Page 167 of 269

Rijden en bediening165●Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● De Traction Control (TC) of elek‐
tronische stabiliteitsregeling
(ESC) is actief.
● Handrem is ingeschakeld.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt
de cruisecontrol gedeactiveerd en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 30 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt nu hervat.
Systeem uitschakelen
Druk op m: het controlelampje m in de
instrumentengroep gaat uit. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise‐
control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
25 km/u.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bij
het afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Systeem inschakelen
Druk op L, symbool L licht op het
Driver Information Center.
Als de cruisecontrol eerder geacti‐ veerd was, wordt deze uitgeschakeld
als de snelheidsbegrenzer wordt
geactiveerd en het controlelampje m
dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen.
Op het Midlevel-display verschijnen
L en de snelheidslimiet.
Page 168 of 269

166Rijden en bediening
Op het Uplevel-display wordt L
groen.
Snelheidslimiet wijzigen Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
Wanneer de snelheidslimiet wordt
overschreden zonder dat de bestuur‐
der dit heeft gedaan, knippert de snel‐ heid in het Driver Information Center
en klinkt er een waarschuwingstoon.
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig in te trappen, tot
bijna tegen de aanslag. In dit geval
klinkt er geen waarschuwingstoon.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheidsbegrenzing wordt na het
bereiken van een lagere snelheid dan
de snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Functie deactiveren Druk op y: snelheidsbegrenzer
wordt gedeactiveerd en de snelheid
van de auto is niet meer begrensd.
Op het Midlevel-display verschijnt de
opgeslagen snelheidslimiet tussen
haakjes.
Op het Uplevel-display wordt L wit.
Ook verschijnt een bijbehorend
bericht.
De snelheidsbegrenzer wordt
gedeactiveerd, maar niet uitgescha‐
keld. De laatst opgeslagen snelheid
blijft in het geheugen voor het later
hervatten van de snelheid.
Snelheidslimiet hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+. De
opgeslagen snelheidslimiet wordt
bereikt en staat zonder haakjes op
het Driver Information Center.
Systeem uitschakelen
Druk op L, de snelheidslimiet in het
Driver Information Center dooft. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Door via m de cruisecontrol te active‐
ren wordt de snelheidsbegrenzer ook
gedeactiveerd en de opgeslagen
snelheid gewist.
Door het contact uit te schakelen
wordt de snelheidsbegrenzer ook
gedeactiveerd maar de snelheidsli‐
miet wordt opgeslagen voor de
volgende activering van de snelheids‐ begrenzer.
Frontaanrijdingswaarschu‐
wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken.
Page 265 of 269

263Binnenspiegels............................. 34
Binnenverlichting .......................129
BlueInjection ............................... 151
Bolle vorm .................................... 33
Boordgereedschap .....................209
Boordinformatie .........................107
Brandstof .................................... 178
Brandstofkeuzeschakelaar ..........87
Brandstofmeter ............................ 86
Brandstof voor benzinemotoren 178
Brandstof voor dieselmotoren ...180
Brandstof voor lpg-aandrijving ....181
Buitenspiegels .............................. 33
Buitentemperatuur .......................81
Buitenverlichting .........................120
C
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 79
Code ........................................... 107
Conformiteitsverklaring ...............249
Contactslotstanden ....................142
Controlelampen ............................ 89
Controlelampjes............................ 85
Controle over de auto ................141
Controles .................................... 192
Cruise control ...................... 99, 163
D
Dagrijlicht ................................... 124
Dagteller ...................................... 85Dak............................................... 37
Dakbelasting ................................. 75
Dakdrager .................................... 75
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
DEF ............................................ 151
Diefstalalarmsysteem ..................31
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 198
Dieseluitlaatvloeistof ...................151
Draagsysteem achterzijde ............61
Driepuntsgordel ........................... 45
Driver Information Center ...........100
E Elektrisch bediende ruiten ...........35
Elektrische aansluitingen .............84
Elektrische verstelling ..................33
Elektrisch systeem...................... 204
Elektronische rijprogramma's ....156
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....96
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 161
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............96
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............134
Elektronisch sleutelsysteem .........22
ERA GLONASS .......................... 117Erkenning van software ..............253
Event Data Recorders (EDR) .....257
F Fietsendrager ............................... 61
Flex-Fix-systeem .......................... 61
Frontaal airbagsysteem ...............50
Frontaanrijdingswaarschuwing ...166
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..256
Geluidssignalen .........................107
Gereedschap ............................. 209
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................74
Gloeilamp vervangen ................199
Gordelverklikker ........................... 94
Gordijnairbagsysteem .................. 52
Groot licht ............................ 98, 121
Grootlicht-assistent .......................98
Grootlichtassistentie ...................122
H Halogeenkoplampen .................199
Handbediende ruiten ...................35
Handgeschakelde versnellingsbak ......................157
Handmatige dimfunctie ................34
Handmatige modus ...................155