Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU84240
TCS-schakelaar “ / ”
Zie pagina 3-27 voor uitleg over de werking
van de tractieregeling.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers). De alarmverlichting wo
rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU84250
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 3-8 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU84260
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-24 voor uitleg over de rijmo-
dus.
DAU84271
Wielschakelaar “ ”
Gebruik als het hoofdscherm op het display
wordt weergegeven het wiel om de items in
de informatieweergave te schuiven en te-
rug te stellen en om de handvatverwarming
in te stellen. Wanneer de weergave is gewijzigd naar het
scherm MENU, gebruik dan de wielschake-
laar om naar de instellingsmodulen te navi-
geren en instellingen te wijzigen.
Bedien de wielschakelaar als volgt.
Omhoo
gdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven te schuiven of een instel-
lingswaarde te verhogen.
Omlaa gdraaien - draai het wiel omlaag om
naar beneden te schuiven of een instel-
lingswaarde te verlagen.
Kort in drukken - druk de schakelaar kort
in om te selecteren en te bevestigen.
Lang indrukken - druk de schakelaar een
seconde in om een item op een informatie-
weergave terug te stellen of om het scherm
MENU te openen of af te sluiten.
OPMERKING Het scherm MENU kan worden ge-
opend door het wiel lang ingedrukt te
houden, tenzij het scherm van de
handvatverwarming is geselecteerd of
de brandstofreserve-ritteller (F-TRIP)
wordt weergegeven.
Zie pagina 3-10 voor meer informatie
over het hoofdscherm en de bijbeho-
rende functies.
UB1JD0D0.book Page 4 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.Automatische uitschakeling van cruisecontrolDe cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control onder de bovenstaan-
de omstandigheden wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “SET” gedurende 4
seconden, waarna het uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar in de stand “ ” wordt gezet, de motor afslaat of de zijstandaard omlaag
wordt gezet, gaat het controlelampje “ ”
uit (het controlelampje “SET” knippert niet).
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.
OPMERKINGIn bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine.
Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla-
gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
DAU84301
Weer gaveDe volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Brandstofniveaumeter
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Rijmodusweergave
TCS-weergave
Luchttemperatuurweergave
Scherm handvatverwarming
QS-indicator
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Eco-controlelampje
Waarschuwingspictogram brandstof-
niveau
Waarschuwingspictogram motorolie
Waarschuwingspictogram koelvloei-
stoftemperatuurOPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie
is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
UB1JD0D0.book Page 10 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
WAARSCHUWING
DWA18210
Zet de machine stil alvorens instellin gen
te wijzi gen. Het aan bren gen van wijzi-
g in gen tij dens het rij den kan u aflei den
en ver groot het risico op een on geval.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.OPMERKINGDe weergave kan worden ingesteld op kilo-
meters of mijlen. Gebruik daarvoor de mo-
dule “Unit” op het scherm MENU.Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
aan op basis van meting van de draaisnel-
heid van de krukas in omwentelingen per
minuut (tpm). Wanneer de machine wordt
gestart, schiet de toerenteller door het vol-
ledige tpm-bereik en keert vervolgens terug
naar nul.OPMERKINGDe toerenteller biedt een uitschakelbare
hold-indicator voor toerenpiek en de kleu-
ren ervan kunnen worden aangepast.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 11250 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt.
Als het laatste segment gaat knipperen en
het waarschuwingspictogram brandstofni-
veau oplicht, moet u zo snel mogelijk tan-
ken.OPMERKINGAls alle displaysegmenten van de brand-
stofniveaumeter knippe ren, laat dan een
Yamaha dealer de bijbehorende circuits
nazien.Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
Informatieweer gave
Dit gedeelte van het hoofdscherm wordt
gebruikt om informatie weer te geven die is
gerelateerd aan het rijden, zoals lucht- en
koelvloeistoftemperaturen, rittellers en sta-
tistieken voor brandstofverbruik. De items
op de informatieweergave kunnen worden
ingedeeld in vier groepen via het scherm
MENU.
1. Toerenteller
2. QS-controlelampje
3. Snelheidsmeter
4. Indicator piektoerental
5. Klok
6. Brandstofniveaumeter
7. Eco-controlelampje “ECO”
8. Scherm handvatverwarming
9. Luchttemperatuurweergave
10.Aanduiding ingeschakelde versnelling
11.TCS-weergave
12.Rijmodusweergave
13.Informatieweergave
km
TRIP-2
TRIP-1
1234.5 1234.5
km
1N
2km/h
1000 r/min
QS
12
:
00 EECOF2/1
MODE-
STD
TCS 1
In °C 25
7
10
13
8
9
11
12
1
6
4
2
5
3
UB1JD0D0.book Page 11 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
De items op de informatieweergave zijn:
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
TRIP-1: ritteller 1
TRIP-2: ritteller 2
F-TRIP: brandstofreserve-ritteller
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid verbruikte
brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brandstofverbruik
CRNT FUEL: huidig brandstofverbruikOPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
TRIP-1 en TRIP-2 worden terugge-
steld nadat 9999.9 is bereikt en gaan
vervolgens door met tellen.
