Rijden en bediening173temperatuur van het uitlaatsys‐teem kan het oppervlak
ontbranden.
● Trek altijd de parkeerrem aan. Zet de parkeerrem aan zonder
op de ontgrendelingsknop te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
Bij auto's met een elektrische
parkeerrem, trekt u minimaal
1 seconde aan schakelaar m
tot het waarschuwingslampje
m constant brandt en de elek‐
trische parkeerrem is inge‐
schakeld 3 114.
● Zet de motor af.
● Als de auto op een vlakke ondergrond of een helling
(omhoog) staat, schakel dan de eerste versnelling in of zet de
schakelhendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐
dert of bij auto's met een aan/ uit-knop het contact af zet. Opeen oplopende helling boven‐
dien de voorwielen van de
stoeprand wegdraaien.
Als de auto op een vlakke
ondergrond of een helling
(omlaag) staat, schakel dan de
achteruitversnelling in of zet de
schakelhendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐
dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet.
Bovendien de voorwielen naar
de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ruiten en het schuifdak.
● Trek de sleutel uit het contact‐ slot of schakel bij auto's met
een aan/uit-knop het contact
uit. Verdraai het stuurwiel tot
het stuurslot merkbaar
vergrendelt.
Bij auto's met automatische
versnellingsbak kan de sleutel
alleen worden verwijderd met de schakelhendel in stand P.● Vergrendel de auto door op de
knop op de portierkruk of op knop
e op de handzender te drukken.
● Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 239.Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Let op
Bij een ongeval waarbij airbags
worden geactiveerd, wordt de motor automatisch uitgeschakeld als de
auto binnen een bepaalde tijd tot stil‐
stand komt.
260Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Achterbankverwarming (alleen
voor auto's zonder alarmclaxon)2Verwarming en ventilatie / venti‐ lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Elektrisch bediende stoel passa‐ gierskant5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 413Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 7Nr.Stroomkring17Carrosserieregelmodule 618Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling / achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot / stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-poort29Aansteker / stroomaansluiting
voor30Schakelhendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem / alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp / dodehoeksys‐
teem / Infotainmentsysteem /
USB-poort35OnStar36Info-Display / instrumenten‐
groep / cd-speler37Infotainmentsysteem / radio
Sluit het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer:
1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.
316Klantinformatiemaken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
de onderhoudsvereisten en techni‐
sche gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van het technische uitrus‐ tingsniveau worden de volgende
gegevens opgeslagen:
● bedieningsstatus van systeem‐ componenten (bijv. vloeistofpeil,
bandenspanning, accustatus)
● storingen en gebreken in belang‐
rijke systeemcomponenten (bijv. verlichting, remmen)
● systeemreacties in bepaalde rijs‐
ituaties (bijv. triggering van een
airbag, activering van de stabili‐
teitsregelingen)
● informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de auto
hebben geleid
● bij elektrische voertuigen de ladingsgraad van de hoogspan‐
ningsaccu, de actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto
een storing heeft gedetecteerd),
moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van
aard zijn.Wanneer u gebruikmaakt van dien‐
sten (bijv. reparatie, onderhoud), zijn
de bedieningsgegevens samen met
het chassisnummer uit te lezen en
wanneer nodig te gebruiken. Perso‐
neel werkzaam binnen het service‐ netwerk ( bijv. garages, fabrikanten) of
derde partijen (bijv. pechhulpverle‐
ners) kunnen de gegevens uitlezen
aan de auto. Hetzelfde geldt voor
werkzaamheden onder garantie en
kwaliteitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitge‐
lezen in de auto via de OBD-aanslui‐
ting (On-Board Diagnostics) zoals
wettelijk voorgeschreven. De uitgele‐
zen bedieningsgegevens documen‐
teren de technische conditie van de
auto of afzonderlijke componenten en
helpen om storingen op te sporen, te
voldoen aan garantievoorwaarden en
de kwaliteit te verhogen. Deze gege‐
vens, in het bijzonder informatie over
de belasting van componenten, tech‐ nische gebeurtenissen, bedienings‐fouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer door‐ gegeven aan de fabrikant, als dat
nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan produc‐taansprakelijkheid. De fabrikant
gebruikt bedieningsgegevens van
auto's mogelijk voor terugroepacties.
Deze gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garanties van klanten
te controleren en garantieclaims af te wikkelen.
