Rijden en bediening233Laat u door dit speciale systeem
niet verleiden tot een roekeloze
rijstijl.
Pas uw snelheid altijd aan de staat van het wegdek aan.
De hulpsystemen ontnemen de
bestuurder niet zijn verantwoorde‐
lijkheid voor het besturen van de
auto.
Lane keep assist
Lane Keep Assist helpt bij het voor‐
komen van botsingen wanneer de
rijstrook per ongeluk werd verlaten.
De frontcamera observeert de rijst‐
rookmarkeringen waar de auto
tussen rijdt. Wanneer de auto de
markeringen nadert, wordt het stuur‐
wiel licht verdraaid om de auto binnen de rijstrook te houden. Draai hetstuurwiel in dezelfde richting mee als
het systeem onvoldoende stuurt.
Draai het stuurwiel rustig in de tegen‐
overgestelde richting als u van
rijstrook wilt wisselen.
Als een rijstrookmarkering wordt overschreden, geeft Lane Keep
Assist een zicht- en hoorbare waar‐
schuwing.
Daarbij wordt de status van de lane
keep assist aangegeven op de
pagina Rijhulp op het Driver Informa‐
tion Center 3 114.
In de volgende gevallen wordt aange‐ nomen dat u de rijstrook per ongelukverlaat
● wanneer geen richtingaanwijzers
zijn ingeschakeld
● u gebruikt de richtingaanwijzers aan de kant die tegenovergesteldis aan de kant waar u de rijstrook
verlaat
● u remt niet
● u accelereert niet
● u stuurt niet actief.
Let op
Het systeem wordt uitgeschakeld als
er onduidelijke markeringen zijn,
bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhe‐
den.Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐ keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Inschakelen
U activeert Lane Keep Assist door
a in te drukken. De brandende led
in de knop geeft aan dat het systeem is ingeschakeld.
234Rijden en bedieningWanneer controlelampje a op de
instrumentengroep of op het head- updisplay groen oplicht, is het
systeem bedrijfsklaar.
Het systeem werkt bij snelheden tussen 60 km/h en 180 km/h, en als
er rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn.
Het systeem verdraait het stuurwiel
langzaam en het controlelampje a
wordt geel als de auto detecteert dat
u een rijstrookmarkering nadert en u
de richtingaanwijzers aan die kant
niet hebt ingeschakeld.
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der door a te laten knipperen en drie
waarschuwingstonen te laten horen
vanaf de kant waar u de rijstrookmar‐ keringen overschrijdt.
Het systeem werkt alleen als er een
wegbelijning wordt gedetecteerd.
Als het systeem alleen rijstrookmar‐
keringen aan één kant van de weg
waarneemt, is er alleen ondersteu‐
ning voor die kant.
Lane Keep Assist neemt waar
wanneer u de handen van het stuur‐
wiel haalt. In dat geval verschijnt ereen bericht op het Driver Information
Center en klinkt er een geluidssignaal
zolang Lane Keep Assist waarneemt
dat u met de handen van het stuur
rijdt.
Aanduiding op pagina Rijhulp
Als het systeem actief is, maar een of
beide rijstroken niet worden gedetec‐ teerd, verschijnen deze als een hollestippellijn aan de rechterkant van deauto. Zie de afbeelding hierboven.
Als het systeem een strook detec‐
teert, verschijnt deze als een groene
stippellijn aan de rechterkant van de
auto. Zie de afbeelding hierboven.
Deze stippellijn wordt oranje als wordt
gedetecteerd dat de auto een strook‐ markering nadert zonder gebruik van
de desbetreffende richtingaanwijzer.
Als het systeem ingrijpt met een
stuurmanoeuvre, verschijnt er een
korte oranje lijn aan de linkerkant van
de auto. Zie de afbeelding hierboven.
Uitschakelen
U deactiveert het systeem door a in
te drukken. De led in de knop gaat
dan uit.
