90TelefoonTik op / om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op l om het gesprek te
hervatten.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren en 0 te laten verschijnen. Druk
nogmaals op 0 om de stiltefunctie te
annuleren.
Tik op t om het gesprek voort te
zetten via de mobiele telefoon (rugge‐
spraakstand). Tik nogmaals op t om
het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐
ken standaard in de wacht zetten.Om deze functie te activeren moet u
op OPTIES tikken gevolgd door o
totdat de functie is geactiveerd.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in degebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en de mogelijkheden tot het gebruik vantoestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 W.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Ook
bij handsfree telefoneren kan de
aandacht op het verkeer verslappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
92TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............80
Afbeeldingsbestanden ..................78
Afbeelding via USB activeren .......80
Algemene aanwijzingen ...60, 77, 85
Algemene informatie ..............78, 82
Bluetooth ................................... 78
DAB ........................................... 75
Infotainmentsysteem .................60
Smartphone-applicaties ............78
Telefoon .................................... 85
USB ........................................... 78
Audio afspelen .............................. 79
Audiobestanden ........................... 78
Audio via USB activeren ...............79
Automatisch volume .....................70
B Balance......................................... 69
Basisbediening ............................. 67
Bediening...................................... 88 CD ............................................. 77
Externe apparaten ....................78
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 88
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................62
Stuurwiel ................................... 62
Bedieningspaneel Infotainment ....62Beeldscherm
helderheid aanpassen ...............70
taal wijzigen............................... 70
Bel Beltoon ...................................... 88
Functies tijdens het gesprek .....88
Inkomend gesprek ....................88
Telefoongesprek starten ...........88
Beltoon ......................................... 88
Beltoonvolume .......................... 70
Bestandsformaten ........................78
Afbeeldingsbestanden ..............78
Audiobestanden ........................78
Bluetooth Algemene informatie .................78
Apparaat aansluiten ..................78
Bluetooth-verbinding .................86
Koppelen ................................... 86
Menu Bluetooth-muziek ............79
Telefoon .................................... 88
Bluetooth-muziek activeren ..........79
Bluetooth-verbinding ....................86
C Cd-speler ...................................... 77
Cd-speler activeren ......................77
Contacten ..................................... 88
93DDAB FM-DAB-links ............................ 75
Datum instellen ..................................... 70
Digital Audio Broadcasting ...........75
Display-instellingen....................... 80
Displaytaal wijzigen ......................70
E Equalizer....................................... 69
F
Fabrieksinstellingen ......................70
Fader ............................................ 69
G
Gebruik ....................... 64, 73, 77, 83
Bluetooth ................................... 78
CD ............................................. 77
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 88
USB ........................................... 78
Geluidsinstellingen .......................69
I
Infotainmentsysteem inschakelen 64
K Koppelen ...................................... 86M
Menubediening ............................. 67
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................90
Mute.............................................. 64
N
Noodoproep .................................. 87
O Oproepgeschiedenis ....................88
Overzicht bedieningselementen ...62
P Persoonlijke instellingen ...............70
Profielinstellingen .........................70
R Radio Afstemmen op station ...............73
DAB configureren ......................75
DAB-berichten ........................... 75
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ........................................ 75
Frequentiebereik selecteren .....73
Gebruik...................................... 73
Inschakelen ............................... 73
Radio Data System (RDS) ........74
RDS configureren...................... 74
Regio-instelling.......................... 74
Regionaal .................................. 74Station zoeken.......................... 73
Stations oproepen .....................73
Stations opslaan .......................73
Voorkeuren................................ 73
Radio activeren............................. 73
Radio Data System ...................... 74
RDS .............................................. 74
Regio-instelling ............................. 74
Regionaal ..................................... 74
S Selectie van frequentiebereik .......73
Smartphone .................................. 78
Telefoonweergave ....................80
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 80
Software bijwerken .......................70
Spraakherkenning ........................82
Stations oproepen ........................73
Stations opslaan ........................... 73
Stemherkenning ........................... 82
Systeeminstellingen...................... 70
T
Telefoon Algemene informatie .................85
Bluetooth ................................... 85
Bluetooth-verbinding .................86
Contacten .................................. 88
Een nummer invoeren ...............88
Functies tijdens het gesprek .....88
Inleiding....................................... 96
Basisbediening .......................... 103
Radio ......................................... 108
Cd-speler ................................... 112
USB-poort .................................. 113
Streaming audio via Bluetooth ...116
Spraakherkenning ......................118
Telefoon ..................................... 119
Trefwoordenlijst ......................... 126Graphic-Info-Display
96InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............96
Antidiefstalfunctie ......................... 97
Overzicht bedieningselementen ..98
Gebruik ...................................... 101Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem Radio biedt u eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Dankzij de FM-, AM- of DAB-radio‐
functies kunt u diverse radiozenders
beluisteren. Desgewenst kunt u
zenders koppelen aan voorkeuze‐
toetsen.
