150InfotainmentsysteemInfotainmentsystee
mInleiding ..................................... 150
Basisbediening .......................... 154
Profielen ..................................... 158
Audio .......................................... 159
Navigatie .................................... 161
Navigatiesysteem ....................161
Connected Navigation .............163
Spraakherkenning .....................164
Algemene informatie ...............164
Gebruik .................................... 166
Telefoon ..................................... 168
Algemene aanwijzingen ..........168
Bluetooth-verbinding ...............168
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 170Inleiding
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met behulp van radiotunerfuncties kunnen veel radiozenders worden
opgeslagen als favorieten.
Externe gegevensopslagapparaten
kunnen worden aangesloten op het Infotainmentsysteem als andere
audiobronnen; via USB of via Blue‐
tooth ®
.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om een mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
Specifieke smartphone-apps kunnen
ook worden bediend via het Infotain‐
mentsysteem.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met het aanraak‐
scherm en de knoppen op het stuur‐
wiel, de knoppen op het stuurwiel of
via spraakherkenning (Multimedia
Navi Pro).Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Bezoek ons voor meer informatie,
waaronder enkele video's, online.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
160InfotainmentsysteemWanneer een externe audiobron (via
USB of Bluetooth) wordt verbonden
en wordt geselecteerd als audiobron
verschijnen de volgende extra
symbolen op het audioscherm:= of l:Afspelen onderbreken of
hervatten.n:Tracks in willekeurige volg‐
orde afspelen.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MPEG-4 (AAC LC, HE
AAC, ALAC), FLAC, MP3, Vorbis,
PCM/WAVE, SBC.
Favorieten opslaan
Er zijn twee manieren om een radio‐
zender op te slaan als favoriet:
● Houd uw vinger op een van de voorkeuzetoetsen totdat er een
bijbehorend bericht verschijnt.
De momenteel actieve radiozen‐
der wordt nu opgeslagen als
favoriet en kan worden opge‐
vraagd door de betreffende voor‐
keuzetoets aan te raken.
● Raak a en daarna het
symbool ; naast de betreffende
radiozender aan. De radiozender
wordt opgeslagen als favoriet
wanneer het symbool ; groen is.
Verkeersinformatie Verkeersinformatie is een service vanFM-radiozenders. Bij het activeren
van verkeersinformatie wordt de
momenteel beluisterde audiobron
onderbroken wanneer een FM-radio‐
zender verkeersberichten uitzendt.
Na afloop van de verkeersberichten
klinkt de audiobron weer. Tijdens het
uitzenden van verkeersberichten
staat het volume hoger.Er zijn twee manieren om verkeersin‐ formatie te activeren of te deactive‐
ren:
● Ga naar het startscherm, selec‐ teer Instellingen en ga naar
Apps . Verkeersinformatie kan
worden geactiveerd of gedeacti‐
veerd in het menu Audio.
● Wanneer FM de actieve audio‐ bron is, verschijnt er een knop
TP op het audioscherm.
Verkeersinformatie wordt door
aanraken van TP geactiveerd of
gedeactiveerd. Een gele lijn geeft aan dat verkeersinformatie geac‐ tiveerd is.
DAB-berichten
DAB-berichten zijn een service van
DAB-radiozenders. DAB-berichten
worden verdeeld in verschillende
categorieën zoals verkeer, nieuws,
weer, enz.
Ga voor activeren of deactiveren van
DAB-berichten naar het startscherm,
selecteer Instellingen , ga naar Apps
en selecteer het menu Audio. De
Infotainmentsysteem163U kunt gesproken instructies
opnieuw afspelen en afzonder‐
lijke navigatiemanoeuvres
verwijderen door / aan te raken.
De route wordt opnieuw bere‐
kend.
Routebegeleiding stoppen
Raak voor stoppen van een actieve
routebegeleiding & naast de groene
navigatiebalk aan.
Connected Navigation De functie Connected Navigation
omvat Live Traffic Information, geper‐ sonaliseerd zoeken en routebegelei‐
ding, anticiperende navigatie
alsmede parkeerinformatie en infor‐
matie over brandstofprijzen.
