OPMERKING:
Bij sommige mobiele telefoons moet de
pincode handmatig worden ingevoerd;
voer in dat geval de pincode in die op het
Uconnect scherm wordt weergegeven.
Het prioriteitsniveau van de mobiele telefoon
met Android selecteren
Wanneer het koppelingsproces met succes is
voltooid, vraagt het systeem u of dit uw favo-
riete mobiele telefoon is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt deze mobiele telefoon de
hoogste prioriteit. Deze mobiele telefoon
heeft voorrang boven andere gekoppelde te-
lefoons binnen het bereik en wordt automa-
tisch aangesloten op het Uconnect systeem
wanneer u instapt. Er kan slechts één mo-
biele telefoon of één Bluetooth audioappa-
raat tegelijk worden aangesloten op het
Uconnect-systeem. Als "NO" is geselecteerd,
selecteert u "Uconnect" op het Bluetooth-
scherm van de mobiele telefoon/
audioapparaat en het Uconnect-systeem zal
weer koppelen met het Bluetooth-apparaat.OPMERKING:
Denk eraan dat software-updates - op uw
telefoon of op het Uconnect systeem - de
Bluetooth-verbinding kunnen verstoren. Als
dit gebeurt, herhaalt u simpelweg het koppe-
lingsproces. Zorg er echter eerst voor dat het
apparaat wordt verwijderd uit de lijst met
telefoons in uw Uconnect systeem. Verwijder
vervolgens Uconnect uit de lijst met appara-
ten in de Bluetooth-instellingen van uw tele-
foon.
U kunt nu handsfree telefoongesprekken voe-
ren. Druk op de toets Uconnect "Phone"
op het stuurwiel om te beginnen.
OPMERKING:
Raadpleeg www.DriveUconnect.eu of een er-
kende dealer voor meer informatie over het
koppelen van mobiele telefoons en een lijst
met compatibele telefoons.
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)
• "Call John Smith" (bel John Smith)• "Call John Smith mobile" (bel John Smith
mobiel)
• "Dial 1 248 555 1212" (kies
1 248 555 1212)
• “Redial” (Opnieuw kiezen)
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek
• Druk tijdens een gesprek op de schermtoets
"Mute" (dempen) in het hoofdscherm
Phone, dat alleen wordt weergegeven tij-
dens een gesprek, om het gesprek te dem-
pen of het dempen ongedaan te maken.
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig
• Druk tijdens een lopend gesprek op de
schermtoets "Transfer" (doorverbinden) in
het hoofdscherm Phone om een lopend
gesprek door te verbinden tussen de hand-
set en het voertuig.
337
Phonebook (telefoonboek)
Het Uconnect systeem zal het telefoonboek
van uw gekoppelde telefoon automatisch syn-
chroniseren als deze functie door uw telefoon
wordt ondersteund. Contactpersonen uit het
telefoonboek worden telkens bijgewerkt wan-
neer de telefoon wordt verbonden. Telefoon-
boekgegevens worden weergegeven in het
menu met contactpersonen. Als de vermel-
dingen uit uw telefoonboek niet in het sys-
teem worden opgenomen, controleert u de
instellingen op uw telefoon. Bij sommige
telefoons moet u deze functie handmatig
activeren.
• U kunt in het telefoonboek bladeren op het
aanraakscherm van het Uconnect systeem,
maar bewerken kan alleen worden uitge-
voerd op uw telefoon. Om te bladeren, kiest
u de schermtoets "Phone" (telefoon) en
vervolgens de schermtoets "Phonebook"
(telefoonboek).
Favoriete telefoonboekvermeldingen kunnen
worden opgeslagen als favorieten voor snel-
lere toegang. Favorieten worden weergegeven
in het favorietenmenu.
Tips voor spraakbediening
• Het spreken van volledige namen (d.w.z.
"Bel John Doe" i.t.t. "Bel John") resulteert
in een grotere nauwkeurigheid van het sys-
teem.
• U kunt opdrachten "koppelen" voor snellere
resultaten. Zeg bijvoorbeeld "Call John Doe
mobile" (Bel John Doe mobiel).
• Wanneer u luistert naar de opties voor be-
schikbare spraakopdrachten, hoeft u niet
de gehele lijst te beluisteren. Wanneer u de
gewenste opdracht hoort, drukt u op de
knop
op het stuurwiel, wacht u op de
pieptoon en spreekt u de opdracht in.
Het volume wijzigen
• Start een gesprek door op de toets VRte
drukken en spreek een opdracht uit. Bij-
voorbeeld "Help".
• Gebruik de draaiknop VOLUME/DEMPEN
van de radio om het gewenste volume in te
stellen terwijl het Uconnect systeem
spreekt.
OPMERKING:
Het volume voor Uconnect wordt apart inge-
steld van het audiosysteem.OPMERKING:
Om hulp op te vragen, drukt u op de toets VR
op het stuurwiel en zegt u "help". Druk op
de toets VR
en zeg "cancel" (annuleren)
om de help-sessie te annuleren.
