124
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de systemen te
laten controleren.
Er wordt geen waarschuwingssignaal
afgegeven in de volgende situaties:
-
v
oor stilstaande objecten (geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen, borden...),
-
b
ij tegemoetkomend verkeer,
-
b
ij rijden over bochtige wegen of in zeer
scherpe bochten, -
b
ij het inhalen van of ingehaald worden
door een zeer lang voertuig (vrachtwagen,
autobus enz.) die én in de dode hoek
achter wordt gedetecteerd én zich in het
gezichtsveld van de bestuurder bevindt,
-
b
ij snelle inhaalmanoeuvres,
-
b
ij erg druk verkeer: de voertuigen die voor
en achter worden gedetecteerd, worden
aangezien voor een vrachtwagen of een
stilstaand object.
Storing
Bij slechte weersomstandigheden (zware
regenval, hagel enz.) kan het systeem
tijdelijk minder nauwkeurig werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek of het
van een droog wegdek op een nat wegdek
terechtkomen kan tot een vals alarm
leiden (zo kan een wolk waterdruppels in
de dode hoek worden aangezien voor een
vo e r tui g).
Zorg er voor dat de sensoren in de winter
of bij slecht weer niet bedekt zijn met
modder, ijs of sneeuw.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte van de buitenspiegels waar
de lampjes zitten of op de detectiezones
op de voor- en achterbumper, omdat de
dodehoekbewaking dan mogelijk niet
goed werkt.
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30
centimeter van de sensoren.
In het geval van een storing wordt een melding
weergegeven om u te waarschuwen.
Rijden
153
Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij auto's met HDi-motor is het in het geval van
een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten.Als de motor niet direct aanslaat, beëindig
dan uw startpoging en herhaal de
procedure.
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10 keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Gevarendriehoek
(opbergen)
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling op de
alarmknipperlichten.
Elke auto moet zijn voorzien van een gevarendriehoek.
De gevarendriehoek kan onder de vloermat van de
bagageruimte (in de opbergbak) of, afhankelijk van
modelversie, onder de voorpassagiersstoel worden
opgeborgen.
Voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te
plaatsen, moet u de alarmknipperlichten
inschakelen en uw reflecterende
veiligheidsvest aantrekken.
Raadpleeg voor het gebruiken van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
F Plaats de gevarendriehoek achter de auto en houd u aan de ter plaatse geldende
wettelijke voorschriften.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar, raadpleeg uw CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren ,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
De compressor kan uitsluitend worden
aangesloten op de 12
V-aansluiting voor
in de auto.
De compressor mag niet worden
aangesloten op de andere
12
V-aansluitingen voorin en in de
bagageruimte.
8
Storingen verhelpen
154
Bandenspanningscontrole
Het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning zal na het repareren van
een wiel blijven branden tot het systeem
is gereset.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bandenspannin
gscontrolesysteem.
Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
Overzicht van het gereedschap
1.Bandenreparatieset.
De compressor bevat een patroon met
afdichtingsproduct voor het tijdelijk
repareren van een band en kan ook
gebruikt worden voor het aanpassen van
de bandenspanning.
2. Dop voor de slotbouten (in het
dashboardkastje of gereedschapskist)
(afhankelijk van de uitvoering).
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
3. Afneembaar sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het slepen van de auto
en het gebruik van het afneembare sleepoog.
Samenstelling van de set
1. 12 V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2. Fles met afdichtmiddel voorzien van
ingebouwde slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
Reparatiemethode
F Parkeer het voertuig zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
V
olg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten,
gevarendriehoek, dragen van een reflecterend
veiligheidsvest, enz.) met betrekking tot de regels
die gelden in het land waar u zich bevindt.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Storingen verhelpen
168
ZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F1 10Buitenspiegels (elektrisch verstelbaar).
F4 15Geluidssignaal.
F6 20Ruitensproeiers voor en achter.
F8 20Ruitenwisser achter.
F10 30Sloten.
F27 5Alarm (voorbereiding).
F29 20Touchscreen.
F31 15Audiosysteem.
F32 1512 V-aansluiting.
F35 5Koplampverstelling, grip control.
F36 5Plafonnier, kaartleeslampjes.
Storingen verhelpen
175
Slepen van uw auto
Als dit voorschrift niet wordt
opgevolgd, kunnen bepaalde
onderdelen (remsysteem, aandrijving
enz.) beschadigd raken en werkt de
rembekrachtiger na het starten van de
motor mogelijk niet meer.F
R
ijd rustig weg. Rijd ver volgens met een
lage snelheid en leg geen lange afstanden
af.
Slepen van een andere auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door op de onderkant er van te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
Z
et bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F
A
uto's met een automatische transmissie of
elektronisch gestuurde versnellingsbak: zet
de selectiehendel in de stand N .
