Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
1. Diagnosestekker
2. Accukap
3. Bout
1. Accukap
3
12
ZAUM1387
1
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. HoofdzekeringZAUM1380
2
3
4
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering 2 (voor ECU)
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering parkeerlichten
10.Hulpzekering
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Reservezekering
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
61212
UBU3D1D0.book Page 31 Wednesday, June 6, 2018 11:32 AM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
6
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
5. Plaats nadat de zekering is vervangen
de accukap terug in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de bouten
aan.
6. Breng de diagnosestekker aan door
deze omlaag te duwen.
7. Monteer de zadelbevestiging door de
bouten aan te brengen, en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
DAU34386
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Backup-zekering 2:
10.0 A
Aanhaalmoment:
Bouten zadelbevestiging:
7 N·m (0.7 kgf·m, 5.2 lb·ft)
UBU3D1D0.book Page 32 Wednesday, June 6, 2018 11:32 AM
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
7
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn datgeen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor geb
ruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
UBU3D1D0.book Page 2 Wednesday, June 6, 2018 11:32 AM
Specificaties
8-2
8
Maat:
120/70 R 17M/C(58V)
Fabrikant/model:
PIRELLI/PHANTOM SPORTSCOMPAchterband:Type:
Tubeless
Maat:
180/55 R 17M/C(73V)
Fabrikant/model:
PIRELLI/PHANTOM SPORTSCOMPBelading:Maximale belasting:
172 kg (379 lb)
(Totaalgewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):1 persoon:
Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
2 personen:
Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)Voorrem:Type:
Hydraulische dubbele schijfrem
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:Type:
Hydraulische enkele schijfrem
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Accu:Model:
YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 Ah (10 HR)Koplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampWattage gloeilamp:Koplamp:
H4, 60.0 W/55.0 W
Remlicht/achterlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
10.0 W
Achterste richtingaanwijzer:
10.0 W
Parkeerlicht:
5.0 W
Kentekenverlichting:
5.0 WZekering:Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering:
15.0 AZekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
20.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Backup-zekering 2:
10.0 A
UBU3D1D0.book Page 2 Wednesday, June 6, 2018 11:32 AM
10-1
10
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-24
ABS....................................................... 3-14
ABS-waarschuwingslampje.................... 3-4
Accu ..................................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-27
Achterlicht/remlichtunit ........................ 6-34
Achterwielophanging, smeren .............. 6-27BBanden ................................................. 6-15
Bougies, controleren .............................. 6-9
Brandstof .............................................. 3-15
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................. 3-12
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 3-3
Controlelampje startblokkering .............. 3-5DDiagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar ............................... 3-12FFilterbus ................................................ 6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-25
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires ........................................ 3-21
Gereedschapsset ................................... 6-2Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen .......................................... 6-35
HHelmborgkabel..................................... 3-19IIdentificatienummers.............................. 9-1
Inrijperiode ............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren ............ 6-24
Kentekenverlichting.............................. 6-35
Klepspeling .......................................... 6-15
Koelvloeistof......................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............ 6-32
Koppelingshendel ................................ 3-12
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen.............................................. 6-18LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-12
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ........................ 6-14MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Multifunctionele meter ........................... 3-6OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 6-36PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-34
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-36
RRegistratie van gegevens, voertuig ........ 9-2
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-25
Remhendel............................................ 3-13
Remlichtschakelaars............................. 6-19
Rempedaal............................................ 3-13
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-20
Remvloeistof, verversen ....................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-12SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-12
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-13
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-20
Serienummer motorblok ......................... 9-1
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-5
Spanning aandrijfketting ....................... 6-22
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar ... 3-12
Startspersysteem.................................. 3-22
Storingzoekschema’s ........................... 6-37
Stuurschakelaars .................................. 3-11
Stuursysteem, controleren ................... 6-28TTankbeluchtingsslang en
overloopslang ..................................... 3-17
Tankdop................................................ 3-15
UBU3D1D0.book Page 1 Wednesday, June 6, 2018 11:32 AM