Live Traffic De functie Connected Navigation
geeft in real time verkeersinformatie
over bijvoorbeeld files en wegwerk‐ zaamheden. Raak voor weergeven
van de verkeersinformatielijst 7 op
het navigatiescherm aan. Verkeers‐
informatie langs de route en in debuurt verschijnt als een lijst. Op het
navigatiescherm worden wegwerk‐
zaamheden aangegeven door
verkeersborden en de verkeersdicht‐
heid wordt aangegeven door oranje
en rode wegen. De verkeersdichtheid wordt ook aangegeven wanneer de
verkeersinformatielijst leeg is
vanwege geen incidenten als
wegwerkzaamheden of ongevallen.
Let op
Bij gebruik van de functie Connected
Navigation verbruikt u OnStar-data
of mobiele data. Hierbij kunnen er
extra kosten ontstaan.
Netwerkverbinding
Om de functie Connected Navigation
te kunnen gebruiken is een netwerk‐
verbinding nodig. Hiervoor kunt u
OnStar of een mobiele hotspot, bijv.
een mobiele telefoon, gebruiken.
Bij verbinding met een hotspot
verschijnt het Wi-Fi-symbool op de
onderste balk. Als er een mobiele
telefoon is verbonden via Bluetooth,
verschijnt het Wi-Fi-symbool maargedurende enkele seconden. Het
Wi-Fi -symbool verschijnt op het uitge‐
breide statusscherm.
Connected Navigation wordt aange‐
geven door het woord LIVE op het
verkeerssymbool 7 op het navigatie‐
scherm.
Let op
Wanneer er geen verkeersinforma‐
tie beschikbaar is, hoewel LIVE op
het verkeerssymbool 7 verschijnt,
is de netwerkverbinding mogelijk
onderbroken. Wacht enkele minuten
totdat de netwerkverbinding er weer
is.
Gepersonaliseerd zoeken en
routebegeleiding
De functie Connected Navigation
omvat gepersonaliseerd zoeken en
routebegeleiding. Het systeem leert
het patroon van de bestuurder en
suggereert routes en markante
punten die bij de specifieke behoeften
en interesses van de bestuurder
passen.
168InfotainmentsysteemTelefoon
Algemene aanwijzingen Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de telefoonfunctie volledig. Daarom kan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon ● Favorieten : Lijst met favoriete
contacten.
● Toetsenbord : Hiermee kunt u
telefoonnummers invoeren en
kiezen.
● Recent : Lijst met recente tele‐
foonoproepen.
● Contacten : Lijst met contacten.
● Telefoons : Overzicht van verbon‐
den en losgekoppelde telefoons.Bluetooth-verbinding
Een telefoon koppelen Ga als volgt te werk om een mobiele
telefoon te koppelen:
1. Activeer Bluetooth op de mobiele telefoon en zorg dat deze voor
andere apparaten zichtbaar is.
2. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display het tabblad
Telefoons .
3. Raak als er nog geen telefoon is gekoppeld Telefoon verbinden
aan.
4. Druk op Telefoon toevoegen .
5. Selecteer het Infotainmentsys‐ teem uit de lijst met Bluetooth-
apparaten op de mobiele tele‐
foon.
6. Vergelijk en bevestig de getoonde
code op de mobiele telefoon en op
het Info-Display. Raak Koppelen
op het Info-Display aan.
Bij sommige mobiele telefoons
moet u toegang hebben tot
bepaalde telefoonfuncties, volg
de instructies op.Zodra de mobiele telefoon is gekop‐
peld, wordt deze automatisch verbon‐ den en getoond als Verbonden.
Verbinden
Als er diverse gekoppelde mobiele
telefoons tegelijkertijd binnen het
bereik van het systeem komen:
● wordt alleen de eerste door het systeem gedetecteerde telefoonautomatisch verbonden of
● wordt de mobiele telefoon die is toegewezen als Als eerste
verbinden automatisch verbon‐
den of
● wordt Tweede telefoon geacti‐
veerd en kunnen er twee tele‐
foons tegelijkertijd worden
verbonden
Infotainmentsysteem169Als eerste verbinden
Een telefoon toewijzen als Als eerste
verbinden :
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Telefoons.
2. Raak / naast de gekoppelde
mobiele telefoon aan om het
instellingenmenu te openen.
3. Als eerste verbinden activeren.
Tweede telefoon
U kunt een tweede mobiele telefoon
naast de primaire telefoon met het
systeem verbinden.
Twee telefoons tegelijkertijd met
Bluetooth laten verbinden:
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Telefoons.
2. Raak / naast de gekoppelde
mobiele telefoon aan om het
instellingenmenu te openen.
