Page 110 of 327

108Instrumenten en bedieningsorganenToerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of de hoeveelheid gas (CNG) in de tank,
afhankelijk van de momenteel gese‐
lecteerde brandstof.
De pijl wijst naar de kant van de auto
waar de tankklep zit.
Bij Bi-Fuel-motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het niet geselecteerde brand‐ stoftype aan. De brandstofmeter
toont het brandstofpeil van het
gebruikte brandstoftype.
Controlelampje r brandt als het
brandstofpeil laag is.
Voor Bi-Fuel-motoren: In de benzine‐
modus brandt controlelampje r voor‐
dat de naald het rode gebied bereikt.
Tank onmiddellijk wanneer r knip‐
pert.
Brandstoftank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
aangegeven tankinhoud.
Brandstofkeuzeschakelaar
Rijden op aardgas (CNG)
Page 123 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen121● Navigatie-informatie, weergege‐ven door Navigatie, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door Opties, zie beschrijving
hieronder.
Enkele van de weergegeven functies
zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies
zijn alleen actief als met de auto wordt gereden.
Menu Rit- /
brandstofinformatie, ; of Info
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Info. Sommige zijn voor uw specifieke auto
mogelijk niet beschikbaar. Afhankelijk van het display worden sommige
functies als symbool weergegeven.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren:
● Dagteller 1/2 of A/B
● Gemiddeld brandstofverbruik
● Gemiddelde snelheid
● Digitale snelheid
● Actieradius brandstof● Actueel brandstofverbruik
● Resterende levensduur olie
● Bandenspanning
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Timer
● Buitentemperatuur
● AdBlue-peil
Op het Midlevel-display worden de
pagina's Resterende levensduur van
de olie, Bandenspanning, Verkeers‐
bordherkenning en Afstand tot voor‐
ligger weergegeven in het menu
Voertuiginformatie; selecteer ?.
Dagteller 1/2 of A/B
De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
9999 km en begint dan weer bij 0.
Druk enkele seconden op SET/CLR
om deze op het Midlevel-display te
resetten.
Druk op > en bevestig met 9 om op
het Uplevel-display te resetten.De informatie van dagtellerpagina 1/
A en 2/B kan apart worden gereset
terwijl het desbetreffende display
actief is.
Gemiddeld brandst.verbr.
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Zet deze op het Midlevel-display
terug door enkele seconden lang op
SET/CLR te drukken, en op het Uple‐
vel-display door op > te drukken en
met 9 te bevestigen.
Bij auto's met Bi-Fuel-motoren: Het
gemiddelde verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Zet deze op het Midlevel-display
terug door enkele seconden lang op
SET/CLR te drukken, en op het Uple‐
vel-display door op > te drukken en
met 9 te bevestigen.
Page 124 of 327

122Instrumenten en bedieningsorganenDigitale snelheid
Digitale weergave van de huidige snelheid.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt berekend op
basis van het huidige brandstofpeil en het momentane verbruik. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil laag is,
verschijnt er een bericht op het
display en gaat het controlelampje Y
op de brandstofmeter branden.
Wanneer er onmiddellijk brandstof moet worden bijgetankt, verschijnt er
een waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 116.Actieradius brandstof, Bi-Fuel-motor
Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering en voor elke brandstoftank (CNG en benzine). Een
te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het desbetreffende
gedeelte.
Brandstofpeil, Bi-Fuel-motor
Bij Bi-Fuel-motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het niet geselecteerde brand‐ stoftype aan.
Actueel brandst.verbr.
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met Bi-Fuel-motoren: Het
momentele verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Page 229 of 327

Rijden en bediening227Niet-toegestane brandstoffen
In sommige steden zijn brandstoffen
met oxygenaten zoals ethers en etha‐ nol en brandstof van vernieuwde
samenstelling verkrijgbaar. Als deze
brandstoffen voldoen aan de boven‐
genoemde specificatie, kunnen ze
worden gebruikt. Echter, E85 (85%
ethanol) en andere brandstoffen met
meer dan 15% ethanol mogen alleen
worden gebruikt in FlexFuel-model‐
len.Voorzichtig
Gebruik geen brandstof die
methanol bevat. Deze kan corro‐
sie op metalen onderdelen in het
brandstofsysteem en ook schade
aan kunststof en rubberen onder‐ delen veroorzaken. Deze schade
wordt niet gedekt door de garantie op de auto.
Sommige brandstoffen, in het bijzon‐
der brandstoffen met een hoog
octaangetal, kunnen een octaanver‐
hogend additief met de naam methyl‐ cyclopentadienylmangaantricarbonyl
(MMT) bevatten. Gebruik geen
brandstof of brandstofadditieven met
MMT omdat daardoor mogelijk de
bougies minder lang meegaan en de
emissieregeling minder goed werkt.
De storingsindicatielamp Z licht
mogelijk op 3 113. Roep als dit
gebeurt de hulp van een werkplaats
in.
Brandstof voor dieselmotoren
Gebruik alleen dieselbrandstof die
voldoet aan EN 590 en die een
zwavelgehalte van max. 10 ppm
heeft.
Er mogen brandstoffen met max. 7% biodiesel (conform EN 14214)
worden gebruikt (bijv. met de
naam B7).
Bij ritten buiten de Europese Unie
kunt u incidenteel euro-dieselbrand‐
stof met een zwavelgehalte lager dan
50 ppm gebruiken.Voorzichtig
Bij veelvuldig gebruik van diesel‐
brandstof met meer dan 15 ppm
zwavel veroorzaakt ernstige
schade aan de motor.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet
voldoet aan EN 590 of soortgelijk,
kan leiden tot een verminderd
motorvermogen, meer slijtage of motorschade en kan van invloed
zijn op de garantie.
Gebruik geen scheepsdiesel, verwar‐
mingsolie, Aquazole en vergelijkbare
diesel-wateremulsies. Het is niet
toegestaan om dieseloliën aan te
lengen met brandstoffen voor benzi‐ nemotoren.