GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig onder
optimale omstandigheden.
Daarom heeft Alfa Romeo een reeks
controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die op vaste
afstandsintervallen uitgevoerd moeten
worden, en, waar aanwezig, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het altijd
noodzakelijk de aanwijzingen in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema
zorgvuldig op te volgen (bijv. regelmatige
controle van de vloeistofniveaus,
bandenspanning, enz.).
Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten
worden door alle werkplaatsen van het
Alfa Romeo Servicenetwerk uitgevoerd
op basis van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen. Eventuele reparaties
die nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van
het geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als het voertuig dikwijls
gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter interval
tussen de onderhoudsbeurten worden
aangehouden.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet
uitvoeren ervan kan het vervallen van de
garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo
Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
136
ONDERHOUD EN ZORG
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de conditie controleren van de
getande distributieriem (behalve
Turbo TwinAir-versies)
Conditie van aandrijfriem(en)
hulporganen visueel controleren
Oliepeil Alfa TCT controleren en zo
nodig bijvullen (waar aanwezig)(2)
Motorolie verversen en oliefilter
vervangen(3)
Bougie vervangen(4)
Aandrijfriem(en) hulporganen
vervangen(5)
Getande distributieriem vervangen
(met uitzondering van TwinAir Turbo
versies)(5)
(2) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
(3) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter elk jaar vervangen worden.
(4) Voor 1.4 Turbo MultiAir versies zijn de volgende zaken van vitaal belang om een correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de
motor te voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en
merk zijn (zie de paragraaf "Motor" in het hoofdstuk "Technische gegevens"); houd u strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die
vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema. Het wordt aanbevolen contact op te nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de
bougies te laten vervangen.
(5) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde
afstand. Stoffige omgevingen en/of veeleisend gebruik (koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen
maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
139
MOTOROLIE
132)
38) 39)
2)
Controleer of het oliepeil tussen de
referentietekens MIN en MAX op de
peilstok 1 staat. Als het oliepeil vlakbij of
onder het MIN-teken staat, olie
toevoegen via de vulopening 2 totdat het
MAX-teken wordt bereikt.
1.4 Benzine / 1.4 Turbo Benzine/LPG /
1.4 Turbo Multi Air / 1.3 JTD
M-2versies: haal de oliepeilstok eruit 1,
maak hem schoon met een pluisvrije
doek en steek de oliepeilstok er weer in.
Neem de peilstok weer uit en controleer
of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op de peilstok bevindt.
Turbo TwinAir-versies: oliepeilstok 1 is
integraal met dop 2. Draai de dop los,
maak de peilstok schoon met een niet
pluizende doek, breng de peilstok weer in
en draai de dop weer vast. Draai de dop
weer los en controleer of het
motoroliepeil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op de peilstok bevindt.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximale
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km. Tijdens de eerste
gebruiksperiode van de auto, moet demotor worden ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de
eerste 5000 - 6000 km.
MOTORKOELVLOEISTOF
132)
40)
Draai, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 3 los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS /
ACHTERRUITSPROEIER
134) 135)
Verwijder, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 4 en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
REMVLOEISTOF
136) 137)
41)
Controleer of de vloeistof op het
maximumniveau staat. Draai, als het
vloeistofniveau te laag is, de
reservoirdop 5 los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
OLIE BEDIENINGSSYSTEEM ALFA TCT
VERSNELLINGBAK
(indien aanwezig)
3)
Wend u voor de controle van het
transmissieolieniveau uitsluitend tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
37)Let erop dat de verschillende types
vloeistoffen tijdens het bijvullen niet
verwisseld worden: ze mogen absoluut niet
onderling gemengd worden! Bijvullen met een
ongeschikte vloeistof kan leiden tot ernstige
schade aan het voertuig.
38)Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
39)Vul geen olie bij met andere kenmerken
dan de olie waarmee de motor is gevuld.
40)Gebruik voor het bijvullen hetzelfde type
vloeistof als het type dat al in het reservoir
van het motorkoelsysteem zit. De vloeistof
mag niet gemengd worden met andere types
antivriesvloeistoffen. Als er toch bijgevuld is
met een ongeschikt product, start dan in
geen geval de motor en neem contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
41)Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte delen.
