158Rijden en bediening2. Als de storing wordt bevestigddoor de emissieregeling,
verschijnt het volgende bericht:
Emissiestoring: starten geblokkeerd over 1100 km .
Daarbij lichten controlelampjes
u , R en Z op en klinkt er een
geluidssignaal.
Onderweg verschijnt het bericht
elke 30 s zolang als de storing
aanhoudt.
3. Bij het bereiken van het laatste waarschuwingsniveau verschijnt
het volgende waarschuwingsbe‐
richt:
Emissiestoring: Starten
geblokkeerd
Daarbij lichten controlelampjes
u , R en Z op en klinkt er een
geluidssignaal.
Roep de hulp in van een werk‐
plaats.AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen uit de tank worden opgenomen en
niet eruit stromen. AdBlue in flessen
of jerrycans is verkrijgbaar bij veel
pompstations en is te koop bij bijv. Opel dealers en andere detailhan‐
delaars.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum
ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Vul de AdBlue-tank zoveel dat er
minstens 5 l in zit om ervoor te
zorgen dat het nieuwe AdBlue-peil
wordt geregistreerd.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
1. Rijd gelijkmatig gedurende 10 min. en zorg daarbij dat de
rijsnelheid hoger is dan 20 km/h.
2. Als het systeem detecteert dat er
AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiuswaarschuwingen
of -beperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet
detecteert dat er AdBlue bijgetankt
is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij
temperaturen van minder dan
-11 °C wordt dit wellicht niet door het systeem gedetecteerd. Parkeer de
auto in dat geval op een locatie met
Rijden en bediening159een hogere buitentemperatuur
totdat de AdBlue weer vloeibaar wordt.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Tank de AdBlue-tank helemaal vol.
Doe dit als het waarschuwingsbericht
over het voorkomen van opnieuw
starten van de motor al is versche‐
nen.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulopening voor AdBlue zit achter de tankvulklep, rechtsachter op de
auto.
Als de auto is uitgerust met een elek‐
tronisch sleutelsysteem, kan de tank‐
klep alleen worden geopend als de
auto ontgrendeld is.
1. Sleutel uit contactslot verwijde‐ ren.2. Sluit alle portieren om ammonia‐dampen in het interieur te voorko‐
men.
3. Ontgrendel de tankvulklep door tegen de klep te duwen 3 211.
4. Schroef de beschermdop los van
de vulpijphals.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is of totdat er niets meer uit de
jerrycan stroomt. Dit kan zo'n vijf minuten duren.
8. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 s.
9. Schroef de slang van de vulpijp.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. De slang kan
worden hergebruikt na doorspoelen met water voordat de AdBlue
opdroogt.
262Service en onderhoudSelecteer de betreffende viscositeits‐index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 265.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale corro‐ siewering en vorstbescherming tot
een temperatuur van ca. -28 °C. In
koude regio's met extreem lage
temperaturen biedt de af fabriek
bijgevulde koelvloeistof vorstbe‐
scherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld
zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 156.
Technische gegevens271Inhouden
MotorolieMotorDV5RC
DV5RD
DV5REEB2ADTDV6D
DV6FE
DV6FDinclusief filter [l]3,95 4)
5,3 5)3,53,75tussen MIN en MAX [l]114)
Combo Life
5) Combo
Brandstoftank
Benzine / diesel, tankinhoud [I]50 / 60
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [I]17
278KlantinformatieBluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (rijhulpsystemen) of verzor‐ gen comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, vertraging, dwars‐
versnelling, wielsnelheid,
schermpje "veiligheidsgordels
omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om
bewaard blijven. Regeleenheden
(met inbegrip van de autosleutel)
gebruiken vaak een voorziening voor
gegevensopslag. Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
maken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
282TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 148
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............261, 265
Aanduidingen op banden ..........237
Aanhangerkoppeling ..................212
Aanhangerstabilisatie ................216
Aanhanger trekken ....................213
Aansteker .................................... 99
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 218
Accu ........................................... 223
Achterdeuren ............................... 32
Achterklep..................................... 34 Achterlichten .............................. 229
Achterruitverwarming ................... 45
Achterste zijruiten ........................45
Achteruitkijkcamera ...................202
Achteruitkijkscherm ..............42, 119
Achteruitrijlichten .......................130
Actief noodstopsysteem .............112
Actieve noodrem......................... 185
Adaptieve cruise control .....112, 177
AdBlue ................................ 110, 156
Afmetingen auto ........................270
Airbag deactiveren ....................... 67 Airbag-deactivering .................... 107
Airbag en gordelspanners .........106
Airbaglabel.................................... 62
Airbagsysteem ............................. 62Airconditioning ........................... 135
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 145
Alarmknipperlichten ...................128
Algemene informatie .................. 212
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 147
Andere auto slepen ...................252
Antiblokkeersysteem .................164
Antiblokkeersysteem (ABS) .......109
Armsteun ...................................... 53
Asbakken ................................... 100
Autogegevens ............................ 265
Autokrik....................................... 235 Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 126
Automatische versnellingsbak ...160
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 251
Auto stallen ................................. 218
Autostop ............................. 111, 152
Autozoekverlichting ....................133
B Bagageruimte ........................ 34, 79
Bagageruimte-afdekking .............80
Bandenreparatieset ...................241
Bandenspanning .......................237
Bandenspanningswaarden ........272
283Batterijspanning .........................120
Bedieningsorganen ......................93
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 255
Belading ........................... 51, 54, 56
Beladingsinformatie .....................90
Beslagen lampglazen ................130
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 172
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............131, 232
Blindehoeksysteem ....................197
BlueInjection ............................... 156
Bochtverlichting .......................... 128
Bolle vorm .................................... 39
Boordgereedschap .....................235
Boordinformatie .........................119
Brandstof .................................... 209
Brandstofmeter .......................... 103
Brandstof voor benzinemotoren 209
Brandstof voor dieselmotoren ...209
Buitenspiegels .............................. 39
Buitentemperatuur .......................96
Buitenverlichting .........................125
C
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 94
Colour-Info-Display .....................121Conformiteitsverklaring ...............274
Contactslotstanden ....................147
Controlelampen ..................102, 105
Controle over de auto ................147
Controles .................................... 219
Cruise control ....................112, 172
D
Dagrijlicht ................................... 128
Dagteller .................................... 103
Dak ............................................... 47
Dakbelasting ................................. 90
Dakconsole .................................. 76
Dakdrager .................................... 90
DEF ............................................ 156
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 224
Dieseluitlaatvloeistof ...................156
Dimlicht ....................................... 111
Dimlicht of grootlicht ...................125
Dodehoeksysteem ......................112
Doorlaadklep ................................ 79
Driepuntsgordel ........................... 60
Driver Information Center ...........113
Drukverliesdetectiesysteem 110, 238
E Eco-modus ................................. 162
EHBO ........................................... 89
Elektrisch bediende ruiten ...........43Elektrische aansluitingen .............97
Elektrische handrem ...................108
Elektrische handrem defect ........108
Elektrische parkeerrem............... 164
Elektrische verstelling ..................39
Elektrisch systeem...................... 232
Elektronische rijprogramma's ....162
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
........................................ 109, 168
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............138
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Event Data Recorders (EDR) .....278
F
FlexOrganizer .............................. 83
Frontaal airbagsysteem ...............65
Frontaanrijdingswaarschuwing ...183
G Geavanceerde parkeerhulp ........193
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..277
Geluidssignalen .........................120
Gereedschap ............................. 235
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................89
Gloeilamp vervangen ................225
Gordelverklikker ......................... 106