Overzichtstabel bedieningselementen voorpaneel
Knop Functies Modus
Inschakelen Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
Instellingen Knop kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies, zoals: Tijdsweergave,
Kompas (waar aanwezig), buitentemperatuur, Radio, Media en
Uconnect™ LIVE
-services, waar aanwezig.Knop kort indrukken
TELEFOON Weergave telefoongegevens Knop kort indrukken
TRIP
(Uconnect™ 5" LIVE-
versies)Toegang tot het Trip menu Knop kort indrukken
NAV
(Uconnect™ 5" Nav
LIVE-versies)Toegang tot het Navigatiemenu Knop kort indrukken
MEDIA
Bronselectie: USB, AUX,
Bluetooth®Knop kort indrukken
RADIO Toegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
162
MULTIMEDIA
Overzichtstabel bedieningselementen op het stuurwiel
Tekst Bediening (drukken/draaien)
Inkomend gesprek aannemen;
Een tweede inkomend telefoongesprek aannemen en het lopende telefoongesprek in de wacht
zetten;
Weergave van de 10 laatste oproepen op het instrumentenpaneel
Inkomend gesprek weigeren;
Lopend gesprek beëindigen;
Het display verlaten op het instrumentenpaneel van de laatste oproepen (alleen met het
bladeren door oproepen actief)
Uitschakelen/opnieuw inschakelen van de microfoon tijdens een telefoongesprek;
Inschakelen/uitschakelen van de Pauze van de bron USB,Bluetooth®;
Inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/-
Kort indrukken: volume stapsgewijs verhogen/verlagen;
Ingedrukt houden: volume continu verhogen/verlagen tot de toets wordt losgelaten
Spraakherkenning inschakelen;
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven;
Spraakherkenning onderbreken
Rechter wieltje naar boven of beneden draaien:
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt
losgelaten
Kort indrukken (USB,Bluetooth®-modus): selectie van vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (USB,Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de toets wordt
losgelaten
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep (alleen met bladeren door
oproepen actief)
164
MULTIMEDIA
Systeem in-/
uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radiomodus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuze) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Via het menu “Audio” kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Balans / Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume / Snelheid" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"
Druk op de toets
/ Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
Media-modus
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX, USB ofBluetooth®.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk
niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde Media-modus, de
knoppen
/kort indrukken om
het vorige/volgende nummer af te
spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel achteruit/vooruit te spoelen.
Voor talen met speciale tekens (bijv.
Grieks) die niet door het systeem
worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
Bluetooth® bron
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth® audioapparaat te kop-
pelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media"-bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
165
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de telefoontoets op het voorpaneel
en door "Instellingen" te selecteren of
door, vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
Raadpleeg het instructieboekje van de
mobiele telefoon als deBluetooth®
verbinding tussen mobiele telefoon en
systeem wordt verbroken.
De radio kan het nummer dat wordt
gespeeld veranderen door het wijzigen
van het naam-apparaat in de
Bluetooth®-instellingen van de tele-
foon (waar voorzien), als het apparaat is
aangesloten via USB na de
Bluetooth®-verbinding.
Telefoonmodus
Activering telefoonmodus
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.Als u de lijst met mobiele telefoons en
ondersteunde functies wilt te
raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™-apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling" te
drukken: druk op de knop "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
166
MULTIMEDIA
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van “Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
drukken op de knop "Opn. bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt
ondersteund door de telefoon, wordt
de bijbehorende grafische toets
uitgeschakeld (wordt grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de toets
voor toegang tot
de lijst van SMS-berichten die door
de mobiele telefoon zijn ontvangen (de
lijst toont een maximum van 60
ontvangen berichten).
Door SMS-berichten bladeren
(waar aanwezig)
Met gebruik van de
stuurwielcommando's kunt u de laatste
10 ontvangen SMS-berichten op het
instrumentenpaneel weergeven en
beheren. Om deze functie te gebruiken,
moet de mobiele telefoon de
uitwisseling van SMS viaBluetooth®
ondersteunen.
Selecteer “Telefoon” in het menu op het
instrumentenpaneel en selecteer
vervolgens “SMS-lezer” met de
pijltjestoetsen op de
stuurwielbedieningen.
