Verzorging van de auto131Algemene informatie
Accessoires en modificaties van auto
Het wordt geadviseerd alleen gebruik te maken van originele onderdelen,
accessoires en andere uitdrukkelijk
door de fabriek voor uw autotype
goedgekeurde onderdelen. Voor
andere onderdelen kunnen wij – ook
als deze door autoriteiten of anders‐
zins zijn goedgekeurd – niet beoorde‐ len of deze betrouwbaar zijn en er
evenmin garant voor staan.
Bij eventuele aanpassingen, omzet‐
tingen of andere wijzigingen in de
standaard voertuigspecificaties
(waaronder, zonder beperkingen,
softwarematige aanpassingen,
aanpassingen in de elektronische
regeleenheden) wordt de door Opel
geboden garantie mogelijk ongeldig.
Dergelijke veranderingen kunnen
bovendien van invloed zijn op de
bestuurdersondersteuningssyste‐
men, het brandstofverbruik, de CO 2-
uitstoot en andere stoffen die hetvoertuig uitstoot. Zij kunnen boven‐
dien de voertuigwerkingsgoedkeu‐
ring invalideren.Voorzichtig
Wanneer het voertuig getranspor‐
teerd wordt op een trein of een
takelwagen kunnen de spatlappen beschadigd worden.
Auto stallen
Langdurig stallen Wanneer u de auto meerdere maan‐
den moet stallen:
● Auto wassen en conserveren.
● Conservering van motorruimte en bodemplaat laten controleren.
● Afdichtrubbers reinigen en conserveren.
● Brandstoftank volledig vullen.
● Motorolie verversen.
● Sproeiervloeistofreservoir leeg‐ maken.
● Vorst- en corrosiebestendigheid koelvloeistof controleren.
● Bandenspanning instellen op dewaarde voor maximale belading.
● Auto in een droge en goed geventileerde ruimte parkeren.Eerste versnelling of achteruit‐
versnelling inschakelen. Voorko‐
men dat de auto kan gaan rollen.
● Handrem niet aantrekken.
● Motorkap openen, alle portieren sluiten en auto vergrendelen.
● Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten dat
geen van de systemen werkt,
waaronder het diefstalalarmsys‐
teem.
Weer in gebruik nemen Wanneer u de auto weer in gebruik
neemt:
● Poolklem op de minpool van de accu aansluiten. Elektronica voor
de elektrische ruitbediening
inschakelen.
● Bandenspanning controleren.
● Sproeiervloeistofreservoir vullen.
● Motoroliepeil controleren.
136Verzorging van de autoAccu
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij mits uw rijstijl zodanig is dat de accu voldoende wordt opgeladen. Bij
korte ritten en veelvuldig starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische
verbruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan vier
weken achtereen stilstaat, kan de
accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 98.
De accu ontkoppelen
Als de boordaccu moet worden losge‐
koppeld (bijv. voor onderhoudswerk‐
zaamheden), moet de alarmsirene
als volgt worden gedeactiveerd:
Schakel het contact in en uit en
ontkoppel de boordaccu binnen
15 seconden.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk
gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling of versto‐ ring van het stop-start-systeem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Let erop dat de accu altijd door een
accu van dezelfde soort wordt
vervangen.
Wij bevelen het gebruik aan van een
originele Opel-accu.Let op
Als u een andere AGM-accu
gebruikt dan de originele Opel accu,
kunnen slechtere prestaties het
gevolg zijn.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Accu opladen9 Waarschuwing
Voorkom bij auto's met Stop/Start-
systeem dat het oplaadpotentieel
niet hoger wordt dan 14,6 V bij
gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 164.
Stop-startsysteem 3 112.
194TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............171, 176
Aanduidingen op banden ..........150
Aansteker .................................... 64
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 131
Accu ........................................... 136
Achterdeuren ............................... 23
Achterlichten .............................. 141
Achterruitverwarming ................... 30
Achteruitrijlichten .........................96
Afmetingen auto ........................180
Airbag deactiveren ....................... 44 Airbag-deactivering ...................... 71
Airbag en gordelspanners ...........71
Airbaglabel.................................... 38
Airbagsysteem ............................. 38
Airconditioning ........................... 100
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 107
Alarmknipperlichten .....................94
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 108
Antiblokkeersysteem .................116
Antiblokkeersysteem (ABS) .........73
Asbakken ..................................... 64
Autogegevens ....................176, 179
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 166Auto stallen ................................. 131
Autostop ..................................... 112
B Bagageruimte ........................ 23, 53
Bagageruimte-afdekking .............55
Bandenreparatieset ...................156
Bandenspanning .......................150
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 74, 151
Bandenspanningswaarden ........181
Batterijspanning ........................... 84
Bedieningsorganen ......................60
Bekerhouders .............................. 52
Bekleding .................................... 168
Beladingsinformatie .....................58
Beslagen lampglazen ..................96
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 121
Binnenspiegels ............................. 27
Binnenverlichting .................97, 143
Bochtverlichting ............................ 94
Boordgereedschap .....................149
Boordinformatie ........................... 82
Brandstof .................................... 127
Brandstofmeter ............................ 66
Brandstof voor benzinemotoren 127
Buitenspiegels .............................. 26
Buitentemperatuur .......................62
195CCentrale vergrendeling ................20
Claxon ................................... 13, 61
Code ............................................. 82
Conformiteitsverklaring ...............182
Contactslotstanden ....................109
Controlelampen ......................65, 68
Controle over de auto ................108
Controles .................................... 132
Cruise control ...................... 76, 121
D Dagrijlicht ..................................... 94
Dagteller ...................................... 65
Dak ............................................... 30
Dakbelasting ................................. 58
Dakdrager .................................... 57
Derde remlicht ........................... 143
Diefstalalarmsysteem ..................25
Dimlicht of grootlicht .....................93
Driepuntsgordel ........................... 37
Driver Information Center .............76
E Eerste hulp ................................... 57
Elektrisch bediende ruiten ...........28
Elektrische aansluitingen .............64
Elektrische verstelling ..................26
Elektrisch systeem...................... 144
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....74Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) ...................................... 119
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............................................ 73
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............102
Erkenning van software ..............185
Event Data Recorders (EDR) .....189
F
Frontaal airbagsysteem ...............42
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..188
Geluidssignalen ........................... 84
Gereedschap ............................. 149
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................56
Gloeilamp vervangen ................138
Gordels ......................................... 36
Gordelverklikker ........................... 71
Gordijnairbagsysteem .................. 43
Groot licht .............................. 75, 93
H Halogeenkoplampen .................138
Handbediende ruiten ...................28
Handgeschakelde versnellingsbak ......................115Handmatige dimfunctie ................27
Handmatig verstellen ...................26
Handrem ............................. 116, 117
Handschoenenkastje ...................52
Handzender ................................. 19
Hellingrem ................................. 117
Hoofdsteunen .............................. 32
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 48
Info-Display................................... 81 Info-Displays ................................. 76
Inklapbare spiegels .....................26
Inleiding ......................................... 3
Instrumentengroep ......................65
Instrumentenverlichting .............144
Interieurverlichting ........................96
K Katalysator ................................. 115
Kentekenverlichting ...................143
Kilometerteller .............................. 65
Kindersloten ................................. 22 Kinderveiligheids-systemen ..........45
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ..................99
Klok .............................................. 62
Koelvloeistof .............................. 134
Koelvloeistof en antivries ............171