Page 284 of 412

Oliepeil controleren — benzinemotor
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet de motorolie op het juiste
peil worden gehouden. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop. Het ideale tijdstip voor een controle
van het motoroliepeil is ongeveer vijf minuten
nadat een volledig opgewarmde motor is uit-
geschakeld.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger. Handhaaf het motoroliepeil al-
tijd binnen de SAFE-zone op de peilstok.
Wanneer u bij deze motoren 0,95 l (1 Quart)
olie toevoegt wanneer het oliepeil zich aan de
onderkant van de SAFE-zone bevindt, zal het
oliepeil stijgen tot aan de bovenkant van de
SAFE-zone.
LET OP!
Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of ver-
lies van oliedruk optreden. Dit kan leiden
tot motorschade.
WAARSCHUWING!
• Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte: deze kan gas en ontvlam-
bare dampen bevatten, met het risico
van brand.
• Wees zeer voorzichtig bij werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de motor
heet is: u zou brandwonden kunnen op-
lopen. Kom niet te dicht bij de radiateur-
ventilator: de elektrische ventilator kan
starten; verwondingsgevaar. Sjaals,
stropdassen en andere losse kleding-
stukken kunnen worden gegrepen door
bewegende onderdelen.
LET OP!
• Zorg dat u de verschillende soorten
vloeistoffen niet met elkaar verwisselt
wanneer u deze bijvult: ze zijn niet on-
derling compatibel! Als u bijvult met een
ongeschikte vloeistof, kan uw auto ern-
stig beschadigd raken.
• Het oliepeil mag nooit de MAX-
markering overschrijden.
LET OP!
• Vul altijd motorolie bij met dezelfde spe-
cificaties als de olie die al aanwezig is in
de motor.
• Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot de motor is afgekoeld voordat u de
vuldop losmaakt, met name bij auto's
met een aluminium dop. WAARSCHU-
WING: verbrandingsgevaar!
• Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of
verlies van oliedruk optreden. Dit kan
leiden tot motorschade.
Oliepeil controleren — 3.0-liter
dieselmotor
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet de motorolie op het juiste
peil worden gehouden. Controleer regelmatig
het oliepeil. Het ideale tijdstip voor een con-
trole van het motoroliepeil is 's ochtends
voordat u de motor de eerste keer start. Wan-
neer u het oliepeil controleert nadat de motor
heeft gedraaid, controleert u eerst of de mo-
SERVICE EN ONDERHOUD
282
Page 318 of 412

Benzine, nieuwe formule
In vele delen van het land is het gebruik van
benzine met een schonere verbranding ver-
eist die "Benzine volgens de nieuwe formule"
wordt genoemd. Benzine volgens de nieuwe
formule bevat zuurstofverbindingen en is
speciaal geblend om de uitstoot van uitlaat-
gassen te reduceren en de luchtkwaliteit te
verbeteren.
Het gebruik van benzine volgens de nieuwe
formule wordt aanbevolen. Benzine volgens
de nieuwe formule die op de juiste wijze is
gemengd leidt tot verbeterde prestaties en
een langere levensduur van de motor en
brandstofsysteemonderdelen.
Gebruik geen E-85 in uitvoeringen zonder
Flex Fuel
In niet-Flexifuel-voertuigen (FFV) kan ben-
zine worden gebruikt die max. 15% ethanol
bevat (E15). Door gebruik van benzine met
een hoger ethanolgehalte kan de standaard-
garantie komen te vervallen.Als in een niet FFV uitvoering per ongeluk
E-85 wordt getankt, kan de motor alle of
enkele van de volgende symptomen vertonen:
• Werken in een 'arme modus'.
• Storingslampje OBD II brandt.
• Slechte prestaties van de motor.
• Slechte koude start en koud rijgedrag.
• Verhoogde kans op corroderen van onderde-
len van het brandstofsysteem.
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem
Aanpassingen om de motor op samengeperst
aardgas (CNG) of vloeibaar propaan (LP) te
laten lopen, kan leiden tot schade aan de
motor, aan onderdelen van het brandstofsys-
teem en tot slechtere emissies. Problemen
die het gevolg zijn van het gebruik van CNG of
LP, zijn niet de verantwoordelijkheid van de
fabrikant en worden mogelijk niet gedekt
door de standaardgarantie of kunnen leiden
tot het vervallen van deze garantie.
Brandstofadditieven
Onzorgvuldig gebruik van reinigingsmiddelen
voor het brandstofsysteem word afgeraden.
Veel van deze stoffen zijn bedoeld voor het
verwijderen van koolstof en glazuur en bevat-
ten vaak actieve oplosmiddelen of soortge-
lijke ingrediënten. Deze middelen kunnen
schade toebrengen aan pakkingen en mem-
branen in het brandstofsysteem.
Brandstoflabel voldoet aan EN16942
De volgende symbolen maken het gemakke-
lijker om te herkennen welke soort brandstof
correct is voor gebruik in uw voertuig. Voordat
u begint met tanken, controleert u de symbo-
len in de brandstofvulklep (indien aanwezig)
en vergelijkt u deze met het symbool op de
brandstofpomp (indien aanwezig).
TECHNISCHE SPECIFICATIES
316
Page 320 of 412

BrandstoflabelsBetekenis
Dieselbrandstof met maximaal 7% (V/V) vetzuurmethylesters (FAME), brandstof conformEN590
Dieselbrandstof met maximaal 10% (V/V) vetzuurmethylesters (FAME), brandstof conformEN16734
Koolmonoxidewaarschuwingen
WAARSCHUWING!
Koolmonoxide (CO) in uitlaatgassen is do-
delijk. Volg de onderstaande voorschriften
om koolmonoxidevergiftiging te voorko-
men:
• Adem nooit uitlaatgassen in. Deze be-
vatten namelijk koolmonoxide, een
kleurloos en reukloos gas dat dodelijk
kan zijn. Laat de motor nooit in een
gesloten ruimte, zoals een garage,
draaien en blijf nooit lange tijd in een
stilstaande auto met draaiende motor
WAARSCHUWING!
zitten. Wanneer de auto langere tijd met
draaiende motor buiten stilstaat, stel uw
ventilatiesysteem dan zodanig in dat
buitenlucht naar binnen wordt geblazen.
• Regelmatig onderhoud is een prima be-
scherming tegen koolmonoxide. Laat het
uitlaatsysteem altijd controleren wan-
neer de auto op een hefbrug wordt gezet.
Laat defecten direct repareren. Rijd tot
na de reparatie altijd met de ramen
volledig geopend.
BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR
Tank diesel van goede kwaliteit bij een ben-
zinestation van een bekend merk. Als de
buitentemperatuur zeer laag is, wordt de die-
selbrandstof dikker als gevolg van de vorming
van paraffineklonten, waardoor het brand-
stoftoevoersysteem niet goed werkt. Om der-
gelijke problemen te voorkomen, zijn meer-
dere soorten brandstof verkrijgbaar
afhankelijk van het seizoen: zomer-, winter-
en pooltypen (koude/bergachtige gebieden).TECHNISCHE SPECIFICATIES
318