3. Tweede telefoon activeren.
De telefoon die het eerst is verbonden wordt automatisch als eerste telefoon
toegewezen. Met de primaire telefoon
kunt u uitgaande oproepen plegen en inkomende oproepen ontvangen. U
hebt ook toegang tot de contacten.Met de secundaire telefoon kunt u
alleen via het Infotainmentsysteem
inkomende oproepen ontvangen. U
kunt echter via de secundaire tele‐
foon zelf een uitgaande oproepen
plegen, maar dan met behulp van de
microfoon in de auto.
Toewijzing mobiele telefoons
omschakelen
U kunt de toewijzing van de mobiele
telefoons omschakelen van primaire
naar secundaire telefoon of vice
versa.
Voorwaarde is dat Tweede telefoon
voor beide mobiele telefoons is geac‐ tiveerd.
Toewijzing mobiele telefoons
omschakelen:
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Telefoons.
2. Raak de betreffende mobiele tele‐
foon aan.
3. De toewijzing van de mobiele tele‐
foon verandert van primaire in
secundaire telefoon of vice versa.Wanneer Als eerste verbinden voor
een mobiele telefoon is geactiveerd,
wordt deze telefoon automatisch
verbonden als primaire telefoon.
Verbonden mobiele telefoon
ontkoppelen
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Telefoons.
2. Raak / naast de gekoppelde
mobiele telefoon aan om het
instellingenmenu te openen.
3. Druk op Verbinding verbreken .
Gekoppelde mobiele telefoon
verwijderen
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Telefoons.
2. Raak / naast de gekoppelde
mobiele telefoon aan om het
instellingenmenu te openen.
3. Druk op Telefoon verwijderen .
346Klantinformatiemaar niet beperkt tot verschil‐
lende uitvoeringen van de hoofd‐
letters en kleine letters), "Pocket
UnZip", "WiZ" of "MacZip", zonder
de uitdrukkelijke toestemming van Info-ZIP. In dergelijke gewijzigde
versies is het daarnaast verboden
om een onjuiste voorstelling van
zaken te geven als gevolg van het gebruik van de e-mailadressen
van Zip-Bugs of Info-ZIP of de
URL('s) van Info-ZIP.
4. Info-ZIP behoudt het recht om de namen “Info-ZIP,” “Zip,” “UnZip,”
“UnZipSFX,” “WiZ,” “Pocket UnZip,” “Pocket Zip” en “MacZip”te gebruiken voor zijn eigen bron‐
versies en binaire versies.
Software-update
Het Infotainmentsysteem kan gese‐ lecteerde software-updates via een
draadloze verbinding downloaden en
installeren.
Let op
De beschikbaarheid van deze
draadloze boordsoftware-updates
varieert per auto en land. Ga voor
meer informatie naar onze website.Internetverbinding
Voor het draadloos downloaden van
boordsoftware hebt u internetconnec‐
tiviteit nodig, via de ingebouwde
OnStar-verbinding van de auto of een andere met wachtwoord beveiligde
Wi-Fi Hotspot, bijv. via een mobiele
telefoon.
Selecteer voor het verbinden van het
Infotainmentsysteem met een
hotspot Instellingen op het start‐
scherm, Wi-Fi en dan Wi-Fi-
netwerken beheren . Selecteer het
gewenste Wi-Fi-netwerk en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Updates
Het systeem vraagt u bepaalde upda‐ tes te downloaden en te installeren.
Er is ook een optie om handmatig op updates te controleren.
Selecteer voor handmatig controle‐
ren op updates Instellingen op het
startscherm, Software-informatie en
Systeemupdate . Volg de aanwijzin‐
gen op het scherm.Let op
De stappen voor het downloaden en installeren van updates kunnen perauto variëren.
Let op
Tijdens het installeren werkt de auto mogelijk niet.
Gedeponeerde handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.
