Page 137 of 244

de parkeerrem is geactiveerd;
Versies met snelheidsbegrenzer:
de MODE-schakelaar voor de instelbare
snelheidsbegrenzer is ingedrukt;
Automatische versnellingsbak:de
selectiehendel is geplaatst op P of N; in
het geval van versies met een
handgeschakelde versnellingsbak:
de versnellingspook is in de vrijstand
geplaatst;
Automatische versnellingsbak:in
de handgeschakelde stand
(selectiehendel van D op M geplaatst)
kan de cruise-control niet uitgeschakeld
worden. De rem op de motor zal
daarom niet worden toegepast ook al
wordt de versnellingsbak naar een
lagere versnelling teruggeschakeld. Laat
de ingestelde snelheid afnemen of druk
het rempedaal in als moet worden
afgeremd.
De snelheid kan niet door een van de
toepasselijke uitschakelvoorwaarden
gereset worden als het cruise-control-
systeem tijdelijk is uitgeschakeld.
BELANGRIJK
149)Schakel altijd het
cruisecontrolsysteem uit wanneer het niet
in gebruik is: het cruisecontrolsysteem in
een activeringsklaar status laten, met de
cruisecontrol niet in gebruik, is gevaarlijk
omdat de cruisecontrol onverwacht zou
kunnen activeren als de activeringsknop
per ongeluk wordt ingedrukt, en resulteren
in het verliezen van de controle over het
voertuig en een ongeluk.
150)Als met het geactiveerde systeem
wordt gereden, mag de versnellingspook
nooit in de vrijstand worden gezet.
151)Neem in geval van defecten of
storingen in het systeem contact op met
het Abarth Servicenetwerk.
152)De cruise-control kan gevaarlijk zijn
als het systeem geen constante snelheid
kan handhaven. In bepaalde
omstandigheden kan de snelheid
overmatig zijn, hetgeen kan leiden tot
verlies van controle over het voertuig en
ongevallen. Gebruik het systeem niet in
druk verkeer of op bochtig, met ijzel of
sneeuw bedekt of glad wegdek.
SNELHEIDS
BEGRENZER
(indien aanwezig)
153) 154)
De snelheidsbegrenzer kan ingesteld
worden op een snelheid tussen
30 km/h en 200 km/h.
Het systeem bestaat uit een display van
de snelheidsbegrenzer en de
schakelaar op het stuurwiel fig. 95.
9505281500-12A-002AB
135
Page 139 of 244

snelheid die met een druk op SET/- of
RES/+ ingesteld is lager dan de actuele
voertuigsnelheid is. Let erop dat u niet
rijdt op een snelheid die hoger dan de
ingestelde snelheid is.
INSCHAKELEN /
UITSCHAKELEN
Inschakelen
Druk op de ON-schakelaar om het
systeem in te schakelen. Het scherm
van de instelbare snelheidsbegrenzer
wordt weergegeven en het (gele)
hoofdindicatielampje van de
snelheidsbegrenzer gaat branden.
BELANGRIJK Druk opnieuw op de
mode-schakelaar om naar de
snelheidsbegrenzer over te schakelen
als de cruise-control na een druk op de
ON-schakelaar werkt.
Uitschakelen
Schakel het systeem uit door de
volgende handelingen te verrichten:
Houd de OFF/CANCEL-schakelaar
lang ingedrukt of druk 2 keer op de
OFF/CANCEL-schakelaarwanneer
een kruissnelheid is ingesteld(het
groene waarschuwingslampje gaat
branden). Het scherm van de
snelheidsbegrenzer wordt niet langer
weergegeven en het (groene)
indicatielampje snelheidsbegrenzer
ingesteld gaat uit.
Druk op de OFF/CANCEL-
schakelaarwanneer geen
kruissnelheid is ingesteld(het gele
waarschuwingslampje gaat branden).
Het scherm van de snelheidsbegrenzer
wordt niet langer weergegeven en het
(gele) indicatielampje instelbare
snelheidsbegrenzer ingesteld gaat uit.
Het systeem schakelt over naar de
cruise-control als tijdens de werking van
de instelbare snelheidsbegrenzer op de
ON-schakelaar wordt gedrukt.
EEN GEWENSTE
SNELHEID INSTELLEN
Ga als volgt te werk:
druk op de ON-schakelaar om het
systeem in te schakelen;
druk op SET/- om de snelheid in te
stellen. De snelheid wordt op de actuele
voertuigsnelheid ingesteld als de
actuele voertuigsnelheid 30 km/h of
hoger is. De snelheid wordt ingesteld
op 30 km/h als de actuele
voertuigsnelheid lager dan 30 km/h is;
houd de "RES/+"-schakelaar continu
ingedruktom de ingestelde snelheid
te verhogen. De ingestelde snelheid
kan met stappen van 10 km/h worden
verhoogd. De ingestelde snelheid kan
ook met stappen van circa 1 km/h
worden verhoogd door de
"RES/+"-schakelaar kort in te drukken.
Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheidneemt met circa 4 km/h toe als de
"RES/+"-schakelaar 4 keer wordt
ingedrukt;
houd de "SET/-"-schakelaar continu
ingedruktom de ingestelde snelheid
te verlagen. De ingestelde snelheid
kan met stappen van 10 km/h worden
verlaagd. De ingestelde snelheid kan
ook met stappen van circa 1 km/h
worden verhoogd door de
"SET/-"-schakelaar kort in te drukken.
Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid
neemt met circa 4 km/h af als de
"SET/-"-schakelaar 4 keer wordt
ingedrukt.
OPMERKING Druk op de
"RES/+"-schakelaar om de
weergegeven voertuigsnelheid in te
stellen als de voertuigsnelheid op het
instrumentencluster wordt
weergegeven.
OPMERKING Het systeem wordt
tijdelijk uitgeschakeld als het voertuig
versnelt wanneer het gaspedaal flink
wordt ingedrukt. Het systeem gaat
weer werken wanneer de
voertuigsnelheid tot de ingestelde
snelheid of lager is gedaald.
OPMERKING Bij het afrijden van een
helling kan de voertuigsnelheid de
ingestelde snelheid overschrijden.
137
Page 239 of 244

