Inleiding....................................... 60
Basisbediening ............................ 67
Radio ........................................... 73
Cd-speler ..................................... 77
Externe apparaten .......................78
Spraakherkenning ........................82
Telefoon ....................................... 85
Trefwoordenlijst ........................... 92Multimedia
60InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............60
Overzicht bedieningselementen ..62
Gebruik ........................................ 64Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem Multimedia biedt u eersteklas Infotainment voor
in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 24 stations
opslaan.
Met de cd-speler kunt u genieten van audio- en mp3 / wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten: via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto te gebruiken.
Met de telefoonweergavefunctie kunt
u specifieke applicaties op uw smart‐
phone via het Infotainmentsysteem bedienen.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het touch‐
screen en de heldere displays kunt u
het systeem gemakkelijk en intuïtief
bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Let op
Het Infotainmentsysteem bevat ook
bepaalde externe software. Raad‐
pleeg voor de betreffende kennisge‐
vingen, licenties en andere informa‐
tie met betrekking tot deze software
http://www.psa-peugeot-
citroen.com/oss.
Inleiding61Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig. Maak alleen
gebruik van het Infotainmentsys‐ teem als de verkeersomstandig‐
heden dat toelaten.
Om veiligheidsredenen kan het
raadzaam zijn om de auto eerst tot stilstand te brengen alvorens het
Infotainmentsysteem te bedienen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van een navigatieapp
ontslaat de bestuurder niet van
zijn/haar plicht om correct en
oplettend aan het verkeer deel te
nemen. Neem altijd de geldende
verkeersregels in acht.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Inleiding631X........................................... 64
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 c
Navigatieapp weergeven
wanneer
telefoonweergave actief is ....80
3 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleiding
4 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 73
Cd-speler .............................. 77
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 78
5 d
Menu voor afbeeldingen
openen .................................. 806
:
Instellingenmenu openen ......67
7 a
Telefoonmenu openen ..........88
Telefoonweergavescherm
weergaven wanneer
telefoonweergave actief is ....80
8 Info-Display / touchscreen
met startmenu (startmenu
alleen zichtbaar door het
scherm met drie vingers
tegelijk aan te tikken) ............67
9 USB-poort ............................. 78Afstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met G...... 64
Lang indrukken: stiltefunctie
2 ä / å
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio ...73
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................78
Inleiding65Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op X terwijl
het contact uitstaat, dan schakelt het
systeem automatisch uit bij activering
van de ECO-modus.
Volume instellen Draai aan X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Wanneer het Infotainmentsysteem
ingeschakeld is, wordt het laatst
geselecteerde volume ingesteld.
Snelheidsafhankelijk volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 70 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.
Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐ lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.Bedieningsstanden
Audiomedia
Druk op b op het scherm om het
hoofdmenu van de laatst geselec‐
teerde audiomodus te openen.Mediabron wijzigen
Selecteer SOURCES om het menu
voor selectie van de mediabron te openen.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 67.
Selecteer de gewenste mediabron.Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 73
● Cd-speler 3 77
● Externe apparaten 3 79
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 85.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op a om het hoofdmenu
voor de telefoonfunctie weer te
geven.
Radio73RadioGebruik........................................ 73
Radio Data System ......................74
Digital Audio Broadcasting ..........75Gebruik
Radio activeren
Druk op b. Het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer, als het hoofdmenu radio
niet actief is, BRONNEN gevolgd
door Radio .
Het laatst ten gehore gebrachte
station wordt weergegeven.
Een frequentieband selecteren Selecteer OPTIES en blijf of i tikken
om de verschillende frequentieban‐
den te doorlopen.
Stations zoeken
Automatisch station zoeken
Tik kort op < of > om het vorige of
volgende te ontvangen station te
beluisteren.
Handmatig station zoeken
Houd < of > ingedrukt. Laat los,
wanneer de gewenste frequentie
bijna bereikt is.