Foutcodegeheugens in de auto zijn te
resetten door een servicebedrijf in het
kader van onderhoud of reparatie of
op uw verzoek.
Comfort- en Infotainmentfuncties Comfortinstellingen en persoonlijke
instellingen zijn in de auto op te slaan
en op ieder gewenst moment te wijzi‐ gen of te resetten.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel
● instelling van het chassis en de airconditioning
● persoonlijke instellingen zoals die voor de binnenverlichting
320TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 165
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............290, 295
Aanduidingen op banden ..........264
Aanhangerstabilisatie ................236
Aanhanger trekken ....................232
Aardgas .............................. 108, 228
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 238
Accu ........................................... 243
Achterlichten .............................. 248
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................217
Achteruitrijlichten .......................148
Actieve noodrem......................... 204
Adaptieve cruise control .....117, 192
AdBlue ................................ 116, 176
Afmetingen auto ........................301
Afslagverlichting ......................... 144
Afstand tot voorligger .................115
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 153
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 162
Alarmknipperlichten ...................146Algemene informatie .................. 231
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 164
Andere auto slepen ...................284
Antiblokkeersysteem .................183
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 102
Autogegevens ............................ 295
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 141
Automatische versnellingsbak ...179
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 283
Auto stallen ................................. 238
Autostop ..................................... 169
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................272
Bandenspanning .......................265
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 116, 266
Bandenspanningswaarden ........303
Batterijspanning .........................128
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74
321Bekleding.................................... 287
Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................148
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 189
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............149, 256
BlueInjection ............................... 176
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................263
Boordinformatie .........................127
Brandstof .................................... 226
Brandstofkeuzeschakelaar ........108
Brandstofmeter .......................... 108
Brandstof voor benzinemotoren 226
Brandstof voor dieselmotoren ...227
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 228
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................140
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 96
CNG.................................... 108, 228
Conformiteitsverklaring ...............306
Contactslotstanden ....................164
Controlelampen ..................106, 111Controle over de auto ................164
Controles .................................... 239
Cruise control ....................117, 189
D Dagrijlicht ................................... 144
Dagteller .................................... 107
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 176
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 245
Dieseluitlaatvloeistof ...................176
Dimlicht of grootlicht ...................140
Dodehoeksysteem ......................215
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........118
E Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...................114
Elektrische parkeerrem............... 183
Elektrische parkeerrem defect ....114
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 256
Elektronische rijprogramma's ....181Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ...115
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 187
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............115
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............155
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............310
Event Data Recorders (EDR) .....315
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...201
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..314
Geluidssignalen .........................128
Gereedschap ............................. 263
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................246
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 65
Groot licht .......................... 117, 143
Grootlichtassistentie ...........117, 141
324Vaste luchtroosters ....................161
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................58
Veiligheidsnet .............................. 88
Velgen en banden .....................264
Ventilatie ............................... 56, 152
Verbanddoos ............................... 91
Vergrendelingssysteem ...............36
Verkeersbordherkenning ....118, 219
Verlichting middenconsole ........150
Verlichtingsfuncties..................... 150
Verlichting zonneklep ................149
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............179
Verstelbare luchtroosters ........... 160
Vertraagde uitschakeling stroom 167 Verwarmde spiegels ....................41
Verwarmd stuurwiel .....................96
Verwarming ........................... 56, 58
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 152
Verwerking van sloopauto .........239
Verzorging .................................. 285
Verzorging exterieur ..................285
Verzorging interieur ...................287
Vloerafdekking bagageruimte ......84
Voertuigidentificatienummer ......293
Voertuigkrik................................. 263
Voordat u wegrijdt ........................ 16
Voorligger gedetecteerd .............118Voorruit......................................... 42
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................115
W
Waarschuwingslampen ..............106
Werkzaamheden uitvoeren .......239
Wieldoppen ................................ 271
Wiel verwisselen ........................276
Winterbanden ............................ 264
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis- en wasinstallatie achterruit ..98
Wis- en wasinstallatie voorruit .....96
Wisserblad vervangen ...............245
Z
Zekeringen ................................. 256
Zekeringenkast in bagageruimte 261
Zekeringenkast in motorruimte ..257
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............259
Zitplaatsen achterin ......................57
Zonnedak ..................................... 45
Zonnekleppen .............................. 44
Zijdelings airbagsysteem .............65
Zijmarkeringslichten.................... 140
Zijrichtingaanwijzers ..................254