
1072. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
Wanneer u op de toets ODO/TRIP
drukt, wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van
de kilometerteller en de dagteller.
• Als de dagteller wordt weergege-
ven, wordt deze gereset als de
toets ODO/TRIP ingedrukt wordt
gehouden.
• Wanneer het display van de dim-
mer van de dashboardverlichting
wordt weergegeven, kunt u de
helderheid van de instrumenten-
verlichting afstellen door de toets
ODO/TRIP ingedrukt te houden
terwijl de achterlichten branden.
■Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buiten-
temperatuur weergegeven of duurt het langer voordat de weergave wordt
gewijzigd.
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt (lager dan 20 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het
in- of uitrijden van een garage of tunnel)
●Wanneer -- wordt weergegeven, is het systeem mogelijk defect.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Het temperatuurbereik dat kan worden weergegeven, loopt van -40°C tot
50°C
Wanneer de buitentemperatuur tot onder 3°C daalt, gaat het controlelampje
lage buitentemperatuur knipperen.
De weergave wijzigen
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
●Laat de naald van de toerenteller niet in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
●Als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter in het rode gebied (H)
staat, kan de motor oververhit zijn. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand en controleer de motor nadat
deze volledig is afgekoeld. (→Blz. 600)
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 107 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

1142. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd. Zie
Blz. 629.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen worden, wordt iedere keer als
op wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en uit.
● (LDA [Lane Departure Alert])*1
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de LDA (Lane Departure Alert)
instellen.
● (RSA [Road Sign Assist])
*1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) inschakelen/uitschakelen.
●AFS (Adaptive Front Lighting-systeem)
Hiermee kunt u het AFS (Adaptive Front Lighting-systeem) inscha-
kelen/uitschakelen.
● (Klok)
Hiermee kunt u de tijd of tijdsweergave instellen.
● (Dashboardverlichting)
Hiermee kunt u de helderheid van de dashboardverlichting instellen.
●Instellingen
Selecteer het menu om de volgende zaken in te stellen.
• Instellen (RSA [Road Sign Assist])
*1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) instellen.
• Instellen (Stop & Start-systeem)*1
Hiermee kunt u de prioriteit van het Stop & Start-systeem instellen.
(→Blz. 300)
• Instellen (bandenspanningswaarschuwingssysteem)*1
Hiermee kunt u het bandenspanningswaarschuwingssysteem instellen.
(→Blz. 470)
• Eenheden
Hiermee kunnen de eenheden voor het brandstofverbruik en de buiten-
temperatuur worden gewijzigd.
• (ECO-controlelampje)*1
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen. (→Blz. 103)
Weergave instellingen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 114 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

1223-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
Druk op de knop om de sleutel te
openen.
Druk, om de sleutel op te bergen,
op de knop en klap de sleutel in.
Neem de mechanische sleutel uit
de houder.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel.
Zorg dat u de mechanische sleutel
en de elektronische sleutel bij u
hebt. Als de batterij van de elektro-
nische sleutel leeg is of de instap-
functie niet goed werkt, bent u op
de mechanische sleutel aangewe-
zen. (→Blz. 592)
■Als u een autosleutel bij een parkeerwachter moet achterlaten (auto met
rechtse besturing met Smart entry-systeem met startknop)
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje. (→Blz. 413)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elek-
tronische sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe sleutel maken
met behulp van de andere originele sleutel en het sleutelnummer op uw
plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een
veilige plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
Gebruik van de sleutel (indien aanwezig)
Gebruik van de mechanische sleutel (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 122 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

1533-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)■Aanwijzing voor de instapfunctie
●
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgren-
deld.
• Bij het vergrendelen/ontgrendelen van de achterklep bevindt de elektronische
sleutel zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden
van de achterbumper.
• De elektronische sleutel bevindt zich op het dashboard, de hoedenplank
(sedan), de bagageafdekking (wagon), de vloer of in het dashboardkastje wan-
neer de motor gestart wordt of het contact in een andere stand wordt gezet.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de
portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van
de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich
buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de bui-
tenzijde, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor moge-
lijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveel-
heid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of
vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na
ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de elektronische sleutel in de buurt van de auto aanwezig is terwijl deze wordt
gewassen, kan het portier als gevolg van water op een portiergreep herhaaldelijk
vergrendeld en ontgrendeld worden. Plaats de sleutel in dit geval op een afstand
van ten minste 2 m van de auto, maar zorg dat u de sleutel niet kwijtraakt.
●Als de elektronische sleutel in de auto aanwezig is terwijl deze wordt gewassen,
kan als gevolg van water op een portiergreep een zoemer hoorbaar zijn en een
melding worden weergegeven. Door vergrendelen van alle portieren wordt in dit
geval de melding gewist en is de zoemer niet meer hoorbaar.
●Het kan onmogelijk blijken om de portieren te vergrendelen als het sensorgebied
is bedekt met modder, ijs, sneeuw, enz. Maak in dit geval eerst het gebied schoon
en probeer opnieuw te vergrendelen, of probeer te vergrendelen door aanraken
van het sensorgebied aan de onderzijde van de portiergreep.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de portieren
mogelijk niet ontgrendeld of vergrendeld.
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld worden door het Smart entry-systeem met
startknop. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Plotseling binnen het ontvangstgebied stappen of abrupte bediening van de por-
tiergreep kan vergrendeling van de portieren belemmeren. Laat in dat geval de
portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 153 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

1944-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Zet altijd de selectiehendel in stand P (auto's met Multidrive CVT), activeer
de parkeerrem, schakel de motor uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, terwijl de par-
keerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 194 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

1984-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door.
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden.
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Sedan: Stapel bagage in de vergrote bagageruimte nooit hoger dan de
rugleuningen, om te voorkomen dat goederen tijdens hard remmen naar
voren schuiven. Plaats bagage altijd zo laag mogelijk.
●Wagon: Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleu-
ningen.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
●Sta nooit toe dat er personen in de vergrote bagageruimte meerijden. De
bagageruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen die-
nen plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier
om te doen.
●Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• Voeten van de bestuurder
• Stoel van de voorpassagier of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
• Hoedenplank (sedan)
• Bagageafdekking (wagon)
• Instrumentenpaneel
• Dashboard
• Extra opbergvak of vak zonder klep
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevin-
den, zijn opgeborgen of vastgezet.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 198 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

233
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
Lichtschakelaar
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
lichten gaan automa-
tisch aan en uit wanneer
het contact AAN staat.
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. (→Blz. 238)
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
(indien
aanwezig)
4
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 233 Friday, September 15, 2017 11:12 AM

2574-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
WAARSCHUWING
●Als er waterdruppels op de voorruit vóór de sensor voor zitten, gebruik
dan de ruitenwissers voor om deze te verwijderen.
Als de waterdruppels niet goed worden verwijderd, neemt de werking van
de sensor voor mogelijk af.
●Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de sensor voor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden ver-
vangen.
●Plak geen ruitfolie op de voorruit.
●Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de voorruit moet worden vervangen.
●Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
●Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
●Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
●Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
●Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder
de sensor niet.
●Haal de sensor voor niet uit elkaar.
●Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke elektrische
golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
●Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnenspiegel,
zonnekleppen, enz.) of het dak.
●Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
●Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
●Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 257 Friday, September 15, 2017 11:12 AM