Het volgende te ontvangen station
wordt opgezocht en automatisch
afgespeeld.
Stationslijsten
In de stationslijsten ziet u al de te
ontvangen radiostations in het
huidige ontvangstgebied die u kunt
selecteren.
Selecteer Lijst om de stationslijst voor
de actuele frequentieband weer te
geven.
Selecteer het gewenste station.Stationslijsten bijwerken
Als de stations in de frequentieband‐
specifieke stationslijst niet meer
kunnen worden ontvangen, moeten
de stationslijsten worden bijgewerkt.
74RadioSelecteer Ü om een update te starten
voor de geselecteerde frequentie‐
band.
Favoriete stations opslaan
U kunt voor alle frequentiebanden tot 24 radiostations opslaan als favorie‐
ten in de lijst Geheugen.
Selecteer Geheugen om de voorkeu‐
zetoetsen weer te geven.
Beluisterd station opslaan
Tik enkele seconden lang op de
gewenste knop in de lijst met
Geheugen . De desbetreffende
frequentie of stationsnaam verschijnt
op de knop.
Als er al een station is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, wordt het
desbetreffende station overschreven.
Of tik op ✩ Mem in het hoofdmenu
van de radio om het actuele station
vast te leggen.
Een station uit een stationslijst
opslaan
Selecteer OPTIES gevolgd door de
gewenste frequentieband.
Om een station in de stationslijst op te slaan moet u ✩ naast het gewenste
station kort aantikken. Het station
wordt opgeslagen en het nummer van
de voorkeuzetoets verschijnt. Tik
nogmaals op ; om een station te
verwijderen.
Of tik lang op de stationsnaam totdat
het station is opgeslagen. Om het
station te verwijderen tikt u weer lang op de stationsnaam totdat de desbe‐
treffende melding verschijnt.
Stations oproepen
Selecteer Geheugen in het hoofd‐
menu radio en tik vervolgens kort op
de voorkeuzetoets van het gewenste
station.Radio Data System
Radio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-stations die ervoor zorgt dat het gewenste station
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van het station
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar stations stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-stations.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vanhet ingestelde station met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van het ontvangen station geeft het Infotainmentsys‐teem radioteksten weer met bv.
informatie over het actuele
programma.
RDS activeren Selecteer OPTIES in het hoofdmenu
radio en activeer RDS.
Radio75Als RDS is geactiveerd, staat RDS
onder aan in het hoofdmenu radio.
Radiotekst
Als RDS geactiveerd is, verschijnt er
onder de programmanaam informatie
over het beluisterde radioprogramma
of de afgespeelde track.
Open het menu OPTIES en activeer
of deactiveer Informatie om de infor‐
matie te tonen of te verbergen.
Verkeersberichten
Veel RDS-stations geven verkeersin‐ formatie door. Als de functie
verkeersberichten is geactiveerd,
wordt de weergave van radio en
media onderbroken voor de duur van
een verkeersbericht.
Open het menu OPTIES en activeer
TA om verkeersberichten te active‐
ren.
Als TA is geactiveerd, staat TA onder
aan in het hoofdmenu radio.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB)
maakt digitale radio-uitzendingen
mogelijk.DAB-stations worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene informatie ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmaspecifieke
gegevens en een veelheid aan
andere dataservices uit te
zenden, inclusief rit - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
station kan ontvangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te voorkomen.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïn‐ terpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Ditprobleem is te voorkomen door
auto-tracking DAB-FM te active‐
ren (zie onder).
● Interferentie door stations op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Als DAB-ontvangst is ingescha‐ keld, blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt dan
continu naar FM-stations met de
beste ontvangst. Als
Verkeersinfo 3 74 is geactiveerd,
worden er verkeersberichten doorgegeven van het best door‐
komende FM-station. Deactiveer
Verkeersinfo als DAB-ontvangst
niet door FM-verkeersberichten
moet worden onderbroken.