F
O
ntgrendel het stuur wiel en zet de
parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in. F
M
aak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant er van te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot hij stuit.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als het af te leggen traject beperkt.
8
Storingen verhelpen
181
AAanhanger............................................... 95, 140
Aanhangergewichten .................................... 176
Aansluiten MirrorLink
...........................19, 11 -12
Aansluiting 12 V
...............................
.........56-57
ABS
........
......................................................... 72
Accessoires ............................................... 69, 99
Accu
....................................... 140, 147 , 171 , 173
Accu laden
............................................. 172-173
Achterbank
...............................
.................45-46
Achterklep sluiten
..................................... 39-40
Achterportierruiten
.................................. 42,
152
Achterruitverwarming
..................................... 54
Achteruitrijcamera
......................................... 127
Achteruitrijlicht
.............................................. 16 4
Actieradius AdBlue
.................................... 21-23
Actieradius AdBlue
® ................................... 21 -22
Active Safety Brake........................... 15, 117-11 9
AdBlue
® ................................ 14, 21-22, 14 9 -15 0
Afmetingen .................................................... 179
Afstandsbediening
..................................... 31
- 3 6
AFU
................................................................. 72
Afzetten van de motor
..................................... 96
Afzonderlijk massapunt
................................ 14 4
Airbags
...............................
.................16, 78 , 82
Airbags vóór
........................................ 78- 80, 83
Airconditioning
............................................ 6, 50
Airconditioning (handbediend)
.................49, 51
Alarmknipperlichten
................................ 70,
15 3
Alarmsysteem
........................................... 4
0 - 41
Allesdragers
.................................................. 142
Antiblokkeersysteem (ABS)
............................72
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
.................................. 15, 7 2 -74
Apple CarPlay verbinding
.........................18, 12
Apple
®-speler .............................................. 26, 9
Armleuning vóór ........................................ 56, 58
ASR
........
......................................................... 72
Audio-aansluitingen
........................................ 57
Audiokabel
...................................................... 25
Automatische airconditioning
~ Airconditioning (automatisch) ..............49-53
Automatische ruitenwissers
......................66, 68
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
............6, 101-103 , 107-109, 148
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
...................................... 70
Automatisch inschakelen verlichting
........61, 63
Automatisch noodremsysteem
.........15, 117-11 9
AUX-aansluiting
.......................................... 25, 9
BBagageafdekking ............................................ 60
Bagageruimte ................................ 39-40, 55, 59
Banden
................
...................................... 6, 18 0
Bandenreparatieset
...................................... 15 4
Bandenspanning
....................15 4, 157 , 179 -18 0
Bandenspanningscontrole (met set)
...................................... 15 3 -15 4, 15 6
Bandenspanning te laag (detectie)
...............132
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
........37
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij
....................35-38
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom
...................... 3,
3
Bekerhouder
..............................
.....................56
Beladen
............................................................. 6
Benzinemotor
................................ 13 6, 14 4 , 17 7
Bijvullen AdBlue
® .......................................... 15 0
Binnenspiegel
................................................. 47
BlueHDi
.............................................. 21-22, 149
Bluetooth (handsfree set)
............... 27-2 8, 13 -14
Bluetooth (telefoon)
......................... 27-2 8, 13 -15
Bluetooth-verbinding
........... 21-22, 27-2 8 , 13 -15
Bochtverlichting .............................................. 65
Bochtverlichting, statisch ................................65
Boordcomputer
.......................................... 27-2 8
Boordgereedschap
....................................... 15 4
Brandstof
................................................... 6, 13 6
Brandstofadditief
............................................. 12
B
randstofniveaumeter
............................137-13 8
Brandstoftank
................................. 137-13 8, 13 8
Brandstof tanken
.................................... 13 6 -13 8
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................15 3
Brandstofverbruik
............................................. 6
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop ......13 7-13 8
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep ....137-13 8
Buitenspiegels ............................ 46 - 47, 123 -124
CCD ............................................................... 25, 9
CD MP3 ....................................................... 25, 9
CD-/MP3 -speler
............................................. 25
C
entrale vergrendeling
.............................32, 34
CITROËN Connect Nav
....................................1
CITROËN Connect Radio
................................. 1
C
laxon
............................................................. 70
Configuratie van de auto
..........................24
-27
Contact
.......................................... 53, 97 , 99 , 29
Contact aangezet
............................................ 99
Controlelampjes
................................................ 9
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle
.............................21
Controles
........................................ 14
4, 147-148
DDAB (Digital Audio
Broadcasting) - Digitale radio ................... 24,
8
Dagrijverlichting
...............................
.............162
Dagteller
.................................................... 28-29
.
Trefwoordenregister