Page 60 of 882
591-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag d e voorstoel
worden gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF
wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staa n, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard g aat, ernstig
letsel veroorzaken.
■ Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is g eplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON s taat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontsta an.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 59 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 68 of 882

671-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst op de voorpas-
sagiersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind een baby- of kinderzitje
op
een achterstoel. Als het plaatse n van een zitje op de voorpassa -
giersstoel onvermijdelijk is, stel dan de stoel als volgt af en plaats
het baby- of kinderzitje.
● Zet de rugleuning zo rechtop
mogelijk.
● Zet de stoel helemaal naar
achteren.
● Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de
plaatsing van het baby- of
kinderzitje hindert.
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Auto's zonder aan/uit-schakelaar voor de
airbag:
Gebruik nooit een baby- of kinderzitje
waarin het kind met het gezicht tegen de
rijrichting in zit op de voorpassagiers-
stoel. Bij een ongeval kan het kind ern-
stig letsel oplopen door de kracht waar-
mee de voorpassagiersairbag wordt
geactiveerd.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.boo k Page 67 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 69 of 882
681-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Auto's met aan/uit-schakelaar airbag:
Plaats nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de voor-
passagiersstoel als de aan/uit-schake-
laar voor de airbag in stand ON staat.
(
→Blz. 57)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
● Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.boo k Page 68 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 70 of 882

691-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
●Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan. Als er een
in de rijrichting geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel wordt ge-
plaatst, moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden geschoven. Als
dat niet gedaan wordt, kan er ernstig let-
sel ontstaan als de airbags geactiveerd
worden.
● Laat een kind niet met het hoofd of een
ander lichaamsdeel tegen het portier
leunen of tegen dat deel van de stoel,
de voor- of achterstijlen of de dakzijrails
leunen waarin de side airbags of de cur-
tain airbags zijn ondergebracht, ook niet
als het kind in een baby- of kinderzitje
zit. Anders kan het kind ernstig letsel
oplopen als bij een aanrijding de side
airbags of de curtain airbags worden
geactiveerd.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.boo k Page 69 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 73 of 882
721-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Gewichts-groepen
Zitpositie
Aanbevolen
baby- en
kinderzitjes
VoorpassagiersstoelAchterstoel
Zonder
aan/uit-
schake-
laar
airbagMet aan/uit-scha-
kelaar airbag
Buiten-steMiddel- steAan/uit-schake-
laar airbag
AANUIT
0
Minder
dan
10 kg XX
U
*1
L*1U
L XTOYOTA G 0+,
BABY SAFE PLUS
TOYOTA MINI
TOYOTA G 0+, BABY SAFE PLUS met
VEILIGHEIDS- GORDEL-
BEVESTIGING,
BASE
PLATFORM
0+
Minder
dan
13 kg
XX
U
*1
L*1U
L X
I
9 - 18 kg Tegen
de rij-
richting
in: X Tegen
de rij-
richting
in: X U
*1, 2U*2X TOYOTA DUO+
In de rij-
richting ge-
plaatst:
UF
*1, 2
In de rij- richting ge-
plaatst:
UF
*1, 2
II, III
15 -
36 kg UF
*1, 2UF*1, 2U*1, 2U*2XTOYOTA
KIDFIX XP SICT (Kan op de ISO- FIX-bevestigin-
gen worden
gemonteerd.)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.boo k Page 72 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 670 of 882

6697-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te maken.
■ Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op schuimbasis in de handel verkrijg-
baar. Gebruik een spons of een borstel om het schuim aan te bre ngen. Wrijf
met elkaar overlappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg vuile oppervlak-
ken schoon en laat ze drogen. Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt gehouden.
■ Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een mild sop, lauw water en een
doek of spons. Controleer ook de gordels regelmatig op overmati ge slijtage,
rafels en scheuren.
WAARSCHUWING
■ Voorkomen van schade aan de auto of een autobrand
● Mors geen vloeistof in het interieur van de auto.
Anders kunnen de elektrische onderdelen en dergelijke defect raken of
vlam vatten.
● Voorkom dat onderdelen of de bedrading van het SRS in het interieur nat
worden. ( →Blz. 44)
Een elektrische storing kan er voor zorgen dat de airbags worden geacti-
veerd of niet op de juiste wijze werken, waardoor ernstig letse l kan ont-
staan.
● Auto's met nanoe™: Zorg er bij het gebruik van brandbare sprays (zoals
reinigingsmiddelen, luchtverfrissers of smeermiddelen) in de au to voor dat
deze niet op elektrische onderdelen terechtkomen. Anders kan sc hade of
brand ontstaan.
■ Reinigen van het interieur (met name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard kan in de voo rruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een ernstig ongeval tot gevolg kan hebben.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 669 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 759 of 882
7588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Uitschakelsysteem brandstofpomp
Volg onderstaande procedure om de motor opnieuw te starten als het
systeem geactiveerd is.
Auto's zonder Smart ent ry-systeem en startknop
Zet het contact in stand ACC of UIT.
Start de motor opnieuw.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop
Zet het contact in stand ACC of UIT.
Start de motor opnieuw.
Het uitschakelsysteem van de brandstofpomp onderbreekt de
brandstoftoevoer naar de motor om de kans op brandstof-
lekkage te verkleinen als de motor afslaat of als een airbag
wordt geactiveerd als gevolg van een aanrijding.
OPMERKING
■ Vóór het starten
Controleer het wegdek/de bodem onder de auto.
Als er brandstoflekkage waarneembaar is, is het waarschijnlijk dat het
brandstofsysteem beschadigd is en reparatie behoeft. Start de m otor niet
opnieuw.
1
2
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 758 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 761 of 882

7608-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
*1
Laadstroomcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsys-
teem van de auto
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact o p met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Motorcontrolelampje ( waarschuwingszoemer)
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling; of
• Het elektronische Multidrive CVT-systeem (indien aan- wezig).
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem.
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem.
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Rood/geel)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektri-
sche stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 760 Monday, March 19, 2018 4:17 PM