Spraakherkenning83SpraakdoorschakelingVia de spraakdoorschakeling van het Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot de spraakherkenningscomman‐
do's op uw smartphone.
Spraakdoorschakeling is beschik‐
baar bij telefoonprojectie via Apple
CarPlay en Android Auto 3 80.
Gebruik Geïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
geven en op het display verschijnen
hulpmenu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn.De spraakherkenning is klaar voor
spraakcommando's, nadat er een pieptoon klinkt.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf ingesteld radiostation afspelen).
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk de volumeknop op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
U kunt ook "Dialoogmodus instellen
op ervaren".
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Druk op v op het stuurwiel om een
dialoog te annuleren en de spraak‐
herkenning te deactiveren.Als u een bepaalde periode lang geen
commando geeft of als u comman‐
do's geeft die het systeem niet
herkent, wordt de dialoog automa‐
tisch geannuleerd.
Bediening via spraakcommando's
Volg de gesproken instructies en de
teksten op het display.
Voor de beste resultaten: ● Luister naar de gesproken vraag en wacht op de pieptoon voordatu een commando uitspreekt of
antwoordt.
● Lees de voorbeeldcommando's op het display.
● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
w te drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐
zaam.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie.
86Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen we u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op a en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem:
er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
92TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............80
Afbeeldingsbestanden ..................78
Afbeelding via USB activeren .......80
Algemene aanwijzingen ...60, 77, 85
Algemene informatie ..............78, 82
Bluetooth ................................... 78
DAB ........................................... 75
Infotainmentsysteem .................60
Smartphone-applicaties ............78
Telefoon .................................... 85
USB ........................................... 78
Audio afspelen .............................. 79
Audiobestanden ........................... 78
Audio via USB activeren ...............79
Automatisch volume .....................70
B Balance......................................... 69
Basisbediening ............................. 67
Bediening...................................... 88 CD ............................................. 77
Externe apparaten ....................78
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 88
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................62
Stuurwiel ................................... 62
Bedieningspaneel Infotainment ....62Beeldscherm
helderheid aanpassen ...............70
taal wijzigen............................... 70
Bel Beltoon ...................................... 88
Functies tijdens het gesprek .....88
Inkomend gesprek ....................88
Telefoongesprek starten ...........88
Beltoon ......................................... 88
Beltoonvolume .......................... 70
Bestandsformaten ........................78
Afbeeldingsbestanden ..............78
Audiobestanden ........................78
Bluetooth Algemene informatie .................78
Apparaat aansluiten ..................78
Bluetooth-verbinding .................86
Koppelen ................................... 86
Menu Bluetooth-muziek ............79
Telefoon .................................... 88
Bluetooth-muziek activeren ..........79
Bluetooth-verbinding ....................86
C Cd-speler ...................................... 77
Cd-speler activeren ......................77
Contacten ..................................... 88
93DDAB FM-DAB-links ............................ 75
Datum instellen ..................................... 70
Digital Audio Broadcasting ...........75
Display-instellingen....................... 80
Displaytaal wijzigen ......................70
E Equalizer....................................... 69
F
Fabrieksinstellingen ......................70
Fader ............................................ 69
G
Gebruik ....................... 64, 73, 77, 83
Bluetooth ................................... 78
CD ............................................. 77
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 88
USB ........................................... 78
Geluidsinstellingen .......................69
I
Infotainmentsysteem inschakelen 64
K Koppelen ...................................... 86M
Menubediening ............................. 67
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................90
Mute.............................................. 64
N
Noodoproep .................................. 87
O Oproepgeschiedenis ....................88
Overzicht bedieningselementen ...62
P Persoonlijke instellingen ...............70
Profielinstellingen .........................70
R Radio Afstemmen op station ...............73
DAB configureren ......................75
DAB-berichten ........................... 75
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ........................................ 75
Frequentiebereik selecteren .....73
Gebruik...................................... 73
Inschakelen ............................... 73
Radio Data System (RDS) ........74
RDS configureren...................... 74
Regio-instelling.......................... 74
Regionaal .................................. 74Station zoeken.......................... 73
Stations oproepen .....................73
Stations opslaan .......................73
Voorkeuren................................ 73
Radio activeren............................. 73
Radio Data System ...................... 74
RDS .............................................. 74
Regio-instelling ............................. 74
Regionaal ..................................... 74
S Selectie van frequentiebereik .......73
Smartphone .................................. 78
Telefoonweergave ....................80
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 80
Software bijwerken .......................70
Spraakherkenning ........................82
Stations oproepen ........................73
Stations opslaan ........................... 73
Stemherkenning ........................... 82
Systeeminstellingen...................... 70
T
Telefoon Algemene informatie .................85
Bluetooth ................................... 85
Bluetooth-verbinding .................86
Contacten .................................. 88
Een nummer invoeren ...............88
Functies tijdens het gesprek .....88
118SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................118
Gebruik ...................................... 118Algemene informatie
De spraakdoorschakeling van het
Infotainmentsysteem biedt toegang
tot Siri. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakeling te
kunnen gebruiken moet de smart‐ phone zijn verbonden via Bluetooth
3 120.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd s op het stuurwiel ingedrukt
totdat een spraakherkenningssessie
is gestart.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk de volumeknop op het stuur‐ wiel omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.Spraakherkenning deactiveren
Druk op het stuurwiel op v. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.