De frontairbags aan
pas
sagierszijde uitschakelen
Als u een kind op de voorste passagiersstoel
laat zitten (zelfs in een kinderzitje of op een
zitverhoging) moet u altijd eerst de
frontairbags aan passagierszijde uitschakelen
om te voorkomen dat de airbags het kind
verwonden bij een botsing.
Opmerking: Plaats kinderen bij voorkeur in
een goedgekeurd kinderzitje achter in de auto.
Tik op Controls > Settings > Safety & Security
> Passenger Front Airbag om de front- en
zijairbags aan de passagierszijde van de auto
uit te schakelen.
De status OFF (uit) van de frontairbag aan
passagierszijde wordt in de rechterbovenhoek
van het touchscreen aangegeven. Als de
airbag is ingeschakeld, wordt de status niet op
het touchscreen weergegeven. Als de airbag is ingeschakeld ondanks dat u
de
ze hebt uitgeschakeld (of vice versa), neem
dan onmiddellijk contact op met Tesla.
Opmerking: Model S heeft een capacitief
touchscreen dat mogelijk niet werkt als u
gewone handschoenen draagt. Als het scherm
bij aanraking niet reageert, doe dan uw
handschoenen uit of gebruik handschoenen
met speciale vingertoppen voor touchscreens. Attentie: Plaa
ts nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de
passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden. Attentie: Z
et niemand in de
passagiersstoel als de airbag aan
passagierszijde niet lijkt te werken. Neem
direct contact op met een Tesla Service
Center om dit zo snel mogelijk te laten
verhelpen.
E
Als het AFS niet werkt, verschijnt er
een w
aarschuwing op het
instrumentenpaneel. Neem contact
op met Tesla Service.
Richtingaanwijzers
Duw de hendel aan de link
erzijde van het stuur
omhoog (rechtsaf) of omlaag (linksaf). De richtingaanwijzers gaan automatisch uit als
het s
tuur weer recht staat of wanneer u de
hendel in de middenpositie zet. Het controlelampje van de
desbetreffende
richtingaanwijzers
op het instrumentenpaneel gaat
knipperen als de richtingaanwijzers
zijn ingeschakeld. U hoort ook een
klikkend geluid. Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Traffic-aware
cruise control actief is, kan de Model S bij
gebruik v
an de richtingaanwijzer
accelereren wanneer u in bepaalde
situaties
Traffic-aware cruise control
gebruik
t (zie Acceleratie bij inhalen op
pagina 85). Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Autosteer
actief is, kan de Model S bij gebruik van
de richtingaanwijzer van rijstrook
veranderen (zie Auto Lane Change op
pagina 90).
Passeerfunctie
Duw de hendel e
ven tegen de veerdruk in
omhoog of omlaag en laat hem dan weer los.
De
desbetreffende richtingaanwijzers
knipperen 3 keer. Alarmknipperlichten
Om de alarmknipperlicht
en in te schakelen
drukt u op de knop aan de zijde van het
touchscreen het dichtst bij het stuur. Alle
richtingaanwijzers knipperen. Druk nog een
keer op de schakelaar om de
alarmknipperlichten weer uit te schakelen.
Opmerking: De alarmknipperlichten werken
ook als er geen sleutel in de buurt van de
Model S is. Verlichting
62 Handleiding Model S
Hoe het werkt
T raction Control is een systeem dat
voortdurend de snelheid van de voor- en
achterwielen controleert. Als de wielen van de
Model S hun grip verliezen, wordt het
doorslippen van de wielen tegengegaan door
de remmen te bedienen en het
motorvermogen te beperken. Traction Control
is standaard ingeschakeld. Onder normale
omstandigheden moet dit ingeschakeld blijven
om maximale veiligheid te garanderen. Dit controlelampje op het
ins
trumentenpaneel gaat knipperen
telkens wanneer Traction Control
actief de remdruk en het
motorvermogen regelt om
doorslippen te minimaliseren. Als het
controlelampje continu blijft
branden, is er een storing van
Traction Control gedetecteerd. Neem
contact op met Tesla Service. Attentie: Als het bo
venstaande
controlelampje blijf branden zonder dat u
Slip Start hebt uitgeschakeld (verderop
beschreven), is het mogelijk dat Traction
Control niet correct werkt. Neem
onmiddellijk contact op met Tesla Service. Attentie: T
raction Control kan geen
aanrijdingen door gevaarlijk rijgedrag of
te hoge snelheden in bochten voorkomen.