ALFABETISCH
REGISTER
Aandachtig lezen..............2
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbag.............107
ABS......................79
Accu (onderhoud)............187
Accu opladen...............189
Achterklep..................40
Achterklep (openen)............40
Actieve motorkap.............81
Actieve veiligheidssystemen.......79
Adaptive Front Lighting System
(AFS)...................28
Afmetingen................203
Alarmknipperlichten...........148
Alarmknipperlichten (bediening) . . .148
Antidiefstalsysteem............15
Automatische klimaatregeling......36
Automatische verlichting.........26
Automatische versnellingsbak. . . .127
Automatische wisserregeling......30
Auxiliary driving systems.........83
Band- en wielspecificaties......200
Bandenreparatiekit...........166
Belangrijke informatie...........3
Bericht op display.............76
Beschermingssystemen
inzittenden................88Bestuurdersairbag............109
Beveiligingsalarm voertuig........15
Bevestiging van de trekhaken.....174
Brake Assist................125
Brandstofverbruik en
CO2-emissie..............209
Brandstofvuldop.............140
Buitenlampen vervangen........153
Buitenspiegels...............23
Buitenverlichting..............25
Cabrioletkap (openen)..........45
Cabrioletkap (zachte kap)........45
Camera achter (ParkView
achteruitrijcamera)..........142
Carrosserie (zorg en onderhoud) . . .192
Coming
Home-verlichtingssysteem......26
Constante bewaking..........122
Contactslot.................11
Cruise-control..............132
Dashboard..................8
De lak onderhouden..........193
De motor starten..........11,124
De motor uitschakelen..........13
Dead Lock voorziening..........17
DRL (Dagverlichting)...........25
DSC-systeem...............80
Een aanhanger trekken........146
Een band vervangen..........190Een lamp vervangen..........149
Elektrische ruiten.............38
Elektrische spiegels............24
Flash to pass...............26
Geavanceerd Keyless Entry
Systeem.................14
Gebruik van deze handleiding......3
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........179
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........180
Gewichten.................202
Gordelspanners...........92,109
Gordelspanners en
krachtbegrenzers............92
Grootlicht..................25
Handbediende klimaatregeling....34
Handgeschakelde versnellingsbak......................126
HLA-functie.................87
Hoofdsteunen...............22
Identificatiegegevens..........198
INFO-schakelaar..............54
Installatierichting kinderzitje.......97
Instrumentenpaneel............51
Interieur..................195
Interne apparatuur.............40
Keyless invoersysteem..........9
Kilometerteller / Dagteller........53