Opmerking De USB-poort verzorgt
zowel de gegevensoverdracht vanaf de
USB-stick/Smartphone, enz., als het
langzaam opladen, hetgeen echter niet
verzekerd wordt aangezien dit
afhankelijk is van het type/merk van het
externe apparaat.
AUX-BRON
(indien aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door het
apparaat zelf; het is niet mogelijk om
nummer/map/playlist te veranderen of
start/einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling uit
bij stilstaand voertuig en onder veilige
omstandigheden; deze functie is
uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in elk
geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om het
registratieproces te starten, zoek
daarna naar deUconnect™
voorziening op de mobiele telefoon (als
daarentegen "Nee" geselecteerd wordt,
ziet u het hoofdscherm van de
telefoon);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
238
MULTIMEDIA
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal het
systeem het eerst gekoppelde apparaat
als favoriet beschouwen.
Opmerking Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®
-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproep.";
selectie van het pictogram;
drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze telefoonfunctie te gebruiken,
moet de mobiele telefoon de
SMS-uitwisseling via
Bluetooth®
ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt
ondersteund door de telefoon, wordt de
bijbehorende grafische toets
uitgeschakeld (wordt grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon zijn
ontvangen door op de grafische toets
te drukken (in het overzicht worden
maximaal 60 ontvangen berichten
weergegeven).
INSTELLINGEN
Druk op de toetsop het voorpaneel
voor de weergave van het hoofdmenu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Weergave;
Eenheden;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Veiligheid / Assistentie;
Lichten;
Portieren+Vergrendeling;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon / Bluetooth;
Instelling SiriusXM (waar aanwezig);
Configuratie radio;
Instellingen resetten
239
Telefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Laatste oproepen
Gemaakte oproepen
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon tekstberichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Selecteer de bron...
Bekijk...
Navigatie (alleen Uconnect™ 5"
Nav)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Zoom in
Zoom uit
2d-modus
3D-modus
Deze positie toevoegen
Navigeer naar huis
Navigeren via huis
Annuleer de route
MOPAR®CONNECT
(indien aanwezig)
Deze diensten helpen u om uw auto
altijd onder controle te hebben en
onmiddellijke bijstand te ontvangen in
geval van ongevallen, diefstal of pech.
Om deze diensten te verkrijgen, moet
hetMopar
®Connect-apparaat op
uw auto uit het land geïnstalleerd
worden (lijst beschikbaar op de
website www.driveuconnect.eu) en
moet de activering worden
aangevraagd volgens de instructies
ontvangen op het e-mailadres dat u
bij de aflevering van de auto heeft
verstrekt.
Om de Aangesloten diensten te
gebruiken, moet u de App
Uconnect™LIVEdownloaden of
inloggen op het portaal
www.driveuconnect.eu.
Alle informatie over de diensten is
beschikbaar in deelMopar
®Connect
van het portaal
www.driveuconnect.eu.
PRIVACYMODUS
In de privacymodus kunt u de diensten
“Auto zoeken”, “Gebied melden” en
“Snelheid melden” uitschakelen,
waardoor geregistreerde klanten hun
auto gedurende een vaste tijdsduur
kunnen lokaliseren.
242
MULTIMEDIA
BELANGRIJK De tracering van de
positie van de auto blijft actief voor de
bijstandsdiensten, indien aanwezig, in
het geval van een ongeval of diefstal
van de auto, maar is niet zichtbaar voor
de klant.
Activeringsprocedure
PRIVACYMODUS
Ga als volgt te werk:
noteer de totale kilometerstand;
zorg ervoor dat het
instrumentenpaneel is uitgeschakeld;
Stuur het volgende SMS-bericht naar
+393424112613: “PRIVACY
PRIVACY
ZFA3340000P123456 12532). Het
chassisnummer vindt u op het
kentekenbewijs;
wacht, alvorens de motor te starten,
op het SMS-bericht waarin bevestigd
wordt dat de Privacymodus geactiveerd
is en dat de vervaldatum aangeeft.
Na ontvangst van deze bevestiging kunt
u op weg gaan in de wetenschap dat
de auto niet getraceerd zal worden tot
aan de aangegeven vervaldatum. Als de
Privacy-modus tijdens een rit verloopt,
zal die verlengd worden tot het moment
dat de motor wordt uitgeschakeld
(instrumentenpaneel uit).Indien u een tekstbericht ontvangt dat
uw verzoek is mislukt, moet u zich
ervan bewust zijn dat de auto zichtbaar
zal blijven voor de geregistreerde klant.
Wanneer u tijdens de activering twijfels
of problemen heeft, raadpleeg dan de
FAQ op het portaal
www.driveuconnect.eu of neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk of de
klantenservice.
OFFICIËLE
TYPEGOED-
KEURINGEN
Alle bij het voertuig geleverde
radio-apparatuur voldoet aan Richtlijn
2014/53/EU.
Ga voor nadere informatie naar de
websites www.mopar.eu/owner of
http://aftersales.fiat.com/elum/
243
Stopcontact achter............35
Stuurslot...................10
Stuurwiel...................17
Symbolen...................3
Tabel met.................206
Tanken...................124
Tankprocedure..............125
Tanken in een noodgeval......127
TC (systeem)................70
Technische gegevens..........193
Tips voor het rijden...........123
TSC (systeem)...............71
Uconnect™ 5" - Uconnect™ 5"
Nav ...................231Uconnect™ 5” LIVE —
Uconnect™ 5” Nav LIVE
Bedieningselementen op het
voorpaneel..............231
Bedieningstoetsen op het
stuurwiel................233
Bluetooth® bron...........237
Instellingen..............239
Systeem aan/uit........227 ,236
USB-bron...............237
Uconnect™ Radio............221
Bedieningselementen op het
voorpaneel..............221
Bedieningstoetsen op het
stuurwiel................224
Radiomodus.............227
Telefoonmodus............229
USB-bron...............228
Veiligheidsgordels............80
Velgen en banden (afmetingen). . . .198Veranderingen/wijzigingen aan het
voertuig..................3
Versie met LPG-systeem........36
Vloeistoffen en smeermiddelen. . . .210
Vooraanspanners.............85
Krachtbegrenzers...........85
Voorstoelen (handmatig
verstelbaar)...............14
Wielen...................198
Wielen en banden............187
Zekeringen (vervangen)........139
Zekeringenkasten............139
Zijairbag..................103
Zwaar Gebruik Van De Auto......170