Page 57 of 235

Opbergen55Opbergruimte achter
Opbergvak
In de bagageruimte zit een afsluitbaar opbergvak. U vergrendelt de afdek‐
king door aan de knop te draaien.
Deze moet onderweg worden
vergrendeld.
Open de afdekking door deze te
ontgrendelen en op te tillen.
Verwijder de afdekking door deze te
ontgrendelen en naar links te schui‐
ven.
Het vak is te verdelen met een verde‐ ler.
De maximale belasting van de afdek‐
king van het opbergvak is 20 kg.
Verwijderen
Voor toegang tot het pechhulpge‐ reedschap of voor het vervangen van gloeilampen van de achterlichten
moet het opbergvak worden verwij‐
derd:
● Bagagerolhoes bagageruimte verwijderen 3 55.
● Klap de rugleuningen achter neer
3 54.● Open het opbergvak.
● Draai de vergrendelhaken aan
beide zijden naar achteren endruk de sjorogen omlaag in de
uitsparingen.
● Til het opbergvak op en plaats het op de neergeklapte rugleu‐
ningen.
● Haal het opbergvak uit de baga‐ geruimte.
Monteren ● Plaats het opbergvak op de neer‐
geklapte rugleuningen.
● Laat het vak in de bagageruimte zakken.
● Open het opbergvak.
● Zet de sjorogen aan beide zijden
omhoog en draai de vergrendel‐
haken naar voren om het vak aan de sjorogen te bevestigen.
● Zet de achterbankrugleuningen omhoog en breng de bagage‐
ruimte-afdekking aan.
● Berg de kist met de bandenrepa‐
ratieset op in een compartiment
van het opbergvak.
● Sluit en vergrendel de afdekking.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de afdekking.
Page 58 of 235
56OpbergenOpenen
Til de afdekking achteraan op. Deze
klikt in een bijna verticale stand vast. Verder openen is mogelijk. U sluitdeze weer door de afdekking door het
klikpunt omlaag te drukken.
Demonteren
Druk de afdekking links en rechts
vanaf de onderkant omhoog en
verwijder deze.
Vastmaken Klik de afdekking vast door deze aanbeide zijden in de geleiders te druk‐
ken.
Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
Til de afdekking laadruimte op om bij
het pechhulpgereedschap te kunnen
komen.
Gereedschap 3 175.
Afdekking subwoofer Til het achtergedeelte van de vloeraf‐dekplaat op voor toegang tot de geva‐ rendriehoek.
Controleer bij het sluiten van de vloer‐
afdekplaat of deze met de klitten‐ bandbevestiging vast zit.
Page 59 of 235
Opbergen57Verwijderen
Verwijder de vloerafdekplaat om bij
het pechhulpgereedschap te kunnen
komen en om gloeilampen van
achterlichten te kunnen vervangen:
● Til het achtergedeelte op en klap
het naar voren.
● Trek de afdekplaat naar achteren; door een geleider komtdeze iets omhoog.
● Haal de afdekplaat van de baga‐ geruimte.
Klap voor toegang tot de afdekking
laadruimte rechts, bijv. voor het
vervangen van een gloeilamp, de
rugleuning rechtsachter neer en trek
de gereedschapskist naast de
subwoofer eruit.
Vervangen van lampen 3 165.
Monteren ● Zet de eventueel weggenomen gereedschapskist weer terug.
● Plaats de vloerafdekplaat in de bagageruimte.● Duw de vloerafdekplaat lang‐zaam naar voren en zorg ervoor
dat de geleidepennen in de
bevestigingen van de bagage‐
ruimte schuiven en laat de vloer‐
afdekplaat zakken.
● Sluit de vloerafdekplaat door het bovengedeelte naar achteren te
klappen en zet deze vast met de
klittenbandbevestiging.
● Klap de rugleuningen achter omhoog.
Page 60 of 235
58OpbergenAlgemene tip9Waarschuwing
Berg omwille van de veiligheid alle
onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met geslo‐
ten afdekking laadruimte en, zo
mogelijk, met omhoog geklapte
rugleuningen.
Anders kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling
afslaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen
oplopen.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek wordt met elas‐
tische banden in de bagageruimte
onder de achterklep opgeborgen.
Als de auto is uitgevoerd met een
opbergvak in de bagageruimte,
verwijder dan het opbergvak om bij de
gevarendriehoek te kunnen komen
3 55.
Versie met subwooferbox
Til het achterste gedeelte van de vloerafdekplaat op. Trek aan de
handgreep om de gevarendriehoek te
verwijderen.
Vloerafdekking bagageruimte 3 56.
Page 61 of 235
Opbergen59Verbanddoos
Berg de verbanddoos in het opberg‐
vak in het zijpaneel bij de zitplaatsen
achterin op.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Contact opnemen met uw werkplaats voor
meer informatie.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dakdra‐ gersysteem verwijderen wanneer het
niet wordt gebruikt.
Dakdrager monteren
Gebruik een munt om de afdekking
vanaf elk bevestigingspunt te
openen.
Page 62 of 235