Met het submenu "SMS-lezer" kunnen
de laatste 10 SMS-berichten worden
weergegeven.
WAARSCHUWING Sommige mobiele
telefoons houden geen rekening met de
instellingen van de
ontvangstbevestigingen van SMS-
berichten als verbinding wordt gemaakt
metUconnect™. Als een SMS via
Uconnect™wordt gestuurd, zou de
gebruiker, zonder enige waarschuwing,
extra kosten op kunnen lopen door
het verzoek om een
ontvangstbevestiging van het
SMS-bericht dat door de telefoon is
gestuurd. Neem in geval van problemen
met betrekking tot de bovenstaande
informatie contact op met de
serviceprovider van uw telefoon.
167
SMS-berichtopties
Er zijn standaard tekstberichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die
als antwoord op een ontvangen bericht
of als nieuw bericht verzonden kunnen
worden:
Ja.
Nr.
OK.
Ik kan nu niet praten.
Bel me.
Ik bel je straks.
Ik ben onderweg.
Bedankt.
Ik kom te laat.
Zit vast in verkeer.
Begin maar vast.
Waar ben je?
Ben je er al?
Ik heb uitleg nodig.
Ik ben de weg kwijt.
Tot straks.
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten later.
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten.
* Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan.OPMERKING Zie het betreffende
gedeelte voor informatie over
het versturen van een tekstbericht met
spraakopdrachten.
APPS-modus
Druk op knop APPS op het voorpaneel
om de volgende werkinstellingen weer
te geven:
Buitentemperatuur
Klok
Kompas (alleen NAV-versies)
Ritten (waar aanwezig)
Uconnect™ LIVE
Uconnect™
LIVE-Services
Druk op de APPS-toets om het menu
met alle applicatiefuncties van het
systeem te openen, zoals: Trip
computer (waar aanwezig), Instellingen,
Kompas (waar aanwezig),Uconnect™
LIVE-applicaties.
Als een pictogram vanUconnect™
LIVEaanwezig is, dan is het systeem
voorbereid voor de aangesloten
services en kunnen de toepassingen
direct worden gebruikt vanaf de radio
voor een efficiënter en geavanceerd
gebruik van het voertuig. De
applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en de
markt.Om deUconnect™ LIVE-services te
kunnen gebruiken, moet u:
deUconnect™ LIVE-app van de
"Apple Store" of "Google Play" op
uw compatibele smartphone
downloaden. Zorg er daarbij voor dat
de gegevensverbinding is ingeschakeld;
deUconnect™ LIVE-app
gebruiken om u te registreren op de
website www.driveuconnect.eu of
www.fiat.it;
deUconnect™ LIVE-app op de
smartphone starten en uw gegevens
invoeren.
Ga, voor meer informatie over de
beschikbare services voor uw markt,
naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™ LIVE-app
hebt gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u deBluetooth®-
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven
in het hoofdstuk "Mobiele telefoon kop-
pelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™LIVE-services in uw voer-
tuig.
De lijst met ondersteunde mobiele
telefoons is beschikbaar op
www.driveuconnect.eu.
168
MULTIMEDIA
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™ LIVEop de radio.
Wanneer de activering is afgerond,
wordt de gebruiker hiervan op de
hoogte gebracht met een bericht. Als
een persoonlijk profiel nodig is voor
de services, kunnen uw accounts
worden aangesloten via de
Uconnect™ LIVE-app, of in uw
persoonlijke zone op
www.driveuconnect.eu.
Gebruiker niet aangesloten
Als de gebruiker de mobiele telefoon
niet met hetBluetooth®-systeem kop-
pelt, dan toont het radiomenu bij het
drukken op de knopUconnect™ LIVE
uitgeschakelde pictogrammen, met
uitzondering vaneco:Drive™.
Raadpleeg voor meer informatie over
deeco:Drive™functies het
betreffende hoofdstuk.
Instellingen van de Uconnect™
services die via de autoradio
beheerd kunnen worden
Het gedeelte "Instellingen" kan worden
geopend via het pictogram
in het
menu vanUconnect™ LIVE-services
op de radio. In deze sectie kan de
gebruiker de systeemopties controleren
en naar eigen voorkeur wijzigen.