Doorslippen van de wielen toestaan
Om de wielen met een beperk
te snelheid te
laten doorslippen, kunt u Slip Start
inschakelen. Slip Start kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de Model S 48 km/h of
langzamer rijdt. Slip Start wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de snelheid 80 km/h
overschrijdt.
Slip Start dient onder normale
omstandigheden niet te worden ingeschakeld.
Schakel het alleen in wanneer u bewust wilt
dat de wielen doorslippen, zoals bij:
Internetradio
Int ernetradioservices zijn alleen te ontvangen
via een dataverbinding. Om internetradio te
gebruiken, tikt u op bron Spotify of TuneIn
van Media Player, bladert u door de
beschikbare categorie
Wifi is beschikbaar als methode voor
dataverbinding en is vaak sneller dan mobiele
datanetwerken. Verbinding maken met wifi is
v
ooral nuttig in zones met een beperkte of
geen mobiele connectiviteit. Voor een snelle
en betrouwbare levering van updates voor de
Model S (zie Software-updates op pagina
150), adviseert Tesla om wifi ingeschakeld te
la
ten en de verbinding met het wifi-netwerk te
behouden. Verbinding maken met een wifi-
netwerk:
1. T
ik op het pictogram LTE (of 3G) in de
statusbalk op het touchscreen. Model S
begint met scannen en geeft de WiFi-
netwerken weer die binnen bereik zijn.
2. Selecteer het wifi-netwerk dat u wilt
gebruik
en, vul het wachtwoord in (indien
nodig) en tik dan op Connect.
U kunt ook verbinding maken met een
verborgen netwerk dat niet is opgenomen in
de lijst met gescande netwerken. Tik gewoon
op Wi-Fi Settings en vul de naam van het
netwerk in bij het dialoogvenster.
Zodra u verbinding met een netwerk hebt
gemaakt, maakt de Model S automatisch
verbinding wanneer het netwerk binnen het
ontvangstbereik ligt. Wanneer meerdere van
de eerder gebruikte netwerken binnen het
bereik liggen, maakt de Model S verbinding
met het recentst gebruikte netwerk.
Opmerking: U kunt ook een mobiele hotspot
of de internetverbinding van uw telefoon
gebruiken via wifi-tethering.
Opmerking: In T
esla Service Centers maakt de
Model S automatisch verbinding met het WiFi-
netwerk van Tesla Service. Verbinding maken met wi
Lekke band
C
ontroleer de bandenspanning regelmatig om
te voorkomen dat u onderweg met een lekke
band wordt geconfronteerd. Laat een lekke of
beschadigde band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
Tubeless banden kunnen niet zomaar lek
raken, mits het object in de band blijft zitten.
Als u onder het rijden plotseling een sterke
trilling voelt of vermoedt dat er een band
beschadigd is, verminder dan direct uw
snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen
en sturen en stop op een veilige plaats. Laat
uw Model S naar een Tesla Service Center of
een bandenspecialist in de buurt brengen.
Opmerking: In sommige gevallen kunt u kleine
gaatjes (minder dan 6 mm) repareren met een
bandenreparatiesetje dat optioneel
verkrijgbaar is bij Tesla. Vervolgens kunt u de
Model S met een aangepaste snelheid zelf
naar een Tesla Service Center of een
bandenspecialist in de buurt rijden. Attentie: Rijd niet door met een lekk
e
band, ook niet als de band niet helemaal
is leeggelopen. Een lekke band kan
opeens helemaal leegraken.
Vlakke kanten
Als de Model S gedur
ende lange tijd heeft
stilgestaan, kunnen er vlakke kanten op de
banden ontstaan. Deze vlakke kanten zullen
een trilling veroorzaken wanneer u weer gaat
rijden met de Model S. Deze trilling verdwijnt
vanzelf naarmate de banden warm worden en
hun oorspronkelijke vorm weer aannemen.