Met de cd-speler kunt u genieten van
audio- en mp3 / wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten: via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonfunctie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel en veilig in de auto kunt gebruiken.
Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen via het bedieningspaneel of de
knoppen op het stuurwiel.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals dievoor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
102InleidingDruk nogmaals op x om de stilte‐
functie te annuleren.
Weergavemodus wijzigen U beschikt over drie verschillende
weergavemodi:
● volledig scherm
● opgedeeld scherm met tijd- en datumgegevens links op het
scherm
● zwart scherm
Druk herhaaldelijk op Î om te wisse‐
len tussen volledig scherm en opge‐
deeld scherm.
Houd Î ingedrukt om het scherm uit
te schakelen maar de geluidsweer‐
gave te handhaven. Druk nogmaals
op Î om het display opnieuw te acti‐
veren.
Bedieningsstanden
Radio
Druk herhaaldelijk op BAND om te
wisselen tussen de verschillende
frequentiebanden en de frequentie‐
band van uw keuze te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 108.
USB-poort
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende
audiobronnen en de USB-modus te
selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 113.
Bluetooth-muziek
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende
audiobronnen en de Bluetooth-
muziekmodus te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 116.Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding
met een Bluetooth-apparaat zijn
gemaakt. Voor een gedetailleerde
beschrijving 3 120.
Druk op MENU om de startpagina
weer te geven. Selecteer Telefoon
door op H en I te drukken en druk
vervolgens ter bevestiging op OK.
Het telefoonmenu verschijnt.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐ foon via het Infotainmentsysteem
3 122.
116Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................116
Bediening ................................... 117Algemene informatie
Een Bluetooth-apparaat
aansluiten
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(zoals mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth et cetera)
zijn draadloos te verbinden met het
Infotainmentsysteem.
Het externe Bluetooth-apparaat moet worden gekoppeld aan het Infotain‐
mentsysteem 3 120.
Als het apparaat gekoppeld is aan het
Infotainmentsysteem maar nog niet
verbonden is, moet u de verbinding
tot stand brengen via het menu
Beheer Bluetooth-verbindingen :
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Om als audiobron te dienen moet het apparaat zijn verbonden als media‐
speler. Maak een keuze uitAansluiten mediaspeler of Aansluiten
telefoon en mediaspeler . Het appa‐
raat is verbonden.
Een Bluetooth-apparaat
loskoppelen
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Verbindingen . Selecteer Beheer
Bluetooth-verbindingen en kies
daarna het gewenste Bluetooth-
apparaat om een submenu te
openen.
Selecteer Mediaspeler afsluiten om
het apparaat alleen los te koppelen als Bluetooth-audiobron. In het gege‐
ven geval blijft de verbinding voor
telefonie gehandhaafd.
Selecteer Telefoon + mediaspeler
afsluiten om het apparaat volledig los
te koppelen.
Selecteer Ja in het bericht en druk op
OK .
Streaming audio via Bluetooth117Bediening
USB-muziekfunctie activeren Als het apparaat nog niet met het Info‐tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 120.
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch over op de Bluetooth-
muziekmodus.
Is het apparaat al verbonden, druk
dan herhaaldelijk op SRCq om over
te schakelen op de Bluetooth-muziek‐
modus.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de audiobestanden
mogelijk starten vanaf het Bluetooth-
apparaat.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op I om de volgende track af te
spelen.
Druk op H om de voorgaande track af
te spelen.