Wanneer het reservepeil in de brand-
stoftank wordt bereikt, wordt automa-
tisch F-TRIP weergegeven en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt
geregistreerd.
Na het tanken en een bepaalde af-
stand te hebben gereden, zal F-TRIP
weer automatisch verdwijnen.
Zie “Unit” op pagina 3-16 voor het wij-
zigen van de eenheden voor brand-
stofverbruik, het instellen van de klok,
wisselen tussen kilometers en mijlen
etc.
De items TRIP-1, TRIP-2, F-TRIP, FUEL
CON en FUEL AVG kunnen individueel
worden teruggesteld.
Items op de informatieweergave terugstel-len1. Gebruik de wielschakelaar om door
de items op de weergave heen te
schuiven tot het item dat u wilt terug-
stellen wordt weergegeven.
2. Druk kort op de wielschakelaar, waar- na het item voor vijf seconden zal
knipperen. Als beide items terugstel-
baar zijn, zal het bovenste item eerst
knipperen. Schuif omlaag om het on-
derste item te selecteren.
3. Terwijl het item knippert, houdt u de wielschakelaar gedurende een secon-
de ingedrukt.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrijstand wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje “ ” en
door de aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”. Hol
d-in dicator voor toerenpiek
Deze kleine balk wordt kort weergegeven
op de toerenteller om de meest recente
tpm-piek van de motor weer te geven.
OPMERKINGDe indicator wordt alleen kort weergegeven
als de toerenpiek 7000 tpm of hoger is.QS-in dicator
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
wordt het snelschakelsysteem (pagina
3-25) ingeschakeld en gaat deze indicator
branden.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd in het
snelschakelsysteem, gaat deze indicator
uit en is het snelschakelsysteem niet be-
schikbaar. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
UB1JD0D0.book Page 12 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
3. Selecteer het driehoekssymbool om
af te sluiten.
“Display Settin g”
Met deze module kunt u de items (zoals
TRIP-1, ODO, C. TEMP, enz.) voor informa-
tieweergave op het hoofdscherm groepe-
ren. Er zijn vier weergavegroepen. De weergavegroepen instellen
1. Selecteer “Display Setting” in het
scherm MENU.
2. DISPLAY-1, DISPLAY-2, DISPLAY-3 en DISPLAY-4 worden weergegeven.
3. Selecteer bij wijze van voorbeeld DIS- PLAY-1. 1-1 en 1-2 worden weerge-
geven.
4. Selecteer 1-1. 5. Selecteer het gewenste item voor de
informatieweergave met de wielscha-
kelaar.
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftempera-
tuur
TRIP-1: ritteller 1
TRIP-2: ritteller 2
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid ver-
bruikte brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brand-
stofverbruik
CRNT FUEL: huidig brandstof-
verbruik
6. Selecteer 1-2 om de resterende groepsitems voor DISPLAY-1 in te
stellen.
1. Informatieweergave
Peak Rev IND Setting
IND Mode
ON
Shift Indicator
km/h
GPS
12 :
00
km
TRIP-2
TRIP-1
1234.5 1234.5
km
1N
2km/h
1000 r/min
QS
12
:
00 EECOF2/1
MODE-
STD
TCS 1
In °C 25
1
12 :
00
MENU
km/h
BrightnessDisplay SettingShift IndicatorWallpaperUnit
MaintenanceDisplay SettingDISPLAY-1
1 - 1
A.TEMP
1 - 2
C.TEMP
Display Setting
km/h
GPS
12 :
00
DISPLAY-1
1 - 1
A.TEMP
1 - 2
C.TEMP
Display Setting
km/h
GPS
12 :
00
UB1JD0D0.book Page 21 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-28
3
Het controlelampje “ ” knippert als de
tractieregeling is ingeschakeld. U hoort
mogelijk kleine veranderingen in het motor-
en uitlaatgeluid wanneer de tractieregeling
wordt ingeschakeld. Als de tractieregeling op “OFF” wordt inge-
steld, gaat het controlelampje “ ” bran-
den.
De TCS-weergave geeft de huidige TCS-in-
stelling aan. Er zijn drie instellingen.
TCS “OFF”
In de modus TCS “OFF” is de tractierege-
ling uitgeschakeld.
TCS “1”
In de modus TCS “1” wordt de ondersteu-
ning van de tractieregeling geminimali-
seerd.