353BBagageruimte ........................ 28, 76
Bagageruimte-afdekking .............79
Bandenreparatieset ...................296
Bandenspanning .......................291
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 112, 292
Bandenspanningswaarden ........332
Baselevel-display........................ 114
Basisbediening ........................... 154
Batterijspanning .........................127
Bediening met display ................154
Bedieningselementen .................150
Bedieningsorganen ......................90
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 312
Beladingsinformatie .....................87
Beslagen lampglazen ................145
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 210
Beveiliging van de auto ................33
Binnenspiegels ............................. 39
Binnenverlichting ...............145, 283
Blindehoeksysteem ....................240
BlueInjection ............................... 193
Bluetooth-verbinding ..................168
Bochtverlichting .......................... 139
Bolle vorm .................................... 37
Boordgereedschap .....................289
Boordinformatie .........................126Brandstof.................................... 256
Brandstofmeter .......................... 105
Brandstof voor benzinemotoren 256
Brandstof voor dieselmotoren ...257
Buitenspiegels .............................. 37
Buitentemperatuur .......................94
Buitenverlichting .........................136
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 91
Conformiteitsverklaring ...............338
Connected Navigation ................163
Controlelampen ..................103, 107
Controle over de auto ................184
Controles .................................... 267
Cruise control ....................113, 210
D
DAB-berichten ............................ 159
Dagrijlicht ................................... 139
Dagteller .................................... 104
Dak ............................................... 43
Dakbelasting ................................. 87
Dakdrager .................................... 86
DEF ............................................ 193
Diefstalalarmsysteem ..................34
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 272
Dieseluitlaatvloeistof ...................193
Dimlicht of grootlicht ...................136Driepuntsgordel ........................... 57
Driver Information Center ...........114
E Een telefoon koppelen ................168
Een telefoon verbinden ..............168
Elektrisch bediende ruiten ...........40
Elektrische aansluitingen .............95
Elektrische handrem ...........109, 203
Elektrische handrem defect ........110
Elektrische stoelverstelling ..........50
Elektrische verstelling ..................37
Elektrisch systeem...................... 284
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...111
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 206
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............111
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............175
Elektronisch sleutelsysteem .........21
Erkenning van software ..............343
Event Data Recorders (EDR) .....347
F
FlexOrganizer .............................. 82
Frontaal airbagsysteem ...............62
Frontaanrijdingswaarschuwing ...223
356Starten en bedienen...................184
Starthulp .................................... 306
Startscherm ................................ 150
Stemherkenning ......................... 164
Stoelpositie .................................. 47
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........56
Stoelverwarming, voor ..............54
Stop/Start-systeem .....................188
Storingsindicatielamp ................109
Sturen ......................................... 184
Stuurbedieningsknoppen .............90
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 90
Symbolen ....................................... 4
Systeeminstellingen.................... 154
T
Tanken ....................................... 258
Te laag brandstofpeil .................112
Telefoon Bluetooth-verbinding ...............168
Telefoonweergave ......................170
Telefoonweergave activeren ......170
Toerenteller ............................... 105
Traction Control .........................205
Traction Control-systeem UIT..... 111
Trechter ...................................... 258
Trekhaak .................................... 262Trekstang.................................... 261
Tweede telefoon .........................168
Typeplaatje ................................ 317
U Uitgebreid statusscherm .............150
Uitlaatfilter................................... 192
Uitlaatgassen ............................. 192
Uitrol-brandstofafsluiter .............188
Uitstapverlichting .......................148
Uplevel-display ........................... 114
USB-poort ............................. 95, 159
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 122Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 295
Vaste luchtroosters ....................181
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................56
Veiligheidsnet .............................. 83
Velgen en banden .....................290
Ventilatie ....................................... 54
Ventilatieopeningen ....................181
Verbanddoos ............................... 86
Vergrendelingssysteem ...............33
Verkeersbordherkenning ....114, 249
Verkeersinformatie .....................159
Verlichting middenconsole ........147
Verlichtingsfuncties..................... 147Verlichting zonneklep ................147
Versnellingsbak ........................... 16
Verstelbare luchtroosters ........... 181
Vertraagde uitschakeling stroom 186
Verwarmde spiegels ....................38
Verwarmd stuurwiel .....................90
Verwarming ........................... 54, 56
Verwerking van sloopauto .........267
Verzorging .................................. 310
Verzorging exterieur ..................310
Verzorging interieur ...................312
Vloerafdekking bagageruimte ......81
Voertuiggewicht .........................327
Voertuigidentificatienummer ......317
Voetgangersbescherming voor ..231
Voetgangersdetectie ..................114
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............113
Voorruit ......................................... 39
Voorruitverwarming ......................42
Voorstoelen .................................. 47
Voorverwarming ........................111
W
Waarschuwing kruisend verkeer achter ...................................... 247
Waarschuwingslichten ................103
Waarschuwing wisselen van rijstrook.................................... 241
Werkzaamheden uitvoeren .......267