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken
Met Niet storen, kunt u meldingen van ge-
beurtenissen van binnenkomende gesprek-
ken en berichten uitschakelen, waardoor u
uw ogen op de weg en uw handen aan het
stuurwiel kunt houden. Voor uw gemak is er
een tellerdisplay om uw gemiste oproepen of
SMS-berichten bij te houden, terwijl u Niet
storen gebruikt.
Om Do Not Disturb (niet storen) in te scha-
kelen, selecteert u "Pairing" (koppelen) in het
telefoonmenu en vervolgens "Do not Disturb"
(niet storen) in het menu Settings (instellin-
gen). U kunt de functie ook activeren met
behulp van de knop "Do not Disturb" (niet
storen) bovenaan elk telefoonscherm.
Niet storen kan automatisch antwoorden met
een tekstbericht, een gesprek of beide, wan-
neer een inkomend gesprek wordt geblok-
keerd en naar voicemail wordt gestuurd.
MULTIMEDIA
338
Phone...................320
Audiosystemen (radio)...........301
Automatische koplampen..........41
Automatische ontgrendeling achterklep. .65
Automatische temperatuurregeling (ATC) .55
Automatische transaxle..........165
Automatische versnellingsbak.......167
Automatische versnellingsbak,
soort vloeistof..............295
vloeistof bijvullen............295
vloeistofpeil controleren........261
Automatisch grootlicht............40
AutoStick...................168
Autowasserijen................280
Aux-snoer...................324
Banden.............156, 268, 274
Banden,
aanhaalmoment wielbouten......285
algemene informatie.......268, 274
bandenspanning.........268, 269
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)...............79, 106
compacte thuiskomer.........274
hoge snelheden.............270
levensduur................272
opkrikken.............219, 268radiaal...................270
reservewielen...........274, 275
rotatie...................278
slijtagemarkeringen...........271
sneeuwkettingen............277
spinnen..................271
veiligheid.................268
veroudering (levensduur van
banden)..................272
vervangen.................272
verwisselen............219, 268
winterbanden..............274
Bandenservicekit..............228
Bandenslijtage-indicatoren
.......
.271
Bandenspanning
Banden..................269
Bandenspanningssysteem.........106
Bediening MP3...............324
Bediening van de radio. . . .299, 303, 311
Bediening van de zonwering........59
Bergplaats krik................219
Bewaking, bandenspanningssysteem . .106
Bougies....................292
Brandstof,
additieven................286
lampje...................77
octaangetal................292specificaties...............292
tankinhoud................291
toevoegingen...............286
verbruik..................295
vereisten.................291
Brandstof tanken...........197, 199
Buitenlampen..............39, 156
Camera achter................196
Camera, achter...............196
Capaciteiten, vloeistof...........291
Compacte reserveband...........274
Contact.....................19
Contact,
schakelaar.................19
Cruisecontrol (snelheidsregeling).....182
Cyberveiligheid...............298
Dagverlichting.................40
Dealerservice.................262
Diagnosesysteem...............85
Diagnosesysteem, onboard.........85
Dieren.....................152
Diesel,
schermberichten...........71, 72
Dodehoekbewaking..............99
INDEX
370
Sleutels,
vervangen.................19
Sneeuwkettingen..............277
Snelheidsregeling,
Accel/Decel...............182
Accel/Decel (alleen ACC).......183
annuleren.............182, 183
instellen.................182
modusinstelling (alleen ACC).....187
volgafstand (alleen ACC)........186
voortzetten............182, 183
Snelheidsregeling (cruisecontrol).....182
Specificaties,
brandstof (benzine)...........292
olie.....................292
Spraakbedieningsopdracht. .337, 338, 341
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............337, 338, 341
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . .94
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .94
Stallen van het voertuig...........56
Starten....................157
Starten,
bij lage temperaturen.........157
knop.....................19
met afstandsbediening..........21
Starten met startkabels..........234Startprocedures...............157
Startsysteem met afstandsbediening . . .21
Steunen, hoofdsteun.............35
Stoelen.....................28
Stoelen,
geheugen..................30
gekoeld...................34
hoofdsteunen...............35
instaphulp.................32
kantelen..................28
neerklapbare achterbank........28
verstellen..................28
verwarmd..................33
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio..................28
Stoelen met systeem voor gemakkelijk in-
en uitstappen................32
Stoel met geheugenfunctie.........28
Stopcontact (voor randapparatuur).....66
Stop/Start...................83
Storen.................338, 348
Storingslampje (motorcontrole).......78
Sturen,
stuurkolom verstellen..........38
verwarmd stuur..............38
Stuurbediening audiosysteem.......322Stuurbediening voor audio.........322
Tanken.................197, 199
Telefoon (Uconnect)............330
Temperatuurregeling, automatisch (ATC) .55
Text Messages (tekstberichten) . .301, 339
Tips ......................322
Tractieregeling.................90
Transaxle,
automatisch...............165
werking..................165
Uconnect,
Uconnect-instellingen.........321
Uconnect 3 met 5-inch display......299
Uconnect 4C/4C Nav met 8,4-inch
display...................311
Uconnect 4 met 7-inch display......303
Uconnect-instellingen,
door klant programmeerbare
functies...............24, 321
Uconnect Phone...............330
Uconnect Phone,
bellen...................338
koppelen.................333
Uitlaatsysteem................153
INDEX
374