Page 178 of 291

176Rijden en bedieningDe cruisecontrol wordt automatischgedeactiveerd in de volgende geval‐
len:
● Het rempedaal wordt bediend.
● De rijsnelheid is lager dan 40 km/h.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● De keuzehendel staat in de stand
N (automatische versnellings‐
bak) / de eerste of tweede
versnelling (handgeschakelde
versnellingsbak).
Opgeslagen snelheid hervatten
Duw het kartelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 40 km/h. De
opgeslagen snelheid wordt nu over‐
genomen.
Systeem uitschakelen
Druk op m, de cruisecontrolmodus
wordt gedeactiveerd en de cruisecon‐
trolaanduiding op het Driver Informa‐
tion Center dooft.Bij het indrukken van ß om de snel‐
heidsbegrenzer uit te schakelen
wordt u de cruisecontrol gedeacti‐
veerd.
Bij het uitschakelen van het contact
gaat een geprogrammeerde snelheid verloren.
Storing
Bij een storing in de cruisecontrol
wordt de ingestelde snelheid gewist,
waarbij de streepjes gaan knipperen.
De cruisecontrol werkt mogelijk niet
goed, als de verkeersborden niet
voldoen aan het Verdrag van Wenen
inzake verkeersborden en verkeers‐ tekens.
Snelheidsbegrenzer De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
30 km/h.U kunt accelereren tot de ingestelde snelheid. Bij het afrijden van hellingen
zijn afwijkingen van de snelheidsli‐
miet mogelijk.
U kunt de ingestelde snelheid tijdelijk
overschrijden door stevig op het
gaspedaal te trappen.
De actuele snelheid en de ingestelde snelheidslimiet staan op het Driver
Information Center.
Systeem inschakelen
Druk op ß, waarna het symbool ß
en een bericht verschijnen op het
Driver Information Center. Het
systeem is nog steeds niet actief.
Page 185 of 291

Rijden en bediening183● De elektrische parkeerrem wordtingeschakeld.
● Het Traction Control of de elek‐ tronische stabiliteitsregeling is
gedeactiveerd of actief.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak staat nochin stand D noch in stand M.
● In de elektronische stabiliteitsre‐ geling is een storing gedetec‐
teerd.
Systeem uitschakelen
Druk op C, de adaptieve cruisecon‐
trolmodus wordt gedeactiveerd en de
aanduiding voor adaptieve cruisecon‐ trol op het Driver Information Center
dooft.
Bij het indrukken van ß om de snel‐
heidsbegrenzer in te schakelen wordt
de adaptieve cruisecontrol gedeacti‐
veerd.
Het uitschakelen van het contact wist
de opgeslagen snelheidsinstelling.Aandacht van de bestuurder
● Gebruik de adaptieve cruisecon‐ trol met beleid in bochten of opheuvelachtige wegen, het
systeem kan contact met de
voorligger verliezen en heeft tijd nodig om deze opnieuw te detec‐ teren.
● Gebruik het systeem niet op gladde wegen omdat het snelle
veranderingen in de tractie (door‐ slaan) van de banden kan
veroorzaken, waardoor u de
macht over het stuur zou kunnen verliezen.
● Gebruik het systeem niet wanneer u met het reservewielrijdt.
Systeembeperkingen9 Waarschuwing
De automatische remkracht van
het systeem volstaat niet voor
krachtig remmen en de remwer‐
king is mogelijk onvoldoende om
een botsing te vermijden.
● Na aan plotselinge rijstrookwis‐ sel, heeft het systeem enige tijd
nodig om de volgende voorligger
te detecteren. Als dus een
nieuwe voorligger wordt gedetec‐ teerd, kan het systeem de snel‐
heid verhogen in plaats van te
remmen.
● De adaptieve cruisecontrol negeert tegenliggers.
● De adaptieve cruisecontrol houdt
voor het remmen en wegrijden
geen rekening met voetgangers
en dieren.
● De adaptieve cruisecontrol houdt
alleen bij een lage snelheid reke‐ ning met gestopte voertuigen.
● Gebruik de adaptieve cruisecon‐ trol niet bij het trekken van een
aanhanger.
● Gebruik adaptieve cruisecontrol niet op wegen met een hellings‐
percentage van meer dan 10%.
Page 287 of 291

285Bandenspanning .......................240
Bandenspanningswaarden ........274
Bedieningsorganen ......................93
Bekerhouders .............................. 73
Bekleding .................................... 258
Belading ........................... 50, 53, 55
Beladingsinformatie .....................90
Beslagen lampglazen ................131
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 173
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............132, 235
Blindehoeksysteem ....................199
BlueInjection ............................... 158
Bochtverlichting .......................... 129
Bolle vorm .................................... 39
Boordgereedschap .....................238
Boordinformatie .........................119
Brandstof .................................... 211
Brandstofmeter .......................... 102
Brandstof voor benzinemotoren 211
Brandstof voor dieselmotoren ...211
Buitenspiegels .............................. 39
Buitentemperatuur .......................96
Buitenverlichting .........................126
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 94Colour-Info-Display.....................120
Conformiteitsverklaring ...............276
Contactslotstanden ....................149
Controlelampen ..................101, 104
Controle over de auto ................149
Controles .................................... 221
Cruise control ....................111, 173
D Dagrijlicht ................................... 129
Dagteller .................................... 101
Dak ............................................... 46
Dakbelasting ................................. 90
Dakconsole .................................. 75
Dakdrager .................................... 89
DEF ............................................ 158
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 227
Dieseluitlaatvloeistof ...................158
Dimlicht ....................................... 110
Dimlicht of grootlicht ...................126
Dodehoeksysteem ......................111
Doorlaadklep ................................ 78
Driepuntsgordel ........................... 58
Driver Information Center ...........112
Drukverliesdetectiesysteem 109, 241
E Eco-modus ................................. 164
EHBO ........................................... 89Elektrisch bediende ruiten ...........43
Elektrische aansluitingen .............97
Elektrische handrem ...................107
Elektrische handrem defect ........107
Elektrische parkeerrem....... 165, 166
Elektrische verstelling ..................39
Elektrisch systeem...................... 235
Elektronische rijprogramma's ....163
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
........................................ 108, 169
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............139
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Event Data Recorders (EDR) .....280
F
FlexOrganizer .............................. 82
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...185
G
Geavanceerde parkeerhulp ........194
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..279
Geluidssignalen .........................119
Gereedschap ............................. 238
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................88
Gloeilamp vervangen ................228