MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID..........236
RADIO 130................237
Klok instellen................238
Equalizer, Balans (links/rechts) en Fade
(balans voor/achter).............238
Bediening van de radio...........238
Bediening CD/DISC.............239
Gebruik van audio-aansluiting......239
UCONNECT 430/430N.......240
Klok instellen................241
Menu.....................241
Equalizer, Balans (links/rechts) en Fade
(balans voor/achter).............241
Bediening van de radio...........243
Gebruik van cd's en dvd's.........245
Gebruik van audio-aansluiting......246Gebruik van harde schijf (HDD)......247
Uw radio met aanraakscherm reinigen .249
Garmin-navigatie..............249
Hoofdmenu navigatie...........250
Uw route volgen...............251
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE......252
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............252
Ontvangstkwaliteit..............252
Verzorging en onderhoud..........253
Beveiliging tegen diefstal.........253
BEDIENING AUX/USB/MP3 — IN-
DIEN AANWEZIG............253
UCONNECT PHONE..........254
Telefoon koppelen..............255Telefoonboek.................256
Bellen.....................256
Een oproep ontvangen — Beantwoorden (en
beëindigen)..................256
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek................257
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig.............257
Het volume wijzigen............257
UCONNECT VOICE COMMAND . .257
Werking van de spraakbediening.....257
Beantwoording gesproken
tekstberichten................259
BLUETOOTH STREAMING
AUDIO...................260
MULTIMEDIA
235
Telefoon koppelen
OPMERKING:
Voordat een telefoon kan worden gebruikt
dient deze één keer te worden gekoppeld aan
het voertuigsysteem. Vóór het starten van de
koppelingsprocedure dient u ervoor te zorgen
dat op alle overige telefoons in het voertuig
Bluetooth is uitgeschakeld.
1. Schakel Bluetooth in op de mobiele tele-
foon die u wilt koppelen.
2. Druk op de toets "Phone"
.
3. Wacht op de aanwijzing "ready" (gereed)
en de pieptoon.
4. Zeg na de pieptoon: "setup" (instellen) of
"Uconnect device setup" (apparaat instel-
len met Uconnect).
5. Zeg na de pieptoon: "device pairing" (ap-
paraat koppelen).6. Zeg na de pieptoon: "pair a device" (kop-
pel een apparaat).
7. Volg de hoorbare aanwijzingen.
• Er wordt u gevraagd een pincode van vier
cijfers in te spreken, die u later nodig zult
hebben voor toegang tot uw mobiele tele-
foon. U kunt een willekeurige pincode van
vier cijfers inspreken. U hoeft deze pincode
niet te onthouden na de eerste koppeling.
• Vervolgens wordt u gevraagd de telefoon die
wordt gekoppeld een naam te geven (elke
gekoppelde telefoon moet een unieke naam
hebben).• Daarna wordt u gevraagd om deze nieuwe
koppeling een prioriteit van 1 tot 7 te geven
(er kunnen maximaal zeven mobiele tele-
foons worden gekoppeld); 1 is de hoogste
en 7 is de laagste prioriteit. Het systeem
maakt alleen verbinding met de telefoon
met de hoogste prioriteit die zich binnen
bereik van het voertuig bevindt.
• Vervolgens dient u de koppelingsprocedure
te starten op uw mobiele telefoon. Volg de
instructies voor Bluetooth in het instructie-
boekje van uw mobiele telefoon om de
instelling van de telefoonkoppeling te
voltooien.
OPMERKING:
Denk eraan dat software-updates - op uw
telefoon of op het Uconnect systeem - de
Bluetooth-verbinding kunnen verstoren. Als
dit gebeurt, herhaalt u simpelweg het koppe-
lingsproces. Zorg er echter eerst voor dat het
apparaat wordt verwijderd uit de lijst met
telefoons in uw Uconnect systeem. Verwijder
vervolgens Uconnect uit de lijst met appara-
ten in de Bluetooth-instellingen van uw tele-
foon.
Mobiele telefoon koppelen
255
Telefoonboek
Telefoonboek downloaden — telefoonboek van
mobiele telefoon automatisch overbrengen
Uconnect Phone downloadt automatisch de
namen (in tekstvorm) en telefoonnummers
uit het telefoonboek van uw mobiele telefoon,
indien deze aanwezig zijn en de mobiele
telefoon deze functie ondersteunt. Deze
functie is mogelijk met bepaalde mobiele
telefoons met Bluetooth, die PBAP (Phone
Book Access Profile) ondersteunen. Automa-
tisch doorverbinden wordt aangegeven door
een groen pijltje onder in het scherm. Zie
uconnectphone.com voor een overzicht van
compatibele telefoons.