Spoel bij contact onmiddellijk uit met rijkelijk
water.
150
ONDERHOUD EN ZORG
BELANGRIJK
130)Rook nooit tijdens het uitvoeren van
werkzaamheden in de motorruimte: er
kunnen ontvlambare gassen en dampen
vrijkomen die brand kunnen veroorzaken.
131)Wees erg voorzichtig bij het uitvoeren
van werkzaamheden in de motorruimte
wanneer de motor nog warm is: gevaar voor
brandwonden. Kom niet te dicht bij de
koelventilator van de radiateur: de
elektrische ventilator kan inschakelen;
gevaar voor verwondingen. Sjaals, dassen of
andere loszittende kleding kunnen door de
bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
132)Wacht voor het bijvullen van de
motorolie tot de motor is afgekoeld alvorens
de vuldop los te maken. Dit geldt in het
bijzonder voor voertuigen met een
aluminium vuldop (waar aanwezig).
WAARSCHUWING: gevaar voor
brandwonden!
133)Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang, indien nodig, de dop alleen door een
origineel exemplaar om de werking van het
systeem niet negatief te beïnvloeden. Draai
bij warme motor de dop van het reservoir
niet los: gevaar voor brandwonden.
134)Rijd nooit met een leeg
ruitensproeiervloeistofreservoir:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een goed zicht. Herhaaldelijke
werking van het systeem zonder vloeistof
kan leiden tot schade aan of snelle
verslechtering van sommige
systeemcomponenten.135)Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn ontvlambaar.
De motorruimte omvat warme onderdelen
die bij contact met de vloeistof brand kunnen
veroorzaken.
136)Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als er per ongeluk remvloeistof
gemorst wordt, moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen met water en
neutrale zeep. Vervolgens met veel water
afspoelen. In geval van inslikken onmiddellijk
een arts raadplegen.
137)Het symbool
, op het reservoir van
de remvloeistof geeft aan dat een
remvloeistof een synthetische of op
mineralen gebaseerde vloeistof is. Het
gebruik van minerale vloeistoffen kan de
speciale rubberen pakkingen in het
remsysteem onherstelbaar beschadigen.
BELANGRIJK
2)De gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het
milieu. Het verdient aanbeveling de olie en de
filters te laten vervangen door het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
3)Gebruikte versnellingsbakolie bevat
stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
Men adviseert om voor het vervangen van de
olie contact op te nemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
deze handeling te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid en
het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut voordat u de
elektrische voeding van de accu
loskoppelt en vervolgens weer aansluit.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een laag amperage
gedurende ongeveer 24 uur op te laden.
De accu langer opladen, kan de accu
beschadigen.
BELANGRIJK De kabels van het
elektrische systeem moeten weer
correct worden aangesloten op de accu,
d.w.z. de pluskabel (+) op de plusklem en
de minkabel (–) op de minklem. De
accuklemmen zijn gemarkeerd met de
symbolen plus (+) en min (–), en zijn
weergegeven op het deksel van de accu.
De kabelklemmen moeten ook
corrosievrij zijn en stevig aan de
klemmen bevestigd worden. Als een
acculader van het "snelle" type wordt
gebruikt terwijl de accu in het is voertuig
gemonteerd, moeten eerst beide kabels
van de accu losgemaakt worden alvorens
151
ACCU
Accu 6 (zie vorige pagina's) vereist niet
dat de elektrolyt met gedestilleerd water
wordt bijgevuld. Een periodieke controle
bij het Alfa Romeo Servicenetwerk is
echter noodzakelijk om de efficiëntie te
verifiëren.
ACCULADING EN ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
139) 140) 141) 142)
43)
4)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu voor het
onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de interieurverlichting blijft branden;
schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatischeuitschakeling van de interieurverlichting;
houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, enz.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is
uitgezet;
maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op
de accu los.
BELANGRIJK Als het laadniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
het voertuig langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan "Langdurige stilstand van
het voertuig” in het hoofdstuk "Starten
en rijden".