60OpbergenBeladingsinformatie
●Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn
vergrendeld. Bij stapelbare voor‐
werpen de zwaarste voorwerpen
onderop leggen.
● Voorkom dat losse voorwerpen gaan schuiven door ze met
banden vast te zetten aan de
sjorogen 3 58.
● Gebruik de haak op de zijwand
rechts van de bagageruimte voor
het ophangen van draagtassen.
Maximale belasting: 5 kg.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, parkeerrem, scha‐kelhendel en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet
belemmeren. Geen losse voor‐
werpen in het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 208) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
Page 63 of 235
Opbergen61door het hogere zwaartepunt.
Verdeel de lading gelijkmatig en
zet deze goed vast met spanban‐ den. Stem de bandenspanning
en rijsnelheid af op de beladings‐ toestand. Controleer de span‐
banden regelmatig en span ze
nodig bij.
Rijd niet sneller dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 50 kg.
De dakbelasting is de som van het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.
Page 64 of 235

62Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................63
Stuurwielverstelling ...................63
Stuurbedieningsknoppen ...........63
Verwarmd stuurwiel ...................63
Claxon ....................................... 64
Wis- en wasinstallatie voorruit ...64
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 65
Buitentemperatuur .....................66
Klok ........................................... 67
Elektrische aansluitingen ...........68
Aansteker .................................. 69
Asbakken ................................... 69
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................70
Instrumentengroep ....................70
Snelheidsmeter ......................... 70
Kilometerteller ........................... 70
Dagteller .................................... 70
Toerenteller ............................... 70
Brandstofmeter .......................... 71
Brandstofkeuzeschakelaar ........71
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 72Service-display.......................... 73
Controlelampjes ........................74
Richtingaanwijzers ....................76
Gordelverklikker ........................77
Airbag en gordelspanners .........77
Airbag-deactivering ...................77
Laadsysteem ............................. 78
Storingsindicatielamp ................78
Service-indicatie ........................78
Rem- en koppelingssysteem .....78
Pedaal intrappen .......................78
Antiblokkeersysteem (ABS) .......79
Schakelen .................................. 79
Stuurbekrachtiging ....................79
Parkeerhulp ............................... 79
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ..............79
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....79
Uitlaatfilter ................................. 80
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 80
Motoroliedruk ............................. 80
Te laag brandstofpeil .................81
Startbeveiliging .......................... 81
Rijverlichting .............................. 81
Groot licht .................................. 81
Mistachterlicht ........................... 81
Cruise control ............................ 81
Portier open ............................... 81Displays....................................... 82
Driver Information Center ..........82
Info-Display ............................... 87
Boordinformatie ........................... 89
Geluidssignalen .........................91
Batterijspanning .........................91
Persoonlijke instellingen ..............92
Telematicaservice ........................96
OnStar ....................................... 96