U kunt de banden op de maximale spanning
brengen om te voorkomen dat vlakke kanten
ontstaan wanneer de auto langere tijd
stilstaat. Vergeet niet om de banden eerst
weer op de normale spanning te brengen
voordat u met de auto gaat rijden.
Levensduur banden verlengen
Houd de banden op de juiste spanning en
houd u aan de snelheidslimieten voor een
maximale levensduur van de banden. Vermijd:
Op nieuwere versies van de Model S worden
de TPMS-sensor
en automatisch opnieuw
ingesteld nadat er gedurende meer dan 10
minuten sneller is gereden dan 25 km/h. Voor
oudere versies gaat u als volgt te werk:
1. Breng alle banden op hun aanbevolen
spanning, zoals vermeld op de sticker met
de relevante informatie op de middenstijl.
2. Rijd tien minuten en tik dan op Controls >
Settings > Service & Reset > Tire Pressure
Monitor > Reset Sensors.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm. Let op!: Het kie
zen van de verkeerde
wielmaat kan leiden tot onterechte
waarschuwingen over de
bandenspanning. Als er een
waarschuwing over de
bandenspanning verschijnt, stap dan
uit, sluit de klep van de bagageruimte
achter en alle portieren, wacht tot het
touchscreen uit gaat, stap weer in en
selecteer de juiste wielmaat voordat u
op Reset Sensors tikt.
Opmerking: W
anneer u op sommige oudere
versies van de Model S kiest voor 21" velgen,
kan het TPMS onterecht waarschuwingen in
verband met de bandenspanning genereren.
Breng de Model S naar een Tesla Service
Center voor verdere afstelling. Attentie: S
tel de TPMS-sensoren niet
opnieuw in om de waarschuwingen over
de bandenspanning te proberen te
wissen.
Een bandenspanningsensor vervangen
Neem c
ontact op met een Tesla Service
Center als het TPMS-controlelampje
regelmatig brandt om te laten controleren of
er een bandenspanningsensor vervangen
moet worden. Als een ander bedrijf de band
vervangt of repareert, zal de
bandenspanningsensor mogelijk niet werken
tot de set-upprocedure door Tesla is
uitgevoerd.
TPMS-storing
Model S is tevens voorzien van een
storingsindicator voor het TPMS-systeem dat
een melding weergeeft wanneer het systeem
niet naar behoren functioneert. Het TPMS-controlelampje heeft
daarv
oor een extra functie, naast het
melden van de bandenspanning. Als
er een storing in het systeem wordt
geconstateerd, knippert het TPMS-
controlelampje gedurende
Ruitenwisserbladen controleren en
v ervangen Let op!: De ruit
enwisserbladen blijven niet
in een opgetilde positie staan. Wanneer u
een ruitenwisserblad reinigt of vervangt,
tilt u de ruitenwisserarm een klein stukje
van de voorruit op zodat u net voldoende
toegang tot het blad hebt. Til een
ruitenwisserarm niet verder op dan
bedoeld. Als u dit wel doet, kan dit tot
schade leiden die niet onder garantie valt.
Om gemakkelijk bij de ruitenwisserbladen te
k
unnen, schakelt u de ruitenwissers uit, zet u
de Model S in de stand P (Park) en gebruikt u
het touchscreen om de ruitenwissers in de
servicepositie te zetten. Tik op Controls >
Settings > Service & Reset > Service Mode >
ON.
Opmerking: De ruitenwissers hervatten
automatisch hun normale positie wanneer u
de Model S in een andere stand dan Park
schakelt.
Controleer de staat van de wisserbladen
regelmatig en maak ze geregeld schoon. Als
de wisserbladen zijn beschadigd, dienen deze
onmiddellijk te worden vervangen om schade
aan de ruit te voorkomen.
Vuil op de ruit of op de wisserbladen zelf kan
de goede werking van de ruitenwissers
verstoren. Dat geldt ook voor ijs, vloeibare
was van wasstraten, ruitensproeiervloeistof
met middelen tegen insecten of
waterafstotende middelen, vogelpoep, hars en
andere organische stoffen.
Volg de onderstaande aanwijzingen: