altijd wordt vervan‐
gen door hetzelfde type accu.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 146.
Accu opladen9 Waarschuwing
Voorkom bij auto's met Stop/Start-
systeem dat het oplaadpotentieel
niet hoger wordt dan 14,6 V bij
gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 225.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:
● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
Service en onderhoud233Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................233
Service-informatie ...................233
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............234
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................234Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 88.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
mogelijk een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 88.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud verricht worden, of na één jaar (afhankelijk van wat het eerst
wordt bereikt). Het controlesysteem
oliekwaliteit geeft aan of er tussen‐
tijdse verversing/vervanging van de
motorolie en het filter vereist is (indien eerder vereist dan de termijn voor‐
schrijft).
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
265Remassistentie .......................... 160
Rem- en koppelingssysteem .......95
Rem- en koppelingsvloeistof ......234
Remmen ............................ 159, 196
Remvloeistof .............................. 196
Reservewiel ............................... 222
Richtingaanwijzers ............... 93, 127
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......186
Rijregelsystemen ........................160
Rijverlichting .......................... 12, 98
S Schakelen ..................................... 96
Selectieve katalysatorreductie ....151
Service ....................................... 138 Service-display ............................ 88
Service-informatie ...................... 233
Sjorogen ...................................... 74
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................217
Snelheidsbegrenzer .............99, 165
Snelheidsmeter ............................ 85
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................196
Startbeveiliging ......................32, 98
Starten en bedienen ...................141
Starthulp gebruiken ...................225Stoelpositie .................................. 40
Stoelverstelling ........................6, 41
Stoelverwarming ........................... 43
Stop/Start-systeem .....................146
Storing ....................................... 156
Storingsindicatielamp ..................95
Stroomonderbreking ..................156
Sturen ......................................... 141
Stuurbedieningsknoppen .............78
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......195
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 78
Symbolen ....................................... 4
Systeem voor gecontroleerde afdaling ............................ 96, 162
T
Tanken ....................................... 181
Te laag brandstofpeil ...................98
Toerenteller ................................. 86
Traction Control .........................160
Traction Control-systeem UIT....... 97
Trekhaak .................................... 187
Trekken............................... 186, 227
Trekstang.................................... 186
Typeplaatje ................................ 237
U Uitlaatfilter................................... 149
Uitlaatgassen ............................. 149
Uitrol-brandstofafsluiter .............146Uitstapverlichting .......................130
Ultrasoonparkeerhulp .................169
Uplevel-display ........................... 100
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 105
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 217
Vaste luchtroosters ....................138
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................44
Velgen en banden .....................210
Ventilatie ..................................... 132
Ventilatieopeningen ....................137
Verbanddoos ............................... 74
Vergrendelingssysteem ...............31
Verkeersbordherkenning ......99, 173
Verlichting handschoenenkastje. 129
Verlichtingsfuncties..................... 130
Verlichting zonneklep ................129
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............154
Verstelbare luchtroosters ........... 137
Vertraagde uitschakeling stroom 144
Vertraagde vergrendeling .............28
Verwarmde spiegels ....................34
Verwarmd stuurwiel .....................78
Verwarming ................................. 43