Systemen updaten
Als een update voor hetUconnect™
LIVE-systeem beschikbaar is, terwijl de
Uconnect™-services worden gebruikt,
dan wordt u hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.
Voor de update moet de nieuwe versie
van de beheersoftware van
Uconnect™ LIVE-services worden
gedownload.
De update wordt uitgevoerd met behulp
van de gegevensverbinding van de
geregistreerde smartphone. De
gebruiker wordt op de hoogte gebracht
van de gegenereerde
verkeershoeveelheid.
DE Uconnect™ LIVE-APP
DeUconnect™ LIVE-app moet op uw
smartphone worden geïnstalleerd om
de verbonden services vanuit uw auto
te kunnen openen. Dit kan worden
gebruikt om uw profiel te beheren en
uwUconnect™ LIVEervaring aan
te passen.
De App kan worden gedownload via de
"App Store" of "Google Play".
Om veiligheidsredenen kan de App niet
worden geopend wanneer de telefoon
is geregistreerd met de autoradio.Persoonlijke gegevens (e-mail en
wachtwoord) zijn vereist om toegang te
krijgen tot deUconnect™ LIVE-
radioservices, daarom is uw
persoonlijke account beveiligd en kan
deze alleen worden geopend door
de echte gebruiker.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
DeUconnect™ LIVE-services
beschikbaar in het radiomenu kunnen
verschillen afhankelijk van de markt.
Deeco:Drive™en my:Car applicaties
zijn ontwikkeld om de rijervaring van
de klant te verbeteren, en daarom zijn
ze verkrijgbaar op alle markten waar
toegang tot deUconnect™ LIVE
services mogelijk is.
Ga voor nadere informatie naar de
website www.driveuconnect.eu.
Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot deUconnect™
LIVEservices het gebruik van de
TomTom LIVE-services geactiveerd.
Raadpleeg voor meer informatie over
de LIVE-functies het betreffende
hoofdstuk.
169
Tijdens de gegevensoverdracht naar de
apparaten kunnen er berichten op het
display van de autoradio verschijnen
om de gebruiker op de juiste wijze door
deze handeling te leiden; volg deze
aanwijzingen op. Deze berichten
worden alleen weergegeven als de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en als een uitschakelvertraging van
het-systeem is ingesteld. De gegevens
worden bij het afzetten van de motor
automatisch naar de apparaten
verzonden. Overgedragen gegevens
worden op deze manier verwijderd uit
het systeem geheugen. U kunt kiezen
om de reisgegevens al dan niet op
te slaan, door op de toets "Instellingen”
te drukken en door de activering van
de opslag en de overdracht naar USB
of Cloud in te stellen.
OPMERKING Als de USB-
geheugenstick vol is, worden
waarschuwingsberichten op het
radiodisplay weergegeven.
Wanneer er langere tijd geen
eco:Drive™gegevens naar de
USB-geheugenstick worden verzonden,
kan het interne geheugen van het
Uconnect™ LIVEsysteem verzadigd
raken. Volg de instructies in de
berichten op het radiodisplay.my:Car
Met my:Car kunt u de toestand van uw
auto onder controle houden.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval. Druk op de knop
"my:Car" om van deze toepassing
gebruik te maken.
Op het display verschijnt een scherm
met de sectie "care:Index", waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van de auto wordt getoond. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om
de informatie (indien aanwezig) over
de storingen van het voertuig te tonen
die het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.
De voertuigstatus kan worden
geraadpleegd op
www.driveuconnect.eu of via de
Uconnect™LIVEApp.
Instellingen
Druk op de knopop het voorpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Scherm;
Eenheden;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Lichten (waar aanwezig);
Portieren+Vergrendeling;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon /Bluetooth®;
Configur. SiriusXM (waar aanwezig);
Configur. Radio;
Instellingen Resetten;
Persoonlijke gegevens wissen.
Navigatie (alleen
Uconnect™ 5" Nav LIVE)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
tik op het scherm om het
Hoofdmenu te openen;
tik op "Navigeer naar" of "Rijd naar";
tik op "Adres"; U kunt de land- of
provincie-instelling wijzigen door de
vlag aan te raken voordat u een stad
selecteert;
171