Belangrijke aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van kinderen
Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting
in gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om
het kinderzitje zo dicht mogelijk tegen
de voorstoel aan te monteren.
Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan of de
led
op het paneel op het dashboard
brandt om er zeker van te zijn dat
deze airbag daadwerkelijk is
uitgeschakeld.
Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen met
de overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Elk kinderzitje is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in één zitje.
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Laat een kind nooit het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand is in
staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
Als de auto betrokken is geweest bij
een aanrijding, vervang het kinderzitje
dan door een nieuwe. Bovendien,
en afhankelijk van het type kinderzitje
dat geïnstalleerd is, moeten de
ISOFIX-verankeringen of de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
De achterste hoofdsteun kan zo
nodig verwijderd worden om een
kinderzitje te monteren. De hoofdsteun
moet altijd in de auto aanwezig zijn
en worden aangebracht als de stoel
door een volwassen passagier wordt
gebruikt of als een kind in een zitje
zonder rugleuning zit.
BELANGRIJK
68)ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een
kinderzitje tegen de rijrichting in op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag dodelijk letsel van
het kind tot gevolg hebben. Het is
raadzaam kinderen altijd in kinderzitjes op
de achterbank te vervoeren: bij een
ongeval biedt de achterbank de meeste
bescherming.
69)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld
moet worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Houd u altijd aan
de aanwijzingen op de zonneklep aan de
passagierszijde (zie de paragraaf
“Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -
Airbag”).
70)Mocht het toch nodig zijn om een kind
in een tegen de rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorste passagiersstoel te
vervoeren, dan moeten de frontairbag en
zijairbag aan de passagierszijde worden
uitgeschakeld via het hoofdmenu van het
display (zie de paragraaf "Display", in
het hoofdstuk "Kennismaking met het
dashboard"); de uitschakeling moet
geverifieerd worden door te controleren of
de led
OFF op het dashboard brandt.
Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met
het dashboard.
96
VEILIGHEID
Interieurverlichting...................27
ISOFIX-kinderzitje (montage).........89
iTPMS..............................76
Kentekenverlichting
(lamp vervangen)................144
Kinderen veilig vervoeren............84
Kinderslot...........................33
Kinderzitjes.........................84
Klimaatregeling......................21
Knie-airbag bestuurder..............99
Krik...............................129
Lamp vervangen..................137
Lampjes en berichten................46
Lane Change.......................26
Mechanische sleutel................11
Mistlampen (lamp vervangen).......142
Mistlampen / mistachterlicht
(inschakeling).....................24
Modusselectiesysteem
(voorziening).....................115
Mopar Connect....................241
Motorkap...........................36
Motorkoelvloeistof (peil
controleren).....................169
Motorolie (verbruik).................169
Motorruimte.......................166
Niveaus controleren...............166
Noodvergrendeling portieren.........33
Officiële typegoedkeuringen........242Onderhoudsschema...............158
Onderste koplampunit..............140
Parkeersensoren..................118
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).............157
Plafondverlichting voor...............27
Portieren............................32
Prestaties (topsnelheid).............190
Regensensor.......................28
Remvloeistof
(niveau controleren)..............169
Richtingaanwijzers
(inschakeling).....................25
Richtingaanwijzers
(lamp vervangen)................140
Richtingaanwijzers zijkant
(lamp vervangen)................141
Richtlijnen voor de behandeling
van de auto aan het einde van
de levensduur...................206
Rijhulpsystemen.....................74
Ruitensproeiervloeistof
voor-/achterruit (niveau
controleren).....................169
Safe Lock (systeem)................12
SBR (Seat Belt Reminder)............81
Schemersensor.....................25
Set-up-menu........................44
Slepen van het voertuig............153Sleutel met afstandsbediening.......11
Sleutels.............................11
Sneeuwkettingen..................182
Soorten lampen....................139
Speed Limiter......................114
Stadslicht / dimlicht
(inschakeling).....................24
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
(lamp vervangen)................141
Standaard velgen en banden.......182
Start&Stop (systeem)...............111
Starten met hulpaccu..............151
Stoelen.............................14
Stuurslot............................14
Stuurwiel............................18
Tanken.......................123-200
Tijdens parkeren...................107
Tips, bediening en algemene
informatie.......................208
Traction + systeem.................116
Trip Computer.......................44
Uconnect™ 5" LIVE...............210
Uconnect™ 7" HD LIVE /
Uconnect™ 7" HD Nav LIVE.....223
Veiligheidsgordels..................79
Vloeistof (ruitensproeiers
voor/achter).....................173
Vloeistoffen en smeermiddelen......202
Voorruitsproeier/
achterruitsproeier.................27
ALFABETISCH REGISTER