TCS “2”
In de modus TCS “2” wordt de ondersteu-
ning van de tractieregeling gemaximali-
seerd en wordt de wielslip het meest
geregeld.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld,
wordt de tractieregeling ingeschakeld
en ingesteld op “1” of “2” (welke het
laatst was geselecteerd).
Als de machine vast is komen te zitten
in modder, zand of een ander zacht
oppervlak, schakel dan de tractiere-
geling uit om het vrijmaken van het
achterwiel te vergemakkelijken.
LET OP
DCA16801
Gebruik uitsluiten d d e voor geschreven
b an den. (Zie pa gina 6-16.) Bij geb ruik
van ban den met een an dere maat zal de
tractiere gelin g d e wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.Tractiereg eling instellen
WAARSCHUWING
DWA15441
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen aan bren gt in d e instellin gen
van de tractiere gelin g. Het aan bren gen
van wijzi gin gen tij dens het rij den kan u
aflei den en ver groot het risico op een
on geval.De TCS-instellingen kunnen alleen worden
gewijzigd wanneer de machine stilstaat
met de gasgreep gesloten.
Druk op de TCS-schakelaar “ ” om
de TCS-instelling te wijzigen naar TCS
“1” en druk op de TCS-
schakelaar “ ” om de TCS-instelling
te wijzigen naar TCS “2”.
Houd de TCS-schakelaar “ ” twee
seconden ingedrukt om de tractiere-
geling uit te schakelen.
1. TCS-schakelaar “ / ”
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. TCS-weergave
1
km
TRIP-2 TRIP-1
1234.5 1234.5
km
1N2km/h
1000 r/minQS
12:
00 EECOF2/1
MODE-STD
TCS 1
In °C 25
1
2
UB1JD0D0.book Page 28 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-29
3
Druk op de TCS-schakelaar “ ” om
de tractieregeling weer in te schakelen
(TCS keert terug naar de eerdere in-
stelling).
De tractiereg eling teru gstellen
De tractieregeling wordt automatisch uitge-
schakeld wanneer: het voor- of achterwiel van de grond
komt tijdens het rijden.
tijdens het rijden overmatige wielslip
van het achterwiel wordt gedetec-
teerd.
een van de wielen wordt rondgedraaid
terwijl de sleutel op “ON” staat (zoals
bij het uitvoeren van onderhoud).
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaan zowel het controlelampje “ ” als het
waarschuwingslampje “ ” branden. Probeer als dit gebeurt het systeem als
volgt terug te stellen.
1. Stop de machine en draai de sleutel naar “OFF”.
2. Wacht enkele seconden en draai dan de sleutel terug naar “ON”.
3. Het controlelampje “ ” dient uit te
gaan en het systeem dient te worden
ingeschakeld.
OPMERKINGAls het controlelampje “ ” na het terug-
stellen blijft branden, kan nog steeds met
de machine worden gereden; laat de ma-
chine echter zo snel mogelijk nakijken door
een Yamaha dealer.
4. Laat een Yamaha dealer de machinenakijken en het
waarschuwingslampje “ ” uitscha-
kelen.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. TCS-weergave
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
km
TRIP-2 TRIP-1
1234.5 1234.5
km
1N2km/h
1000 r/minQS
12:
00 EECOF2/1
MODE-STD
TCS 1
In °C 25
3
1
2
UB1JD0D0.book Page 29 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
Het vrijstandcontrolelampje dient te
branden wanneer de versnellingsbak
in de vrijstand staat.LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
4. Druk op de startknop “ ” om via de
startmotor de motor te starten.
Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, dit verkort de levens duur van d e
motor!
DAU84370
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING Om de versnellingsbak in de vrijstand
( ) te schakelen, drukt u het schakel-
pedaal enkele malen in totdat het ein-
de van de slag is bereikt, en trekt u het
vervolgens iets omhoog.
Dit model is uitgerust met een snel-
schakelsysteem. (Zie pagina 3-25.)
LET OP
DCA23990
Rijd niet lan ge tij d met af gezette
motor, ook niet met de versnel-
lin gsb ak in de vrijstan d, en sleep d e
motorfiets niet over lan ge afstan-
d en. De versnellin gsb ak wor dt al-
leen af doen de gesmeer d terwijl de
motor draait. Door onvol doen de
smerin g kan de versnellin gsb ak
wor den bescha digd.
Gebruik behalve bij opschakelen
met het snelschakelsysteem altij d
d e koppelin g om d e versnellin gs-
b ak te schakelen om scha de aan de
motor, de versnellin gsb ak en d e
aan dr
ijflijn te voorkomen. Deze on-
d er delen zijn door hun constructie
niet bestan d te gen de schokken die
optred en bij belast schakelen.
1. Schakelstanden
2. Schakelpedaal
2
1
1
N 2 3 4
5
6
UB1JD0D0.book Page 2 Friday, February 9, 2018 8:37 AM