• Indien ondersteund, wordt het automatisch
downloaden en bijwerken gestart zodra dedraadloze Bluetooth koppeling tussen de
mobiele telefoon en Uconnect Phone tot
stand is gebracht. Bijvoorbeeld direct na-
dat u de auto hebt gestart.
OPMERKING:
Vóór het downloaden moet de mobiele tele-
foon mogelijk worden geautoriseerd.
• Elke keer wanneer een telefoon wordt ver-
bonden met Uconnect Phone, worden er
maximaal 1.000 items per telefoon ge-
download en bijgewerkt.
• Afhankelijk van het maximum aantal ge-
downloade gegevens, kan er een korte ver-
traging optreden voordat de laatste ge-
downloade namen kunnen worden
gebruikt. Tot dat moment is het eerder
gedownloade telefoonboek, indien aanwe-
zig, voor gebruik beschikbaar.
• Alleen het telefoonboek van de op dat mo-
ment gekoppelde mobiele telefoon is toe-
gankelijk.
• Alleen het telefoonboek van de mobiele
telefoon wordt gedownload. Het telefoon-
boek op de SIM-kaart maakt geen deel uit
van het telefoonboek van de mobiele tele-
foon.• Dit gedownloade telefoonboek kan niet wor-
den gewijzigd of verwijderd op Uconnect
Phone. Dit telefoonboek kan uitsluitend
worden gewijzigd op de mobiele telefoon.
De eerstvolgende keer dat de mobiele tele-
foon wordt gekoppeld, worden de wijzigin-
gen overgebracht en de gegevens op
Uconnect Phone bijgewerkt.
Bellen
• Druk op de toets "Phone".
• Zeg na de pieptoon "dial" (kies) (of "call"
(bel) gevolgd door een naam).
• Zeg na de pieptoon het nummer (of de
naam).
Een oproep ontvangen — Beantwoorden
(en beëindigen)
• Als een inkomende oproep door een
beltoon/een melding op Uconnect wordt
aangegeven, druk dan op de Phone-toets
.
• Om een gesprek te beëindigen, drukt u op
de Phone-toets
.Uconnect myPhone
MULTIMEDIA
256
• Begin een dialoog door op de toets "Voice
Command"
te drukken. U hoort een
pieptoon. De pieptoon is het teken dat u
een opdracht kunt geven. Hieronder volgt
een lijst met spraakbedieningsopdrachten
voor elk van de verschillende modi:
Vanuit: Voorbeeld van spraakbediening:
Hoofdmenu"Radio AM" (als u naar de radiomodus AM wilt schakelen)
"Radio FM" (als u naar de radiomodus FM wilt schakelen)
"Disc" (als u naar de disc-modus wilt schakelen)
"USB" (als u naar de USB-modus wilt schakelen)
"Bluetooth Streaming" (als u naar de modus Bluetooth Streaming wilt schakelen)
"Memo" (als u naar de memorecorder-modus wilt schakelen)
"System Setup" (systeem instellen, als u naar de systeeminstellingen wilt schakelen)
Radiomodus"Frequency" (frequentie, als u de frequentie wilt wijzigen)
"Next Station" (volgende zender) (als u de volgende zender wilt kiezen)
"Previous Station" (vorige zender) (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Radio Menu" (als u naar het radiomenu wilt schakelen)
"Main Menu" (hoofdmenu) (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Diskmodus"Nummer" (#) (als u een ander nummer wilt kiezen)
"Next Track" (volgende nummer) (als u het volgende nummer wilt afspelen)
"Previous Track" (vorige nummer, als u het vorige nummer wilt afspelen)
"Main Menu" (hoofdmenu) (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)MULTIMEDIA
258
Vanuit: Voorbeeld van spraakbediening:
Modus MemoAls u wilt schakelen naar de voicerecordermodus, zegt u "Memo". In deze modus zijn de volgende al-
gemene spraakbedieningsopdrachten beschikbaar: "New Memo" (nieuwe memo opnemen) — Tijdens
de opname kunt u op de toets Voice Command
drukken om de opname te stoppen. Ga verder
door een van de volgende opdrachten in te spreken:
— "Save" (opslaan, als u de memo wilt opslaan)
— "Continue" (doorgaan, als u de opname wilt voortzetten)
— "Delete" (wissen, als u de opname wilt wissen)
— "Play Memos" (eerder opgenomen memo's afspelen) — Tijdens het afspelen kunt u op de toets
Voice Command
drukken om het afspelen van memo's te stoppen. Ga verder door een van de
volgende opdrachten in te spreken:
— "Repeat" (herhalen, als u een memo wilt herhalen)
— "Next" (volgende, als u de volgende memo wilt afspelen)
— "Previous" (vorige, als u de vorige memo wilt afspelen)
— "Delete" (wissen, als u een memo wilt wissen)
— "Delete All" (alles wissen, als u alle memo's wilt wissen)
Beantwoording gesproken tekstberichten
Als uw radio is uitgerust met Uconnect Voice
Command, kan uw radio tevens ontvangen
SMS-berichten voorlezen via het audiosys-
teem van het voertuig. Hiermee kunt u ook
reageren door te kiezen uit verschillende
vooraf gedefinieerde zinnen.OPMERKING:
Niet alle telefoons zijn compatibel met deze
functie. Raadpleeg de lijst met compatibele
telefoons op UconnectPhone.com. Aangeslo-
ten mobiele telefoons moeten Bluetooth-
functionaliteit hebben en worden gekoppeld
aan de radio.
