Telefoon1074. Het infotainmentsysteem en hetapparaat zijn gekoppeld. Het tele‐foonmenu verschijnt.
5. Indien aanwezig op het Bluetooth-
apparaat, worden het telefoon‐
boek en de bellijsten naar het info‐ tainmentsysteem gedownload.
Bevestig indien nodig de melding
op uw smartphone.
Let op
Om de contacten door het infotain‐
mentsysteem te laten lezen, moeten ze zijn opgeslagen in het telefoon‐
geheugen van de mobiele telefoon.
Een ander apparaat koppelen
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Druk op Toevoegen om het koppe‐
lingsproces van een ander apparaat
te starten.
Ga verder met stap 2 van "Het eerste
apparaat koppelen" (zie hierboven).
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .Kies het gewenste apparaat en selec‐
teer Verbinden .
Zo nodig wordt de verbinding met het huidige apparaat verbroken. Het
geselecteerde apparaat wordt
verbonden.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat momenteel is
verbonden en selecteer Verbreken.
De verbinding met het apparaat wordt
verbroken.
Een apparaat wissen Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat u uit de appa‐ ratenlijst wilt verwijderen en selecteer
Wissen .
Het apparaat is gewist.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
108Telefoongedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer
Toetsen . Het toetsenblok verschijnt.
Draai aan MENU om het cijfer dat u
wilt invoeren te markeren en druk op
MENU om het betreffende cijfer te
selecteren. Voer het gewenste
nummer in.
Selecteer k of druk op BACK om
cijfers te verwijderen.
Selecteer Bel om het telefoongesprek
te initiëren.
Contacten
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer Contactpersonen . De
contactenlijst wordt getoond.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste contactpersoon. De
contactpersoon wordt weergegeven.
Selecteer een van de onder het
contact opgeslagen telefoonnum‐
mers. Het nummer wordt gebeld.
110TelefoonBeëindigen van telefoongesprekken
De gesprekken kunnen één voor één worden beëindigd.
Selecteer Einde. Het huidige gesprek
wordt beëindigd.
Tekstberichten
Tekstberichten die binnenkomen
wanneer de telefoon op het infotain‐
mentsysteem is aangesloten, kunnen op het infodisplay worden weergege‐
ven.
Voorwaarden Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van de betreffende telefoon moet geac‐
tiveerd zijn (zie de gebruiksaan‐
wijzing van uw apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon moet het apparaat wellicht op "zicht‐baar" staan (zie de gebruiksaan‐wijzing van uw apparaat).● De betreffende telefoon moet
aan/op het infotainmentsysteemgekoppeld en aangesloten zijn.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving 3 106.
● De betreffende telefoon moet Bluetooth Message Access
Profile (BT MAP) ondersteunen.
Een bericht bekijken Let op
Bij een snelheid van meer dan
8 km/u verschijnt het tekstbericht
niet op het scherm.
Als er een nieuw tekstbericht binnen‐
komt, verschijnt er een bericht.
Selecteer Bekijken om het bericht te
lezen.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen: 10 watt
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het instructieboekje, het
hoofdstuk Airbagsysteem .
112TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .......82, 105
Algemene informatie ..........100, 104
AUX ......................................... 100
Bluetooth-muziek ....................100
Infotainmentsysteem .................82
Radio ......................................... 95
Telefoon .................................. 105
USB ......................................... 100
Antidiefstalfunctie ........................83
Audio afspelen ............................ 102
Audiobestanden ......................... 100
Automatische volumeregeling ......92
Auto Set ........................................ 92
AUX ............................................ 100
AUX activeren............................. 102
B BACK-knop ................................... 91
Basisbediening ............................. 91
Bedieningspaneel .....................91
Bediening.................................... 108 AUX ......................................... 102
Bluetooth-muziek ....................102
Infotainmentsysteem .................89
Menu ......................................... 91
Radio ......................................... 95
Telefoon .................................. 108
USB ......................................... 102Bedieningselementen
Infotainmentsysteem .................84
Stuurwiel ................................... 84
Bedieningspaneel Infotainment ....84
Beltoon ....................................... 108
Bestandsindelingen Audiobestanden ......................100
Bluetooth-muziek ........................100
Bluetooth-verbinding ..................106
C Categorielijst ................................. 95
D
DAB .............................................. 98
DAB-koppeling.............................. 98
Digital Audio Broadcasting ...........98
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...92
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................96
Zenders opslaan .......................96
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentielijst ............................... 95
G
Gebruik ........................... 89, 95, 104
AUX ......................................... 102
Bluetooth-muziek ....................102
Infotainmentsysteem .................89
113Menu......................................... 91
Telefoon .................................. 108
USB ......................................... 102
Geluidsinstellingen .......................91
I
Infotainmentsysteem activeren .....89
Infotainmentsysteem inschakelen 89
Intellitext ....................................... 98
K Koppelen .................................... 106
L
L-Band .......................................... 98
M
Maximaal opstartvolume............... 92
Menubediening ............................. 91
MENU-knop .................................. 91
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................110
Mute.............................................. 89
N Noodoproep ................................ 107
O
Overzicht bedieningselementen ...84R
Radio Categorielijst ............................. 95
DAB ........................................... 98
DAB-berichten ........................... 98
DAB-menu................................. 98
Digital Audio Broadcasting ........98
Favoriete lijsten ......................... 96
FM menu ................................... 97
Frequentielijst ............................ 95
Golfband.................................... 95
Intellitext .................................... 98
L-Band....................................... 98
Radio Data System ...................97
RDS........................................... 97
Regio ......................................... 97
Regio-instelling.......................... 97
TP.............................................. 97
Verkeersinformatie ....................97
Zender zoeken .......................... 95
Zenderlijst.................................. 95
Zenders ophalen .......................96
Zenders opslaan .......................96
Radio activeren............................. 95
Radio Data System ...................... 97
Regio ............................................ 97
Regio-instelling ............................. 97S
Selectie van frequentiebereik .......95
Spraakherkenning ......................104
Stemherkenning ......................... 104
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 102
Systeeminstellingen...................... 92 Fabrieksinstellingen terugzetten 92
Taal ........................................... 92
Tijd- en datuminstellingen .........92
Valetmodus ............................... 92
T
Taal............................................... 92
Tekstberichten ............................ 110
Telefoon Algemene informatie ...............105
Beltoon .................................... 108
Bluetooth ................................. 105
Bluetooth-verbinding ...............106
Handsfree-modus.................... 108
Noodoproepen ........................ 107
Recente oproepen ..................108
Tekstberichten......................... 110
Telefoonboek .......................... 108
Telefoonboek .............................. 108
Telefoongesprek Afwijzen ................................... 108
Initiëren ................................... 108
Opnemen ................................ 108