Als men na aanschaf van de auto
elektrische accessoires wil monteren die
constante voeding vereisen (alarm enz.),
of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met het
Alfa Romeo Servicenetwerk; het
gekwalificeerde personeel zal dan het
totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
139)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
140)Als de accu met onvoldoende vloeistof
werkt, kan dit de accu onherstelbaar
beschadigen en een explosie veroorzaken.
141)Als de auto langdurig gestald moet
worden bij zeer lage temperaturen, verwijder
dan de accu en breng deze naar een
verwarmde plek, om bevriezing te
voorkomen.
142)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen altijd
met een speciale bril beschermd worden.
BELANGRIJK
43)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Als men na
aanschaf van het voertuig accessoires wil
monteren (diefstalbeveiliging, mobiele
telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats
van een Alfa Romeo Servicenetwerk, die de
meest geschikte apparaten zal aanraden en
zal controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.
154
ONDERHOUD EN ZORG
BELANGRIJK
4)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
vervanging van de accu contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
HET VOERTUIG OPKRIKKEN
Als de auto opgeheven moet worden,
neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk dat uitgerust is met
garagekrikken en hefbruggen.
BELANGRIJK Bij versies met zijskirts
moet men goed opletten bij het plaatsen
van de hefarmen.
CARROSSERIE
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE
CARROSSERIE
44)
5)
Lak
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Het normale onderhoud van
de lak beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van het
gebruik van de auto en van de omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam het
voertuig vaker te wassen in gebieden met
sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.
Bij sommige versies kan de auto op
aanvraag worden uitgerust met een
exclusieve matte lak die, om intact te
blijven, speciale zorg vereist: zie hetgeen
beschreven in de waarschuwing.
45)
Volg onderstaande aanwijzingen om het
voertuig correct te wassen:
verwijder de antenne van het dak
wanneer het voertuig gewassen wordt;
als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt, houd
dan een afstand van minimaal 40 cm t.o.v.
de carrosserie aan om beschadiging of
aantasting te voorkomen. Onthoud dat
155
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
(indien aanwezig)
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en de
realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen aan
het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn levensduur zonder extra kosten
in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of
eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u als u een andere auto gaat aanschaffen, zich tot
een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig
geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het
milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het
telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.
187
TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE
INFORMATIE
TIPS
148) 149)
49) 50)
Verkeersveiligheid
Zorg ervoor dat u weet hoe de
verschillende systeemfuncties gebruikt
moeten worden voordat u gaat rijden.
Lees de gebruiksaanwijzingen van het
systeem zorgvuldig door voordat u gaat
rijden.
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden voortdurend.
De ontvangst kan gestoord worden door
de aanwezigheid van bergen, gebouwen
of bruggen, vooral wanneer u ver
verwijderd bent van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan toenemen
wanneer verkeersinformatie of nieuws
wordt ontvangen
Zorg en onderhoud
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat het
systeem optimaal blijft werken:
gebruik nooit alcohol, benzine of
producten op petroleumbasis om het
scherm van het display te reinigen;
het display is gevoelig voor krassen,
vloeistoffen en reinigingsmiddelen. Het
display mag niet in contact komen met
scherpe of harde voorwerpen die het
oppervlak ervan kunnen beschadigen.
Oefen tijdens het reinigen geen druk uit
op het display;
voorkom dat vloeistoffen in het
systeem komen: dit kan het systeem op
onherstelbare wijze beschadigen.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd naar
het scherm moet kijken, ga dan de weg af
en parkeer op een veilige plek, zodat u
niet tijdens het rijden wordt afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken. Neem zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
het systeem te laten repareren.
BELANGRIJK
148)Volg onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond raken
of kan het systeem beschadigd raken.
149)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
49)Maak het glas van het voorpaneel en
display alleen schoon met een zachte,
schone, droge, anti-statische doek.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen het
oppervlak beschadigen. Gebruik nooit
alcohol, benzine en afgeleide producten.
50)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
190
MULTIMEDIA