Bij het detecteren van een aanhanger
wordt het systeem automatisch uitge‐
schakeld.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen:
● de rijsnelheid ligt buiten het bereik van 60 tot 180 km/u
● bij ritten op bochtige of heuvel‐ achtige wegen
● bij nachtelijke ritten
● bij een beperkt zicht door weers‐ omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
Rijden en bediening235● de sensor in de voorruit wordtgeblokkeerd door sneeuw, ijs,
slijk, modder, vuil, schade aan de voorruit of werkt slechter door
vreemde voorwerpen, bijv. stic‐
kers
● de zon valt rechtstreeks in de lens van de camera
● voorliggers vlakbij
● overhellende wegen
● bermen
● wegen met slechte rijstrookmar‐ keringen
● plotselinge veranderingen in de lichtsterkte
● wijzigingen aan de auto, bijv. banden
Schakel het systeem uit als het wordt verstoord door teersporen, schadu‐
wen, scheuren in het wegdek, tijde‐
lijke rijstrookmarkeringen, wegwerk‐
zaamheden of andere onregelmatig‐
heden in het wegdek.9 Waarschuwing
Let altijd op de weg en houd de
auto op de juiste plaats op de
rijstrook. Doet u dit niet, dan kan
dit leiden tot schade aan de auto,
of letsel of de dood.
Lane Keep Assist stuurt de auto
niet continu.
Het systeem houdt de auto niet
noodzakelijkerwijs op de rijstrook.
Het hoeft ook geen waarschuwing te geven, zelf als worden er rijst‐
rookmarkeringen waargenomen.
De stuurbekrachtiging van de
Lane Keep Assist is mogelijk
ontoereikend om te voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten.
Het systeem neemt door invloe‐
den van buitenaf (staat van de
weg, type wegdek, het weer enz.)
wellicht niet waar dat u de handen
van het stuurwiel hebt. De
bestuurder is volledig verantwoor‐ delijk voor het besturen van de
auto en moet onderweg de
handen altijd op het stuurwiel
houden.
Als u het systeem gebruikt terwijl
u een aanhanger trekt of op een
gladde weg rijdt, dan kunt u de
controle over de auto verliezen en een ongeluk krijgen. Schakel het
systeem uit.
330HHalogeenkoplampen .................255
Handgeschakelde versnellingsbak ......................180
Handmatige dimfunctie ................39
Handmatige modus ...................177
Handmatige stoelverstelling .........48
Handrem ..................................... 181
Handschoenenkastje ...................74
Handzender ................................. 20
Head-updisplay........................... 124
Hellingrem ................................. 184
Hoofdsteunen .............................. 45
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 159
I Inbouwmaten trekhaak ..............313
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 68
Indicatie afstand tot voorligger ...206
Inductief opladen ..........................96
Info-Display................................. 122
Inhouden ................................... 308
Inklapbare spiegels .....................37
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 148
Instrumentengroep ......................98
Interactief rijsysteem................... 187
Interieurverlichting ......................146K
Katalysator ................................. 172
Kentekenverlichting ...................264
Kilometerteller ............................ 104
Kindersloten ................................. 27 Kinderveiligheids-systemen ..........65
Klimaatregeling ............................ 15
Klok............................................... 94
Koelvloeistof .............................. 249
Koelvloeistof en antivries ............295
Koelvloeistoftemperatuur ...........111
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 106
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 142
Koplampverstelling ....................142
L Laadsysteem ............................. 109
Lane keep assist ................110, 233
Led-koplampen ...........113, 143, 257
Leeslampen ............................... 147
Lekke band ................................. 283
Lichtschakelaar .......................... 139
Lichtsignaal ................................ 142
Luchtinlaat ................................. 161
M
Massage ....................................... 55
Meters......................................... 103
Midlevel-display .......................... 114
Mistachterlicht ...........113, 145, 259Mistlampen voor ........113, 145, 257
Motorgegevens .......................... 303
Motor-ID...................................... 299
Motorkap .................................... 247
Motorolie .................... 248, 295, 300
Motoroliedruk ............................. 112
Motor starten ............................. 165
N Nieuwe auto inrijden ..................163
O Obstakeldetectiesystemen .........213
Olie, motor .......................... 295, 300
OnStar ........................................ 134
Ontlaadbeveiliging accu ............149
Opbergruimte................................ 74
Opbergruimte achter..................... 79
Opbergruimte voor........................ 75
Opbergvakken .............................. 74
Opbergvak middenconsole ..........76
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P
Panne ......................................... 288
Panoramazichtsysteem ..............223
Parkeerhulp ......................... 39, 213
Parkeerlichten ............................ 146
Parkeerrem ................................ 182
Parkeren .............................. 18, 170