Page 42 of 208
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN ................ 41
DISPLAY ......................................... 43
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 46
-Rode waarschuwingslampjes/
symbolen............................................ 46
-Rode
waarschuwingslampjes/symbolen........ 54
-Rode
waarschuwingslampjes/symbolen........ 63
-Blauwe controlelampjes.................... 65
-KANS OP GLAD WEGDEK................. 66
40
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 48 of 208

LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding
moet men zich altijd aan de instructies houden die in dit hoofdstuk zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De weergavecyclus van beide categorieën kan worden onderbroken
door op de knop
te drukken. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN SYMBOLEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes/symbolen
Waarschuwingslampje Wat het betekent
GORDELVERKLIKKER
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of
passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer het voertuig in beweging is en de veiligheidsgordels van de voorstoelen niet goed zijn
vastgemaakt, dan gaat het lampje knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat Belt
Reminder), contact op met het Lancia Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het Set-up-menu
weer ingeschakeld worden.
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 56 of 208

Rode waarschuwingslampjes/symbolen
Waarschuwingslampje Wat het betekent
STORING ABS
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies verschijnen er een bericht en een symbool
op het display) als het systeem niet goed werkt. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
met uitsluiting van het ABS-systeem.
Rijd voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
PASSAGIERSAIRBAG/ZIJAIRBAGS UITGESCHAKELD
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de frontairbag en de zijairbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje
eerst enkele seconden continu branden en vervolgens enkele seconden
knipperen. Hierna zou het lampje moeten doven.
39)
BELANGRIJK
39)Een storing van hetlampje wordt aangegeven door het aangaan van hetlampje. Bovendien zorgt het airbagsysteem voor de
automatische uitschakeling van de airbags aan passagierszijde (frontairbag en zijairbags - voor bepaalde versies/markten). Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Lancia Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 65 of 208
Rode waarschuwingslampjes/symbolen
Waarschuwingslampje Wat het betekent
MISTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor worden ingeschakeld. Ook de led boven de knop
gaat branden.
STADSLICHT EN DIMLICHT/FOLLOW ME HOME
Stadslicht en dimlicht
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.
Follow Me Home
Het waarschuwingslampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display,
als het "Follow me Home"-systeem in gebruik is.
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de bedieningshendel van de richtingaanwijzer omlaag wordt gezet of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de bedieningshendel van de richtingaanwijzer omhoog
wordt gebracht of, samen met de linker richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
63
Page 80 of 208

Versie met 5 zitplaatsen fig. 52
1: veiligheidsgordel linksvoor;
2: veiligheidsgordel linksachter;
3: veiligheidsgordel middenachter;
4: veiligheidsgordel rechtsachter;
5: veiligheidsgordel rechtsvoor;Als de veiligheidsgordels aan
bestuurders- en/of passagierszijde (als
er een passagier aanwezig is) niet
zijn vastgemaakt, klinkt er, bij het
overschrijden van 20 km/h of wanneer
langer dan 5 seconden met een
snelheid tussen 10 en 20 km/h wordt
gereden, een geluidssignaalcyclus voor
de voorstoelen (6 seconden durend
geluidssignaal gevolgd door een extra
piepsignaal van 90 seconden) en het
waarschuwingslampje gaat knipperen.De lampjes blijven continu branden aan
het einde van de cyclus tot de motor
is afgezet. Het geluidssignaal houdt
meteen op wanneer de bestuurder zijn
gordel omlegt en het lampje wordt
groen.
De waarschuwingscyclus (akoestisch
en visueel) wordt herhaald zoals
hiervoor is beschreven en het rode
lampje gaat knipperen als de
veiligheidsgordel tijdens het rijden wordt
losgemaakt.
De waarschuwingscyclus treedt alleen
in werking als een veiligheidsgordel
wordt losgemaakt (rood knipperend
lampje). In deze omstandigheid gaat het
lampje dat aangeeft dat de
veiligheidsgordel is losgemaakt rood
knipperen gedurende 30 seconden. Er
klinkt ook een geluidssignaal.
Voor elke veiligheidsgordel die wordt
losgemaakt wordt een apart visueel
signaal (rood knipperend lampje)
ingeschakeld. Het lampje wordt groen
als de betreffende veiligheidsgordel
weer wordt omgelegd.
De waarschuwingslampjes voor de
gordels van de achterbank gaan na 30
seconden vanaf de laatste aanduiding
uit, ongeacht de toestand van de
gordel (rood of groen).
51L0F0225C52L0F0267C
78
VEILIGHEID