114USB-poortHet Infotainmentsysteem schakeltautomatisch over op de USB-muziek‐
modus.
Is het apparaat al verbonden, druk
dan herhaaldelijk op SRCq om over
te schakelen op de USB-muziekmo‐
dus.
Het afspelen van de audiotracks start automatisch.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op I om de volgende track af te
spelen.
Druk op H om de voorgaande track af
te spelen.
Snel vooruit en achteruit gaanHoud H of I ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐
dus terug te keren.
Volgende of vorige map/artiest/
afspeellijst afspelen
Druk op } om de/het volgende map,
artiest, album of afspeellijst af te
spelen, afhankelijk van de tracklij‐
stopties.
Druk op { om de/het vorige map,
artiest, album of afspeellijst af te
spelen, afhankelijk van de tracklij‐
stopties.
Menu Bladeren
Via het menu Bladeren kunt u aan de hand van categorieën een track
zoeken.
Zoekfunctie
Druk op LIST om de zoeklijst weer te
geven. De tracks staan gesorteerd op
categorie: mappen, genres, artiesten
en afspeellijsten.
Selecteer de gewenste categorieën
en kies een track. Selecteer de track
om de weergave te starten.Tracklijst kiezen
Druk lang op LIST om een selectie‐
menu weer te geven. Blader door de lijst en selecteer de gewenste tracklij‐
stoptie. Het menu Bladeren verandert overeenkomstig.
Let op
Afhankelijk van de metagegevens
op het apparaat zijn mogelijk niet
alle tracklijstopties beschikbaar.
Let op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's. Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Menu USB-muziek
In het menu USB-muziek kunt u deafspeelmodus instellen voor de tracks
op het verbonden apparaat.
Activeer de USB-muziekmodus en
druk vervolgens op OK om het menu
UBS-muziek weer te geven.
Activeer de gewenste afspeelmodus.
Normaal : De tracks van het/de gese‐
lecteerde album, map of afspeellijst
worden in de normale volgorde afge‐
speeld.
116Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................116
Bediening ................................... 117Algemene informatie
Een Bluetooth-apparaat
aansluiten
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(zoals mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth et cetera)
zijn draadloos te verbinden met het
Infotainmentsysteem.
Het externe Bluetooth-apparaat moet worden gekoppeld aan het Infotain‐
mentsysteem 3 120.
Als het apparaat gekoppeld is aan het
Infotainmentsysteem maar nog niet
verbonden is, moet u de verbinding
tot stand brengen via het menu
Beheer Bluetooth-verbindingen :
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Om als audiobron te dienen moet het apparaat zijn verbonden als media‐
speler. Maak een keuze uitAansluiten mediaspeler of Aansluiten
telefoon en mediaspeler . Het appa‐
raat is verbonden.
Een Bluetooth-apparaat
loskoppelen
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Selecteer Mediaspeler afsluiten om
het apparaat alleen los te koppelen als Bluetooth-audiobron. In het gege‐
ven geval blijft de verbinding voor
telefonie gehandhaafd.
Selecteer Telefoon + mediaspeler
afsluiten om het apparaat volledig los
te koppelen.
Selecteer Ja in het bericht en druk op
OK .
Streaming audio via Bluetooth117Bediening
USB-muziekfunctie activeren Als het apparaat nog niet met het Info‐tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 120.
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch over op de Bluetooth-
muziekmodus.
Is het apparaat al verbonden, druk
dan herhaaldelijk op SRCq om over
te schakelen op de Bluetooth-muziek‐
modus.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de audiobestanden
mogelijk starten vanaf het Bluetooth-
apparaat.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op I om de volgende track af te
spelen.
Druk op H om de voorgaande track af
te spelen.
Telefoon123Selecteer OK op het display om een
nummer te kiezen.
Telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Telefoonboek .
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermelding
om een nummer te kiezen.
Gesprekslijst gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in de gesprekslijst.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Logboek .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste vermelding om een
nummer te kiezen.Contacten versturen van een
mobiel apparaat naar het
Infotainmentsysteem
Bij bepaalde telefoons die via Blue‐
tooth zijn verbonden kunt u een
contact naar het telefoonboek van het Infotainmentsysteem sturen. Contac‐
ten die op deze manier zijn opgesla‐
gen in een permanent telefoonboek
zijn voor iedereen zichtbaar, of de
telefoon waarop het contact stond nu
aangesloten is of niet.
Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om het telefoonboek te
openen.
Selecteer Beheer index .
Het menu voor dit telefoonboek is niet toegankelijk, als het telefoonboek
leeg is.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan het Info‐
tainmentsysteem alle inkomende
gesprekken standaard in de wacht
zetten.Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om deze functie te active‐
ren.
Selecteer Instelling telefoon gevolgd
door Instellingen telefoon .
Druk op Automatisch in de wacht
gezet om de functie OK te activeren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of CD-
modus, actief is, wordt het geluid van
de desbetreffende audiomodus
onderdrukt en blijft dit zo totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Selecteer Ja in het op het display
getoonde bericht om de oproep te
beantwoorden.
Om de oproep af te wijzen kunt u
Nee selecteren in het op het display
getoonde bericht of G op het stuur‐
wiel ingedrukt houden.
127DDAB ............................................ 110
Datum instellen ................................... 106
Digital Audio Broadcasting .........110
Displaytaal wijzigen ....................106
Dynamisch audioaanpassing .....110
E Equalizer..................................... 104
F
Fabrieksinstellingen ....................106
Frequentiebereik selecteren .......108
G Gebruik ............... 101, 108, 112, 118
Bluetooth-muziek ....................117
CD ........................................... 112
Infotainmentsysteem ...............101
Menu ....................................... 103
Radio ....................................... 108
Telefoon .................................. 122
USB-poort ............................... 113
Geluid ......................................... 104
Geluids- en volume-instellingen. 104
Gesprekkenlijsten .......................122
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................. 101I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 101
M Menubediening ........................... 103
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................124
Mute............................................ 101
N
Noodoproep ................................ 121
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 113
Overzicht bedieningselementen ...98
P Persoonlijke instellingen .............106
R Radio Afstemmen op station .............108
Bereik selecteren ....................110
DAB configureren ....................110
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ...................................... 110
Dynamisch audioaanpassing ..110
Frequentiebereik selecteren ...108
Gebruik.................................... 108
Inschakelen ............................. 108Radio Data System (RDS) ......109
Station zoeken ........................ 108
Verkeersberichten ...................109
Verkeersinformatie ..................109
Radio activeren........................... 108 Radio Data System .................... 109
Radio inschakelen ......................108
RDS ............................................ 109
S Software bijwerken .....................106
Spraakherkenning ......................118
Station zoeken ............................ 108
Stemherkenning ......................... 118
Systeeminstellingen.................... 106
T
Telefoon Algemene informatie ...............119
Bedieningselementen .............119
Beltoon selecteren ..................122
Bluetooth ................................. 119
Bluetooth-verbinding ...............120
Een telefoonnummer kiezen ...122
Functies tijdens het gesprek ...122
Gesprekkenlijsten.................... 122
Inkomend gesprek ..................122
Inschakelen ............................. 122
Noodoproepen ........................ 121
Opmerkingen........................... 119
Telefoonboek .......................... 122