• Druk op de Voice Command-toets
en
zeg na de pieptoon "SMS" om te beginnen.OPMERKING:
Om toegang te krijgen tot de gebruiksaanwij-
zing, drukt u op de Voice Command-toets
. Ze na de pieptoon "tutorial" (gebruiks-
aanwijzing). Druk op een toets op het front of
op een schermtoets om de gebruiksaanwij-
zing te stoppen.
259
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag alleen
worden gebruikt als de rijomstandigheden
dit toelaten en het gebruik in overeen-
stemming is met toepasselijke wetgeving
inzake telefoongebruik. Uw aandacht
moet gericht zijn op het veilig besturen
van de auto. Wordt deze richtlijn niet op-
gevolgd, dan kan dit leiden tot een aanrij-
ding, waarbij u of anderen ernstig gewond
raken of het leven verliezen.
BLUETOOTH STREAMING
AUDIO
Indien het voertuig is uitgerust met Uconnect
Voice Command, kunt u ook muziekstreams
van uw iPod, mobiele telefoons of andere
mediaspelers met Bluetooth-functionaliteit
via de luidsprekers van uw voertuig laten
weergeven. Het aangesloten apparaat moet
compatibel zijn met Bluetooth en zijn gekop-
peld aan uw radio (zie UconnectPhone.com
voor koppelingsinstructies).Radio's zonder aanraakscherm:druk op de
toets AUX op het front totdat "BT" of "Audio
Streaming" wordt weergegeven op het radio-
scherm.
Radio's met aanraakscherm:druk op de toets
RADIO/MEDIA of MEDIA op het front en kies
vervolgens de schermtoets "AUX".
Bluetooth Streaming Audio
MULTIMEDIA
260
Indicatielampje Olie verversen. . . .62, 194
Indicatielampje Olie verversen,
resetten................62, 194
Indicator regeling afdaling..........83
Informatiecentrum, voertuig........60
Inleiding.....................3
Inrijperiode nieuw voertuig........133
Instelbare stuurkolom............31
Instructieboekje (gebruiksaanwijzing)....4
Instructies bij opkrikken..........171
Instrumenten Groep.............69
Instrumentenpaneel, reinigen.......225
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .224
Intervalstand ruitenwissers (intervalschake-
ling van de ruitenwissers)........34
iPod/USB/MP3-bediening,
Bluetooth Streaming Audio......260
Kinderzitjes
Opbergen van een ongebruikte
ALR-veiligheidsgordel.........121
Klantenservice................262
Klimaatregeling................36
Klimaatregeling,
handmatig.................36
Klok instellen.............238, 241Knipperlichten,
richtingaanwijzer . .69, 126, 164, 165
waarschuwingsknipperlichten. . . .162
Koelmiddel..............205, 206
Koelsysteem.................200
Koelsysteem,
controle.................201
inhoud koelvloeistofreservoir.....230
keuze van de koelvloeistof
(antivries)................230
Koolstofmonoxide, waarschuwing. . . .123
Koplampen,
automatisch................32
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar............32
lichtsignaal................32
reinigen.................221
schakelaar.................32
verstellen.................33
vervangen................164
Krik, gebruik.......170, 171, 172, 211
Lampen....................126
Lampen, verlichting.............126
Lampen vervangen
..........162, 164
Lane Change Assist..............33
Lekke band vervangen........170, 211Lekken, vloeistof..............126
Levensduur van banden..........215
Lichtsignaal..................32
Lights (Verlichting).............126
Media Center Radio.............240
Mistlampen............33, 164, 165
Mistlampen, onderhoud.......164, 165
Modificaties/veranderingen, voertuig....5
Mopar.....................233
Mopar-accessoires..............233
Motor.....................198
Motor,
aanbevelingen voor inrijden.....133
brandstofvereisten...........230
chassisnummer..........198, 199
interval voor olieverversing.......62
keuze van de motorolie........230
koeling..................200
motorruimte............198, 199
olie....................230
olievuldop................198
oververhitting..............179
starten..................129
starten met startkabels........176
start niet.................130
verzopen motor starten.........130
281